Zeker honderd projecten zijn er aangemeld voor de tweede publieksdag van de stadslandbouw in Nederland. ‘De ‘bedrijfstak’ groeit zo snel dat het er volgend jaar zeker twee- tot driemaal zoveel zullen zijn,’ is de mening van de organisatie van de Stadslandbouwdag Rotterdam. Financiering is vaak nog onzeker. Enthousiasme bij ondernemers en consumenten: gigantisch. Weinig voedseltransportkilometers tussen bron en consument, daar gaat het om. En vers natuurlijk. En eigen redzaamheid. En een groenere wereld. Enzovoort.
Inspiratie
Een Nederlands gezegde luidt: ‘Wat je ver haalt is lekker.’ Hier is slogan omgekeerd: ‘Wat je van dichtbij haalt is lekker.’ Alexandra van Huffelen, D66 wethouder duurzaamheid in Rotterdam noemt bij de opening stadslandbouw een grote bron van inspiratie, en zegt dat ook stedelingen willen weten waar hun eten vandaan komt. ‘Alles binnen een straal van 40 kilometer rond de Coolsingel, het hart van Rotterdam.’ Een bont gezelschap vult de zalen. Van praktische oprichters van eenmansbedrijven tot visionaire denkers die een nieuwe groene, kleinschalige wereldorde in de verte zien gloren. Van project-ontwikkelaars en architecten die de vele leegstaande kantoren in de stad een nieuwe bestemming met een maatschappelijk tintje willen geven – zoals het grootste stadslandbouwproject in Europa op het dak van een Amsterdams kantoorgebouw aan de Zuidas van 0,3 hectare – tot boeren net buiten de stad die nieuwe mogelijkheden zien om verse producten voor een eigen restaurant of een nieuwe markt te verbouwen. De oude volkstuin herleeft, maar in een nieuwe vorm. En kleine niche-ondernemers grijpen hun kans.
Koffiedik
Mark van Lange teelt oesterzwammen op koffiedik van een groene restaurantketen – ‘Koffiedik is een van beste en grootste reststromen ter wereld’ – en John Apesos maakt in 24 dagen sla onder LED-licht in de Amsterdamse Jordaan in een experimentele huiskameropstelling. Maar het is niet alleen pure tuinbouw, er zitten veel maatschappelijke extra’s aan, of moeten erbij zitten. Zo zei een van de stadstuinbouwers – het is toch meer tuinbouw dan landbouw – dat de helft van hun klanten uit allochtone mensen bestaat, iets dat niet zo verwonderlijk is omdat velen van hen van het platteland komen.
Er is wel een mooi voorbeeld waaruit blijkt dat stadslandbouw al in de hoofden van mensen zit: Michael Ableman, een inspirerende stadslandbouwer van het eerste uur, ooit begonnen aan de misdadige kant van de Californische stad Watts en tegenwoordig een grote biologische boer van ‘Solefood’ in Vancouver, stelde indertijd al voor om op de monumentale plek ‘Grond Zero’ in New York een stadsgroentetuin te vestigen. Inderdaad als monument voor een nieuwe wereld. ‘Uiteindelijk kwam er iets van zwart marmer,’ zegt hij, maar het idee en het maatschappelijke gewicht van de stadslandbouw is daarmee wel neergezet. Toen al.
Hobbyboeren
Interessant is de filosofie van de zelfredzaamheid en zoveel mogelijk autarkie voor de individuele burger, omdat die naadloos aansluit bij de gedachte van de energiehobbyboeren, zoals die is geformuleerd door Huub de Groot, hoogleraar en onderzoeker op het gebied van kunstmatige fotosynthese in Leiden. Huub is een groot voorstander van zoveel mogelijk productie voor eigen behoefte. Energie en warmte uit zonlicht, en gekoppeld daaraan directe productie van energiegrondstoffen als methanol en waterstof. Die benadering is moeiteloos te koppelen aan eigen voedselproductie in de tuin, op het balkon, op het dak (als dat al niet vol staat met zonnepanelen) of aan de gevel. High-Tech allemaal en met hoog rendement, want Huub is een wetenschapper.
Subsidie
In Rotterdam blijkt dat stadslandbouw ook inderdaad twee kanten heeft: high-tech en romantisch ’terug naar de natuur in de stad’, en tegelijk ook nog opvoedend en gezellig is. Het klinkt allemaal heel aantrekkelijk en het is dus niet verwonderlijk dat zoveel, en zoveel verschillende mensen, zich achter het idee opstellen. Maar voorlopig bestaat de stadslandbouw nog niet zonder subsidie, crowdfunding, bijdragen van organisaties voor goede doelen en van bijkomende activiteiten als restaurants en een speeltuin voor kinderen. Banken aarzelen nog, stellen rendementseisen en vragen om duidelijke businessplannen, maar voelen wel dat hier een maatschappelijke beweging op gang komt waar ze straks deel van uit moeten maken. Veel aanwezigen praten over eigen bedrijven. De eigenaar van een leegstaand kantoor zal voorlopig zijn ruimtes voor een ‘prikkie’ ter beschikking moeten stellen om er stadslandbouw te laten bedrijven door idealistische organisaties. Een illegale wietplantage lijkt voorlopig heel wat lucratiever (die grap is natuurlijk ook al duizend keer gemaakt). Maar de stadslandbouw komt er vast en zeker, gezien het enthousiasme en het doorzettingsvermogen van de deel- en ondernemers en het feit dat allerlei lopende initiatieven zich haasten om zich onder deze paraplu te scharen. En de opmars van kleinschaligheid en een groenere wereld geven ook de stadslandbouw de nodige rugwind. Stadsparken worden omgebouwd tot vruchtdragende gebieden en kippen komen de stad binnen. De Rotterdamse stadslandbouwdag haalde in ieder geval al deze stadsboeren, planners en andere enthousiastelingen bij elkaar in een sfeer van: er gaat van alles gebeuren. ‘Man, it gave me a hell of a lot of energy,’ zegt John Apesos.