Zeewier is een aantrekkelijke en nog weinig verkende bron van voedsel, diervoer en chemicaliën. Zeewierteelt beslaat geen land en concurreert dus niet met andere vormen van voedselproductie. Er is geen transport van producten over land nodig. Zeewier bevat heel weinig lignocellulose (de plant hoeft zich niet rechtop te houden), en heeft daardoor een hoge concentratie aan ‘inhoudsstoffen’, vooral polysachariden (tot 50%) en eiwitten (10-15% winbaar).
Zeewier als aanvulling op het dieet
In Oost-Azië wordt zeewier veel gegeten. Nori (het rode zeewier Porphyra) geldt als een delicatesse, de omzet zou meer dan € 1 miljard bedragen. Ook de bruine zeewiersoorten Wakame en Kombu zijn zeer in trek. De teelt is kleinschalig; wieren groeien aan lijnen en worden geoogst met kleine boten, ambachtelijk en low-tech. In potentie zouden wieren ook in de Westerse wereld een uitstekende aanvulling zijn op het dieet, maar consumptie vindt vooral plaats in de vorm van voedingsmiddelenadditieven. Zeewierproducten komen ook veel terecht in cosmetica. Industrieel worden ze weinig gebruikt, in de literatuur worden toepassingen genoemd in verf, lijm en papier.
Uit de wieren wint men inhoudsstoffen: vooral alginaten, agar en carrageen, allemaal polysachariden. Alginaat wordt bijvoorbeeld veel gebruikt in de tandheelkunde voor het maken van een afdruk van het gebit. Agar wordt gebruikt als (vegetarische) gelatine. Het is onvervangbaar als voedingsbodem voor bacterie- en schimmelkweken. Carrageen (E-nummer 407 of 407A) wordt toegepast in zeer veel voedingsmiddelen als verdikkingsmiddel en stabilisator, bijvoorbeeld in chocolademelk.
Combinatie met visteelt
In de EU lopen FP7 projecten met wieren ten bedrage van ca. € 2 miljoen per jaar als onderdeel van de programma’s At-Sea en Mermaid. Deze leveren producten met een waarde van € 1000 à 3000 per ton. Bijvoorbeeld eiwit, alginaat, mannitol en voedingsmiddelenadditieven als fucoidan (een zwavelhoudend polysacharide met anticarcinogene eigenschappen) en fucoxanthine, dat vetverbranding bevordert. Maar de markt voor deze laatste producten is beperkt.
Teelt van zeewier kan heel goed worden gecombineerd met visteelt. Vissen scheiden voedingsstoffen uit, vooral stikstof, die door zeewier worden opgenomen. Deze teeltmethode staat internationaal bekend onder de afkorting IMTA: Integrated Multi-Trophic Aquaculture. Over de hele wereld worden open zee IMTA-systemen gebruikt of ontwikkeld, zoals in China, Canada, Chili, Noorwegen en Ierland. Deze open systemen worden sterk bepaald door lokale omstandigheden als watertemperatuur en inheemse wiersoorten. Zeewieren laten sporen los met de stroom of delen zich ongeslachtelijk, dus om ecologische problemen te voorkomen moet men altijd werken met inheemse soorten. Idealiter ontstaat een systeem in ecologisch evenwicht, met slechts kleine externe effecten, dat gevoed kan worden met overschotten en nevenproducten van de landbouw en de voedingsmiddelenindustrie, of met afvalwater. Ook schaaldieren maken vaak deel uit van zo’n systeem, doordat ze (anders dan wieren) de organische afvalstoffen van vissen kunnen opnemen. En in het ideale geval kunnen alle onderdelen van het systeem worden ‘geoogst’ en verkocht.
Synergie
De synergie zit ook in gemeenschappelijk gebruik van voorzieningen. Visteelt vereist veel arbeid, en deze kan over meerdere teelten worden verdeeld als ze op hetzelfde terrein plaats vinden. Voor commerciële teelt van zeewier is helder water nodig en dat betekent op de Noordzee (anders dan bijvoorbeeld in de Noorse fjorden) ver uit de kust. Dat is weer alleen rendabel te maken wanneer de initiatiefnemers een hotel op zee bouwen.
Je zou denken: dat kan dan ook goed worden gecombineerd met windparken op zee. Maar exploitanten van windparken zijn vaak niet enthousiast over een combinatie met teelt van wieren. Er liggen bijvoorbeeld in een windpark veel kabels, die ontzien moeten worden. En rond de turbines moeten toch flinke oppervlakken worden vrij gehouden voor onderhoud.
Food, feed en functionals
In de wereld van zeewier wordt nog weinig gedacht over verbreding van de afzet naar de industrie, dus productie niet alleen van food en feed, maar ook van chemicaliën (functionals). Wageningen UR heeft de laatste jaren een project gedaan gericht op bioraffinage van zeewier. Het enige Nederlandse bedrijf (Hortimare BV) actief met zeewierteelt richt zich op de vermeerdering en veredeling van zeewier en de ontwikkeling van zeewaardige teeltsystemen. De eerste selecties met hogere opbrengsten en gehalten aan eiwitten kunnen binnen enkele jaren verwacht worden.
Maar industrieel nieuws komt alleen uit China. In oktober 2012 maakte de Xunshan Groep, ’s werelds grootste teler van bruin zeewier, bekend dat zij zeewier willen gaan bewerken tot biochemicaliën, biobrandstoffen en andere hoogwaardige producten, in een samenwerking met Bio Architecture Lab, een Amerikaans biotechnologisch bedrijf. ‘Met deze overeenkomst koppelen wij onze technologie met de wereldwijde marktkennis van de Xunshan Groep,’ zei Daniel Trunfio, CEO van Bio Architecture Lab. Hij verwacht dat met hun technologie de wereldwijde zeewiermarkt kan groeien van $ 5 miljard naar $ 250 miljard.
Bronnen:
Interview met Jip Lenstra (Ecorys), 28-3-2013
http://en.wikipedia.org/wiki/Integrated_Multi-trophic_Aquaculture
http://www.seaweed.ie/index.php
http://www.botany.uwc.ac.za/envfacts/seaweeds/index.htm
http://www.chinadaily.com.cn/business/2012-10/29/content_15855012.htm