Annita Westenbroek: bioraffinage is de spil van de biobased economy

Annita Westenbroek, directeur van het Dutch Biorefinery Cluster, een samenwerking tussen de primaire sector en de biobased verwerkende bedrijfstakken, meent dat er in Nederland meer dan voldoende biomassa is om de chemie geheel te laten overschakelen op groene grondstoffen. Maar niet ook de energiesector.

‘Nederlands hoogwaardige agrosector produceert veel waardevolle zijstromen die via bioraffinage interessante producten kunnen opleveren. Suikers voor chemicaliën, eiwitten voor menselijke en dierlijke voeding, en chemische bouwstenen voor groene materialen. Bij voorkeur niet voor omzetting in energie. Producten van bioraffinage zijn te waardevol om ze om te zetten in energie, zeker in Nederland. Hetzelfde geldt voor de vezels. Die zijn bruikbaar in de papier- en kartonindustrie.  De automobielindustrie gebruikt ze ook om kunststoffen te versterken. Daarom moet je ook vezels niet gebruiken om energie te produceren. Volgens mij is de Nederlandse landbouw zo hoogwaardig dat je de reststromen voor het grootste deel zou moeten gebruiken voor hoogwaardige  kennisintensieve producten.’

Waardepiramide
Annita Westenbroek (40) is het (onofficiële) aanspreekpunt voor bioraffinage in Nederland. Ze is niet in de chemie gaan werken toen ze afstudeerde als chemisch technoloog, maar heeft zich vanaf dat moment vooral bezig gehouden met bioraffinage overeenkomstig de waardepiramide. Eerst bij het Kenniscentrum Papier en Karton en nu als directeur van het Dutch Biorefinery Cluster (DBC). En als voorzitter van vele commissies en werkgroepen over dit onderwerp.
De waardepiramide laat zien welke componenten uit de biomassa de hoogste waarde op de markt hebben. Bovenin staan waardevolle stoffen in kleine hoeveelheden, zoals farmaceutische producten. Daaronder staan menselijke voedingsmiddelen en diervoeders, gevolgd door grondstoffen voor de chemie. Helemaal onderaan staan brandstoffen. Maar door het subsidiebeleid van Europese landen en de Europese brandstoffenrichtlijn staat de waardepiramide nu op zijn kop. Het beleid legt de nadruk op energie, wat economisch niet klopt.

In sommige gevallen is de technologie voor bioraffinage nog niet ver genoeg ontwikkeld om de juiste producten te kunnen maken; chemie en agro werken nog niet genoeg samen om elkaars behoeften en mogelijkheden te kennen. Maar de opzet is om steeds meer waarde van het land te halen. Ook uit afvalwater zijn steeds meer nuttige producten te halen die van belang zijn voor andere bedrijven en sectoren. Hierdoor krijgt afvalwater, net als de agrarische reststromen, steeds meer het karakter van een grondstof in plaats van een milieuprobleem.

Inkomen voor de boer
De papier- en kartonindustrie, met honderden jaren ervaring met groene grondstoffen, zag snel in dat hout schaars zou gaan worden. Vooral doordat de energiesector steeds meer hout ging gebruiken om haar CO2-footprint omlaag te brengen. De akkerbouw sloot zich aan bij de papier- en kartonindustrie om een oplossing te vinden voor het op termijn wegvallen van de Europese landbouwsubsidies. En tegelijkertijd de productiekringloop te sluiten, groener te produceren en voor de boer meer inkomen te genereren. De boer moet zowel de voedselvoorziening op peil houden als voldoende eigen inkomen verwerven. Land dat niet wordt bebouwd, levert niets op. Het idee van verwaarding van het afval uit landbouw en veeteelt kwam als geroepen. Net zoals meer dan honderd jaar geleden de boeren in Noord-Nederland hun tarwestro konden verkopen aan de strokartonfabrieken voor extra inkomsten. Een interessant actueel voorbeeld is de raffinage van gras om daar in eerste instantie vezels en eiwitten uit te halen, en later nog vele andere nuttige producten. En gras hebben we in Nederland genoeg.

Vruchtbaar overleg
Annita geeft aan dat bioraffinagebedrijven heel hard werken om de nieuwe productieketens van de grond te krijgen. Het Dutch Biorefinery Cluster vormt daarvan het kloppend hart, officieel sinds 2008, maar in werkelijkheid al een paar jaar langer. Met deelnemers als Cosun (suiker) en AVEBE (aardappelzetmeel), bedrijfstakorganisaties als de Papier- en Kartonindustrie en  de productschappen Akkerbouw en Tuinbouw verenigt het DBC driekwart van de Nederlandse biomassaproductie. Als straks de bosbouw ook meedoen dan valt bijna alle Nederlandse biomassa in het aandachtsveld van een van de DBC-leden. Dat maakt vruchtbaar overleg mogelijk over de juiste benutting van agrarisch afval, de ontwikkeling van de juiste technologie en de samenwerking tussen de verschillende partijen. De terugwinning van mineralen is een belangrijk punt van overleg – mineralenrecycling is een belangrijke reden voor de akkerbouwers om deel te nemen in het DBC.

Elkaars taal spreken
De banden tussen het DBC en de chemische industrie zijn aangehaald. ‘Er kwam pas langzaam schot in het overleg,’zegt Annita. ‘Chemische en biomassa-verwerkende bedrijven spraken elkaars taal niet en ze wisten ook van elkaar niet welke technische processen ze gebruikten om bepaalde afvalstromen te ontsluiten. Processen en afvalstromen die weer van nut kunnen zijn voor andere bedrijven. De verschillende sectoren maken ook verschillende keuzes bij het verwaarden van biomassa. Zo willen energiebedrijven snelgroeiende energiegewassen aanplanten en verwerken. Ze krijgen ook nog subsidie voor, en beschikken daardoor over heel veel geld om hun plannen te verwezenlijken. Dat is een moeilijk punt in het overleg, omdat daardoor geen waardevolle chemicaliën en materialen uit dezelfde grondstof kunnen worden gemaakt.’
De chemie krijgt nog geen subsidie voor haar inspanningen op het gebied van de biobased economy, en er is op dit moment dus geen sprake van een ‘level playing field’. Toch denkt Annita Westenbroek dat de benutting van reststromen en het overleg hierover uiteindelijk zoveel technische en economische voordelen voor alle deelnemers zal opleveren, dat de verwerking van Nederlandse biomassa een gezamenlijk succes zal worden. Hoewel het nog wel enige tijd zal duren voordat Nederland helemaal bio is, alle grondstoffen optimaal benut zullen worden en de Nederlandse bioraffinage een goed functionerend geheel zal zijn.

(Visited 7 times, 1 visits today)

Plaats een reactie