Klimaatverandering gaat de maatschappij ontwrichten, zegt Paul Gilding, dat is zeker. We kunnen het onheil niet meer afwenden, want mensen doen ein hun domheid veel te weinig aan de verstoring van het klimaat. Totdat het te laat is en het onheil over ons komt. Maar dan zul je eens wat zien! Dan komt de veerkracht van mensen naar boven. En alles wat voordien onbespreekbaar was (zoals ophouden met kolen, olie en aardgas), wordt dan ineens mogelijk.
De onmogelijkheid van eeuwige groei
Paul Gilding, vermaard consultant en milieukundige, sprak op een lunchlezing in Den Haag samen met Gavin Neath, Vice President Sustainability bij Unilever. Het is heel eenvoudig, zei hij, om in te zien dat er iets moet gebeuren. Het principe van eeuwige groei is in strijd met de wetten van de natuur. Wij doen alsof de markt ‘de code van de menselijke vooruitgang heeft gekraakt’, maar we gaan geen Europese levensstandaard op aarde vestigen voor 9 miljard mensen. Dat betekent een 15x zo grote productie als nu. Dat gaat gewoon niet gebeuren.
Het is bovendien voor het menselijk geluk zinloos om steeds verdere groei na te streven. De stap van armoede naar het eind van gebrek is groot, daarna worden mensen niet gelukkiger van méér inkomen – als ze heel veel hebben worden ze er zelfs weer ongelukkiger door.
Russisch roulette
Desondanks koersen we met volle snelheid af op rampen. Stel dat we – met IPCC-kennis in de hand – de kans op rampzalige klimaatverandering willen beperken tot 20%, dat is al Russisch roulette. Dan zullen we ons volledige kooldioxide-budget in 12 à 14 jaar gaan opmaken. Om dit te keren zouden we in 20 jaar volledig moeten stoppen met gebruik van fossiele brandstoffen. Dat zal dus niet gebeuren.
Hier krijgen we te maken met een universele menselijke wet. Mensen reageren niet op naderend onheil. Ze blijven het ontkennen – totdat het te laat is, en zelfs nog daarna. Maar nu het goede nieuws: als de crisis er eenmaal is, reageren mensen met onvoorstelbare veerkracht en maken ze keuzes die voorheen onbespreekbaar waren.
Ambitieuze doelstellingen
Gavin Neath, daarna sprekend, gaf prachtige voorbeelden van wat bedrijven aan duurzaamheid kunnen doen. Vanuit nederigheid, dat wel, want niet bedrijven maar maatschappelijke organisaties hebben aan de bel getrokken; en vanuit het besef dat geen enkel bedrijf nog genoeg doet. Unilever maakt bewust gebruik van het plezier dat ingenieurs hebben van duidelijke en ambitieuze doelstellingen: breng het watergebruik terug met de helft; en daarna nog een keer.
Samenwerking is essentieel. Op eigen kracht haalde Unilever alle broeikasgassen weg uit zijn koelinstallaties. Om dat in de VS voor elkaar te krijgen moesten ze een brede coalitie vormen, met o.a. Greenpeace, Coca-Cola en Heineken.
Het pad effenen
Ontbossing, nog zo’n hardnekkig probleem. Het is volgens berekeningen verantwoordelijk voor meer uitstoot van broeikasgassen dan het verkeer. Een nog bredere coalitie, 5% van de wereldeconomie vertegenwoordigend, heeft de regering van de VS meegekregen in een plan dat in de keten moet verzekeren dat voor palmolie en soja niet één boom meer zal worden geveld.
Hans Eenhoorn, zelf destijds betrokken bij de duurzaamheidsstrategie van Unilever en nu bij True Pricing (zie onze column daarover), vroeg aan Paul Gilding of dit soort acties van het bedrijfsleven niet meer is dan ‘tegen de wind in pissen’, in het licht van wat eigenlijk nodig is. Neen, zei Paul, als de mensheid eindelijk bij zinnen komt, hebben zulke initiatieven het pad geëffend waarop we verder kunnen gaan.