De Europese Commissie komt mogelijk terug op haar bijmengverplichting en wil die verlagen van 10 naar 5%. De ethanolindustrie is woedend en beticht de Commissie van een ’onverantwoordelijke ommekeer in het biobrandstoffen-beleid’. Kan dit gevolgen hebben voor de groene chemie?
Wat is er gewoner dan alcohol in ons dagelijkse leven? We drinken het (teveel), gooien het in de tank van onze auto (nog te weinig) en maken er (nog lang niet genoeg) biochemische bouwstenen van. Het zal dan toch wel duidelijk zijn hoe we met zo’n product moeten omgaan in de samenleving? Niet waar. Alcohol blijkt een zeer controversieel punt in Europa. In biobased kringen zien we alcohol uit plantenafval als de eerste grote aanzet tot een groene kringloopeconomie voor chemische producten en materialen, en als het belangrijkste product voor bijmenging bij benzine, in steeds grotere hoeveelheden. Maar de Commissie worstelt er mee, wil het gebruik in auto’s beperken en er allerlei ingewikkelde berekeningen op loslaten. En de alcoholproducenten, pardon de Europese duurzame ethanolindustrie, verzameld in hun brancheorganisatie ePURE, reageren als door een wesp gestoken.
Een onverantwoordelijke ommekeer
Wat is het geval? Onder druk van NGO activisten met het ‘irreële’ ILUC-argument, zegt ePURE, draait de Commissie haar plannen voor een mogelijke 10% bijmenging van ethanol in benzine terug naar 5%, slechts drie jaar nadat de plannen unaniem door Europees Parlement en Lidstaten zijn aangenomen om de uitstoot van broeikasgassen door de transportsector terug te dringen, energieonafhankelijkheid te bevorderen en duurzame ontwikkelingen en arbeidsplaatsen te stimuleren. En dat terwijl de betrokken bedrijfstak haar uiterste best heeft gedaan om aan de meest stringente duurzaamheidsbepalingen ter wereld die dit brandstoffenbeleid met zich meebracht, te voldoen.
De bedrijfstak claimt dat ze € 9 miljard heeft geïnvesteerd in ethanolfabrieken en dat ze zo’n 100 000 banen heeft gecreëerd, meest op het platteland, en dat de nieuwe maatregelen van de Commissie de dood van de biobrandstoffenindustrie tot gevolg kunnen hebben. Afgezien daarvan gebruiken veel inwoners van sommige lidstaten al aanzienlijk meer dan 5% ethanol in hun benzine. Volgens ePURE zal de ethanolproductie voor brandstof met deze maatregel min of meer de nek worden omgedraaid, waarmee mogelijk ook de ethanolproductie als chemisch uitgangsproduct in het spoor van de biobrandstoffen in gevaar zou kunnen komen. Einde biobased economy, voordat ze goed en wel op gang is gekomen? ‘Zou zomaar kunnen gebeuren,’ zegt Rob Vierhout, secretaris-generaal van ePURE in Brussel tijdens een ethanolcongres van de bedrijfstak waar deze onprettige verrassing plotseling uit de burelen van de Commissie te voorschijn kwam. ‘En het gehannes met dubbel- en meertellingen, maakt het allemaal nog veel onduidelijker. Nog afgezien van de broeikasdoelstellingen die alleen maar via krom cijferwerk haalbaar zullen zijn.’ Aldus Rob Vierhout. En geen extra inkomen voor de boeren, die hun landbouwafval goed zouden kunnen verkopen aan de bioraffinaderijen.
Geen verstoring van voedselmarkten
Volgens een factsheet van ePURE is de hoeveelheid ethanol die de bedrijfstak jaarlijks uit voedsel- en voedergewassen stookt zo klein dat van enige invloed op voedselprijzen geen sprake kan zijn, namelijk slechts 1% van de totale graanproductie (mais en tarwe). Iets dat de Commissie in mei 2008 zelf nog beaamde. Niks Food-Fuel discussie dus. ‘Bovendien gebruiken wij slechts het zetmeel – ongeveer éénderde van de graanproductie – voor de alcoholproductie en blijft er eiwitrijk veevoer over, naast water en verrijkt kooldioxide. In de hele wereld wordt trouwens maar 3% van alle graanproductie ingezet voor ethanolproductie. De invloed van biofuels op de voedselprijzen is dus minimaal.’ Het is, volgens ePURE, ook niet zo dat het laten groeien van granen voor biofuels – en dus ook niet van tweede generatie brandstoffen – steeds meer land zou opeisen (het ILUC-argument). En verder hebben ze nog veel andere argumenten; we moeten als wereldbevolking veel minder vlees eten, en we gooien helft van ons voedsel weg. Daar is dus nog veel te winnen.
Een laatste argument is dat Europa weer hopeloos achterop zal raken ten opzichte van Amerika (waar grootschalig GMO-maïs werd gebruikt voor diervoeding en voor biobrandstof en waar men nu weer moeiteloos op tweede generatie biobrandstoffen gaat overschakelen), en op China waar niemand last heeft van dit soort argumentatie. Kortom, volgens Rob Vierhout, laat de EU Commissie veel te veel haar oren hangen naar de NGO’s die de ene keer het ene beweren en een paar jaar later precies het tegenovergestelde. Het zou de nog jonge biobased economy in de kiem kunnen smoren want zonder voldoende ethanol zal die niet van de grond komen. Zegt ePURE. Paniek? Jazeker. Zou het zo kunnen gaan? Jazeker.