Ook zo moe van al die lijsttrekkers die in verhullende termen het ene debat na het andere uitvechten op radio en televisie en zelfs bij de redactie van een vrouwenblad? Ik ook, en toen ik in mijn krant las over een groen verkiezingsdebat dat ze gingen organiseren in een zaaltje in Amsterdam, niet op tv en niet met de lijsttrekkers, maar met hun (milieu)deskundigen dacht ik gelijk, ‘ja als ik toch iets wil meemaken van de verkiezingen dan dat.’
Helemaal zonder de rest van de wereld ging het, dank zij de sociale media, natuurlijk niet; opzij van het podium zat een twittergroepje dat nauwkeurig in de gaten hield of wij wel ’trendy topic’ zouden worden en hoe lang eventuele volgers online bij ons zouden blijven. Nu dat lukte aardig. Tegelijkertijd met onze bijeenkomst was er een groot lijsttrekkersdebat in de grootste zaal van Amsterdam (Carré), maar wij wonnen het dik wat de belangstelling van de buitenwereld, betrof. Dat leek me ook wel logisch, die lijsttrekkers hebben we al zo vaak gehoord, iets nieuws komt er niet uit en hier zaten behoorlijk deskundige mensen van de verschillende partijen te debatteren over duurzaamheid, een onderwerp dat ook mij – en duidelijk ook bij de rest van de zaal – na aan het hart ligt.
Echte prijzen doorberekenen
Als je partijdeskundigen aan het woord laat dan loop je natuurlijk de kans dat ze op kleinigheden hun punt willen maken en dat was ook precies wat ze deden. Soms was het alleen voor de andere deskundigen in de zaal te volgen, hoewel af en toe ook de grote lijn er wel doorheen brak en er toch ook zo nu en dan een frisse wind opstak. Zoals bijvoorbeeld toen Lynn Zeebeda van de nog op te richten stichting True Price Foundation & Dr. Monk een pleidooi hield om nu eindelijk eens de echte prijzen, dus inclusief milieukosten, door te berekenen. Het Duitse bedrijf Puma heeft dat gedaan in haar jaarverslag en de werkelijke resultaten bleken heel veel (ca. € 150 miljoen) lager.
Drie onderwerpen hadden de organisatoren, NRC en De Groene Zaak, uitgezocht voor deze avond: energie, grondstoffen en financiën. Hoe de discussies ook liepen, voor mij was de conclusie steeds weer dezelfde: Nederland wil wel, de bedrijven lopen voorop in duurzame ontwikkeling en de burgers willen ook, alleen die overheid, die is niet vooruit te branden. Wat dan? Tja, daar waren de discussianten het meestal niet over eens, maar duidelijk werd wel, dat die overheid volgens vrijwel alle aanwezigen het er lelijk bij laat zitten wat het op gang brengen van de duurzaamheid betreft: een te traag vergunningenbeleid, het niet optreden als launching customer, het leggen van onjuiste belastingaccenten enzovoort. Men zag veel in het belasten van grondstoffen in plaats van eindproducten. Vooral het departement EL&I moest het ontgelden, maar ja, die minister had ook de Economie, de Landbouw en de Innovatie en ook nog de natuur naar zich toegetrokken dus je mocht ook wel iets van hem verwachten. Nee dus. Het topsectorenbeleid werd nauwelijks genoemd bij de duurzaamheidsdiscussies. Vrijwel niemand verwachtte dat wij in Nederland onze duurzaamheidsdoelstellingen voor 2020 in dat jaar zouden halen.
Zelfs het overheidsaankoopbeleid, toch 70 miljard per jaar (180 zei iemand anders) kan niet duurzaam worden genoemd, maar is eerder gebaseerd op het verkrijgen van de laagste prijs terwijl de kosten van de levensduur niet worden meegenomen. En hoewel men ook van mening was dat duurzaam beleid zeker ook betaalbaar beleid moet zijn, waren de deelnemers toch van mening dat duurzaamheid hoe dan ook de basis van het beleid zou moeten zijn en dat dit vandaag zeker (nog) niet het geval is. Treffend voorbeeld was de opmerking van de twitterredactie dat er na een uur debatteren bij de lijsttrekkers in Carré nog niet eenmaal het woord duurzaamheid was gevallen. Zo is de politieke top van Nederland los gezongen van haar burgers. En van de toekomst die wij met z’n allen willen.