Bioraffinage: een nieuw verdienmodel voor de boer

‘De romantiek van koeien in de wei in een echt Fries landschap zal blijven bestaan,’ zegt Gjalt de Haan, ‘maar de melkveehouder als producent van alleen maar melk behoort straks misschien tot het verleden. De in Noord-Nederland aanwezige biomassa kunnen we hier prima zelf gebruiken en op die manier tegelijkertijd minder sojaschroot uit Zuid Amerika importeren. Daar schiet onze economie wat mee op.’

‘ In 1998 nam ik het agrarisch loonbedrijf over van mijn ouders. Na een aantal volgende overnames werk ik nu vanuit meerdere locaties (in Gytsjerk: De Haan Loonbedrijf BV, in Grou: Loonbedrijf Sjoerd Nauta BV, in Marrum: Hoogland Gras- en Groenvoeders BV en in Holwerd: Wadstroom Biovergisting v.o.f.). Ik doe dat in agrarisch loonwerk, grondverzet, cultuurtechnisch werk (zoals grootschalig graslandbeheer), grasdrogen en in biovergisting. Na de eerste graspersproeven in Grou in 2006 heb ik – samen met Courage – het initiatief genomen tot het opzetten van Grassa!, een consortium van bedrijven uit verschillende sectoren van het MKB in het Noorden, gericht op het ontwikkelen van een procesinstallatie waarmee we waardevolle componenten kunnen winnen uit cultuurgras en andere eiwitrijke gewasresten. Het was een lange weg.’

Goed bemest en eiwitrijk voorjaarsgras
‘ Noord-Nederland is het grasrijkste gebied van ons land. In principe wil de boer het liefst – vooral in een tijd van sterk stijgende grondstofprijzen – goed bemest en eiwitrijk voorjaarsgras voor zijn koeien. Najaarsgras is minder geschikt. Niet omdat er geen eiwitten in zouden zitten, maar omdat het natte gras slechter is te drogen of in te kuilen. Eiwit zit er genoeg in. Dat eiwit is prima te raffineren en uit wat er overblijft, zijn vezels te halen voor de productie van papier en karton, en veevoeder. Wat dan nog overblijft, is goed te vergisten. De allerlaatste rest kan als digestaat terug op het land voor de noodzakelijke mineraalhuishouding. Vooral fosfor.’

‘Maar voor een goede businesscase is meer nodig. De bezetting van de installatie moet omhoog. Er zijn vijf grassneden, in periode met tot oktober.  Voor een betere bezetting moeten we ook andere eiwitrijke gewasresten, zoals bietenloof, kunnen verwerken. Samen met Cosun onderzoekt Constantijn Sanders nu vanuit het Grassa!-consortium de mogelijkheid om ook bietenloof te raffineren en aldus te ‘up-cyclen’. Daarnaast ontwikkel ik in het consortium Cell-ID! (Staatsbosbeheer, papierfabriek Solidpack, Ingenieursbureau Mill-Vision en Hoogland Gras- en Groenvoeders Marrum BV) een chemisch-thermisch raffinageproces om van eiwitarm natuur- en bermgras een waardevolle papiergrondstof te maken.

Een nieuw netwerk
Het ontwikkelen van een rendabel bioraffinageproces betekent dat je bestaande en nieuwe processen zo goed mogelijk moet koppelen. De verwerking van een groot gedeelte van het gras en het loof in de Noordelijke provincies kan op die manier, in de nabije toekomst, een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de groeiende vraag naar groene grondstoffen in een biobased economy. Met andere woorden, veeboeren en graslandbeheerders kunnen straks in een nieuw netwerk gaan opereren. Hetzelfde geldt voor de bietentelers.’

‘ Allemaal prima ontwikkelingen voor het Noorden. Geen grasspriet gaat meer verloren. Dat is ons doel. Begin 2013 moet er zicht zijn op de economische haalbaarheid van dit nieuwe bedrijfsmodel en dan moet duidelijk zijn hoe we die verschillende biomassastromen in het Noorden via bioraffinage en biovergisting het best kunnen verwerken en verwaarden.’

Met dank aan de NOM, ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland

(Visited 30 times, 1 visits today)

Plaats een reactie