Cargill heeft begin juli de eerste duurzaam geproduceerde raapzaadolie geleverd aan Unilever. De zending dekt ongeveer 5% van alle raapzaadolie die Unilever in een jaar nodig heeft. Binnen 3 jaar is Cargill in staat om volledig in de Europese vraag van Unilever naar duurzaam geproduceerde raapzaadolie te voorzien. Unilever verwerkt de olie onder andere in margarines en mayonaise.
Deze levering staat in het kader van een Unilever-beleid om in 2020 alleen nog gebruik te maken van duurzame agrarische grondstoffen: van 10% in 2010, via 20% in 2012 en 50% in 2015, tot 100%. Unilever zegt tot nu toe de doelen hebben gehaald die het bedrijf zichzelf heeft gesteld. In sectoren met erkende duurzaamheidscriteria zoals palmolie (RSPO) en hout (FSC), hanteert Unilever deze criteria; voor andere gewassen (zoals raapzaad) heeft het bedrijf eigen criteria geformuleerd, waarbij duurzaamheid aan 11 punten wordt gemeten: bodemkwaliteit, erosie, verlies van voedingsstoffen, gebruik van pesticiden, energie en water, biodiversiteit, opbrengst en kwaliteit van de oogst, sociaal kapitaal, lokale economie, en dierenwelzijn. Unilever erkent dat 100% duurzaamheid niet haalbaar is, maar vraagt wel voortdurende verbetering van zijn leveranciers, en erkent ook alleen certificering waarin deze voortdurende verbetering is opgenomen.
Unilever concentreert zich eerst op zijn top tien agrarische grondstoffen, die in totaal ongeveer tweederde van het volume beslaan: palmolie, papier en karton, soja, suiker, thee, groenten en fruit, zonnebloemolie, raapzaadolie, melkproducten, en cacao. Met deze levering van duurzame raapzaadolie door Cargill, waaraan beide bedrijven vanaf 2008 hebben gewerkt, is nu ook voor dit product de weg naar verduurzaming ingeslagen.