Moet je iemand die al helemaal bepluimd is en bestoken met veren op alle mogelijke plaatsen nog eens extra uitluiden op deze site? Zoveel lof werd Rein Willems, vroeger Shell Nederland, voorzitter van de Regiegroep Chemie en op 9 oktober vertrekkend boegbeeld van de Topsector Chemie, toegezwaaid door vertegenwoordigers van de overheid, maar ook van wetenschap en bedrijfsleven (die geld uit de programma’s verwachten) dat het wel leek alsof hij helemaal op zijn eentje de chemie in Nederland naar meer innovatie heeft geleid. Dus op deze plek hoeft dat eigenlijk niet meer, vrijwel iedereen die wat voorstelt in het wereldje was aanwezig en weet er dus van, ware het niet dat Rein nog een paar behartenswaardige opmerkingen maakte over ‘de stand van het land’.
Zorgen
Zo meldde Rein dat hij echt nog wel zorgen heeft over de ‘borging’ van de TKI’s (wat dit zijn en hoe de nieuwe innovatiestrukturen van de topsectoren in de toekomst moeten gaan werken, staat in een ander artikel over de bijeenkomst op 9 oktober). Dat zal een stuk steviger moeten, zeker omdat hij verwacht dat de overheid de komende tien jaar minder geld voor innovatie ter beschikking zal hebben (of stellen). Het bedrijfsleven zal het voor een groot gedeelte zelf moeten doen. Dat is voor veel mensen allang geen nieuws meer, maar voor diegenen die vaak hebben gehoord dat Nederland bovenin allerlei belangrijke lijstjes moet blijven staan en zelfs omhoog moet klimmen, is dat toch even een gevoel van, hoezo, wel eisen stellen, maar zelf niet mee willen doen?
Daarnaast meldde Rein dat de innovatieslag zeker nog niet is gemaakt. En dat zal niet meevallen: ‘de wereld buiten Nederland is aanzienlijk harder dan bij ons. Dat geldt zowel voor het bedrijfsleven als voor de wetenschap. Dus we zullen er nog heel hard aan moeten trekken.’ Ondanks het feit dat op alle vergelijkende lijstjes Nederland vijfde scoort op de ladder van de meest competitieve landen, tiende op de lijst van publiek-private samenwerkingen (pps) en veertiende op de lijst van private R&D in de wereld. Kennelijk hebben we het gevoel dat we statistisch nog wel goed zitten, maar dat deze comfortabele positie niet zal beklijven. Rein zei het niet zo, maar de concurrentie ligt duidelijk overal op de loer.