Een druppel op een gloeiende plaat. Zo kun je hoeveelheid geld wel noemen die, binnen het Topsectorenbeleid, voor de ‘innovatiemotor’ van de Nederlandse economie, het Midden- en Klein Bedrijf beschikbaar is voor innovatie. Twee miljoen euro per Topsector. Gezamenlijk hebben de drie topsectoren waar het hier om gaat: chemie en energie en samen onderling nog de biobased economy, zes miljoen euro voor veertig themalijnen. Omgerekend nog geen volledig project per themalijn. De overheid wil innovatie op een koopje. Een fooi.
Wat mij altijd verbaast is de opgewektheid en de vanzelfsprekendheid waarmee die overheid haar volstrekt minimalistische beleid presenteert. Dat was al zo met de aankondiging van het topsectorenbeleid met al die boegbeelden – die zich voor die kar hadden laten spannen – op het podium. Prachtig bedacht, vraaggestuurd innovatief onderzoek dat Nederland weer vooraan in de rij van kennislanden zou brengen, maar de bedrijven moesten het wel voor verreweg het grootste deel zelf financieren. Weet u het nog? Aardgasgeld voor innovatief onderzoek werd bestemd voor delging van de staatsschuld en het geheel gebracht als een nieuwe en verfrissende aanpak.
Onbeschrijflijk
En nu weer dus. Onder de naam MIT: ‘MKB Innovatiestimuleringsregeling binnen het Topsectorbeleid’ kregen kleine ondernemers een middag lang te horen wat de overheid allemaal voor hen in petto had als ze wilden investeren in innovatie. Nu, dat viel niet mee. De naam is al langer dan de hoeveelheid beschikbaar geld. Gepresenteerd met een flair alsof wij, de aanwezige MKB-ers in de zaal, er nog blij mee moesten zijn ook. En de papierwinkel waarmee het geheel gepaard gaat. Onbeschrijflijk. Too little, too late.
Ga maar na. Alleen al voor biobased en polymere materialen is voor € 240 miljoen aan projecten ingediend, waarvan alleen al voor € 160 miljoen door het MKB. En volgens aanwezige beleidsmakers geldt deze belangstelling, net als bij biobased, ook voor andere topsectoren. Als je die toegezegde 3 x € 2 miljoen moet delen met die andere 17 gebieden (TKI’s) binnen chemie-biobased-energie en verdelen over de verschillende beleidsonderdelen van het programma – als het kopen van kennisvouchers, doen van haalbaarheidsonderzoek, R&D samenwerkingsprojecten, de inhuur van hooggekwalificeerd personeel enz. – dan blijft er per onderdeel toch niet meer over dan die bovengenoemde fooi. Er waren beleidsmakers die deze treurige gang van zaken afdeden met de opmerking: ‘Het is toch geld en er zijn nog andere potjes waaruit ze kunnen putten.’ Het leek mij eerder een affront naar die MKB-ondernemers die de moeite hadden genomen om naar Utrecht te komen.
Vraaggestuurd onderzoek? Nee!
Er is meer dan alleen een financiële kluit waarmee je het topsectormoeras wordt ingestuurd. Het hele innovatiebeleid via de topsectoren vertoont een bedenkelijke structuur die steeds duidelijker begint te worden. Dachten we eerst: het is een kwestie van mooie praatjes en geen geld, nu blijkt dat de overheid (EZ) het hele innovatiebeleid in haar greep wil krijgen. Terwijl het allemaal steeds werd gebracht als vraaggestuurd onderzoek met het bedrijfsleven in ’the driver’s seat’, blijkt nu dat die overheid het innovatie onderzoek voor haar gemak – een andere reden kan ik er niet voor bedenken – wil onderbrengen bij NWO (voor het fundamentelere deel), en bij TNO (voor het ontwikkelingsdeel). We hadden het er al eerder over op deze plaats. Weinig mensen hadden er toen al de lucht van opgesnoven, maar het schijnt toch waar te zijn. Daar heeft het bedrijfsleven natuurlijk helemaal geen zin in. NWO heeft tijdens de voorbereidingen steeds dwars gelegen en staat mijlenver van de industrie, en wat de meeste bedrijven van TNO denken is bekend: ‘Vaak mooi en diepgravend onderzoek, maar niet iets voor ons.’ En als hier bedrijfsleven staat dan geldt dat al helemaal voor het MKB. Dus, Nederland Kennisland? Vergeet het maar. Of, Nederland een land waar de innovatie vanaf spat? No way. Kijk, innovatie laat zich toch niet tegenhouden. Zelfs niet door verkeerd beleid, maar het had allemaal zoveel beter kunnen zijn. In de biobased economy weten we dat iedereen staat te trappelen om te innoveren – kijk naar het bedrag van al die ingediende projecten dat ik in het begin van dit stuk noemde – maar op zo’n manier is de overheidsparticipatie eerder een lachertje.