In Frankrijk is de biobased economy al begonnen

De landbouw in Noord-Frankrijk vormt een vruchtbare voedingsbodem voor biobased initiatieven. Op twee plaatsen, in Picardië en Champagne-Ardennes, investeert de Franse overheid in de toenadering van landbouw en chemie. Fransen doen onderzoek en pilot- en demoproductie van bio-ethanol, zij produceren tweede generatie biobrandstoffen en producten als barnsteenzuur. De twee landstreken vormen het hart van de Franse agricultuur en vooral van de natte akkerbouw. In het gebied worden 57% van de Franse suikerbieten geteeld en 39% van alle aardappelen, 47% van de hennep en 80% van de alfalfa.

Technologieoverdracht
In Frankrijk werkt de overheid met competitive clusters, regionale netwerken van universiteiten, onderzoeksinstituten, industrie, mkb’s en lokale overheden. De nadruk ligt op het gebied van grondstofketens, technologieoverdracht, onderzoek en ontwikkeling en demonstratieprojecten. Er zijn in Frankrijk 61 van deze clusters actief waaronder enkele grote, en één van deze grote Worldclass clusters is actief op het gebied van biomassa: Industries & Agro Resources (IAR) dat een groot complex in Noord Frankrijk heeft. Deze cluster omvat 25 grote industriële bedrijven (waaronder Roquette Frères) en 50 mkb’s. De leden investeren gezamenlijk in onderzoek. Sinds 2006 werken zij aan 110 projecten waarvan 72 gesubsidieerd (367 miljoen Euro). Meer dan een derde van het onderzoeksgeld komt uit de publieke sector, vooral van de regionale overheid.

De Fransen doen onder meer onderzoek naar pyrolyse van vinasse: het ontwikkelen van platformchemicaliën en tweede generatie bio-ethanol. Er zijn demonstratiefabrieken voor de productie van barnsteenzuur en andere groene chemicaliën.

Boerencooperaties
Op het industriële complex Les Sohettes (het hart van het IAR-cluster waar 1000 mensen werken) in een dorpje bij Reims (Pomacle) staan fabrieken voor de verwerking van tarwe en suikerbieten. Ook staat er een fabriek voor de verwerking van één miljoen ton suikerbieten en een half miljoen ton graan tot 3,5 miljoen hectoliter bio-ethanol en de rest tot veevoeder. Het fermentatieproces is ontwikkeld door ARD (Agro-industries Recherches & Développements).

ARD bestaat uit een onderzoekcentrum met 79 onderzoekers dat voor driekwart eigendom is van boerencoöperaties. Het is dus ook de bedoeling dat de boeren beter worden van deze technologische ontwikkelingen. ARD werkt aan de ontwikkeling van het Futurol project, tweede generatie bio-ethanol uit een breed scala van biomassa en stedelijk afval, dat per gebied en per seizoen kan fluctueren. Men werkt er met fermentoren tot 80 m3 voor schaalvergroting en downstreamprocessing. ARD wil in 2016 beschikken over een demonstratie-unit voor opschaling van de barnsteenzuurproductie tot 100 ton per uur. Behalve barnsteenzuur ligt het in de bedoeling later meer groene chemische bouwstenen te gaan maken. ARD beschikt, voor tien jaar, over een budget van 75 miljoen Euro, waarvan 30 miljoen van het agentschap OSEO, dat is opgericht voor bevordering van innovatie bij het mkb. De Franse aanpak van de biobased economy lijkt een interessant businessmodel, en wat meer zegt, ze zijn al aardig onderweg. De Fransen denken er over om aansluiting te zoeken bij de biomassa-activiteiten in Nederland (WUR). Binnen bepaalde EU -projecten wordt al samengewerkt.

Met dank aan de WTC, Wetenschappelijke en Technologische Commissie voor de biobased economy

(Visited 9 times, 1 visits today)

Plaats een reactie