Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam hebben een nieuwe stap gezet in de ontwikkeling van glycix, de enige harde plastic die zowel biologisch als biologisch afbreekbaar is. Alle harde plastic voorwerpen binnenshuis kunnen uit deze kunststof worden gemaakt: behuizingen van computers en telefoons, isolatieschuim, schalen, tafels, lampen…. Dit is een grote stap voorwaarts in het bestrijden van de groeiende berg plastic afval en de plastic soep in de oceanen. Maar kijk uit in de buitenlucht: de plastic lost na verloop van tijd op in water….
Eens in je leven
Onderzoekers Gadi Rothenberg en Albert Alberts ontdekten glycix bij toeval, zo vertellen zij steeds. Ze waren op zoek naar een biobrandstof en ontwikkelden een bioplastic. ‘Iets wat je maar eens in je leven overkomt.’ Nu hebben ze een nieuwe stap gezet in de ontwikkeling van glycix. Al eerder verschenen er berichten over, maar deze waren altijd omgeven met een waas van geheimzinnigheid omdat er aanvragen voor patenten liepen. Nu hebben de onderzoekers bekend gemaakt dat de basisingrediënten van hun kunststof glycerol en citroenzuur zijn, twee ruim voorradige stoffen die uit groene grondstoffen kunnen worden gewonnen. Het gaat dus om een polyester. Verdere details zijn er nog altijd niet, diverse patentaanvragen lopen nog. Het persmoment van vorige week was de aanbieding van een tafel van glycix aan het bestuur van de Universiteit van Amsterdam.
‘Glycix is 100% biologisch afbreekbaar,’ zegt prof. Rothenberg. ‘Onder invloed van water ontleedt het in zijn monomeren, dus glycerol en citroenzuur, twee stoffen die ruim voorkomen in de natuur en die gemakkelijk worden opgenomen in de natuurlijke cyclus. De snelheid van afbraak is afhankelijk van de mate waarin het plastic is uitgehard. Afhankelijk van de productiemethode varieert de afbraaktijd van enkele weken tot een jaar. De stof is dus niet geschikt voor het maken van producten buitenshuis; maar hij kan in principe worden gebruikt voor elk plastic voorwerp binnenshuis.’
De industrie heeft veel belangstelling
Verwerking van glycix is low-tech. Spuitgieten gaat eenvoudig. De stof hecht zich goed aan andere materialen en kan dus worden gebruikt in combinatie met roestvrij staal, glas etc. Meubels gemaakt van glycix hebben extra bescherming nodig; de tafel die voor de UvA is gemaakt is bijvoorbeeld bedekt met een glasplaat, om te voorkomen dat het kopje koffie dat omvalt de tafel aantast. Na ontwikkeling van de plastic zelf volgt daarom nog een lang traject van ontwikkeling van productiemethoden en van design van nieuwe artikelen. Hiervoor werkt de UvA samen met de Hogeschool van Amsterdam. Ontwikkeling zal nog jaren duren, alleen al de afhandeling van patentaanvragen duurt een paar jaar.
Biologisch afbreekbare plastics waren tot nu toe alleen thermoplastische kunststoffen. Harde plastics leidden daarom per definitie tot een afvalprobleem, of ze nu werden weggegooid of eindigden op een stortplaats. ‘De plastics die wij maken verdwijnen vanzelf in de natuur, alles wordt afgebroken tot plantaardige materialen,’ zegt Rothenberg. ‘Onze plastic gaat de wereld veranderen. De industrie heeft al veel belangstelling.’ En gaat dat dan om de chemische industrie of om de producenten van consumentengoederen? ‘Laten we het erop houden dat de industrie veel belangstelling heeft.’
Prof. dr. Gadi Rothenberg en dr. Albert Alberts zijn als chemici verbonden aan het Van ’t Hoff Institute for Molecular Sciences (HIMS) van de Universiteit van Amsterdam. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van het onderzoekszwaartepunt Sustainable Chemistry. De Hogeschool van Amsterdam werkt aan de toepassing van het bioplastic via het onderzoeksprogramma CleanTech, dat zich richt op duurzame technologieën.
http://www.uva.nl/nieuws-agenda/nieuws/uva-nieuws/content/persberichten/2014/02/uva-en-hva-maken-allereerste-meubelstuk-met-100-bioplastic.html
http://staff.science.uva.nl/~gadi
Heel knap. Maar ik vraag me af of voldoende bij de fundementale vraag wordt stilgestaan: willen we kunststof biologisch laten degraderen? In veel gevallen willen we dat niet; het is degradatie -het uiteen laten vallen van ketens, die met veel energie in elkaar zijn gezet-. Biobased kunststoffen maken (van bio-waste) lijkt me een nobel streven, maar biologische afbreekbaarheid moet enkel worden nagestreefd daar waar het meerwaarde heeft (denk aan specifieke toepassingen in de voedingsindustrie, tuin-akkerbouw, medische sector), en is in mijn ogen ook ondergeschikt aan bijvoorbeeld recycling. Geen ‘hoera’ van mijn kant, maar een “oh nee daar gaan we weer, eerst hollen en dan pas denken.”
Moest ook nog even kwijt dat biologisch afbreekbare kunststoffen geen oplossing zijn voor de plastic soep, daar ze in het watermilieu niet afbreken. Ze leveren dus een bijdrage aan de plastic soep.
En, nogmaals: wie wil er nou biologisch afbreekbare ‘computers’, ’telefoons’, ’tafels’ … etc: wat is de meerwaarde daar nou van?
Ik zit echt te springen om reacties …