De cosmetische industrie kijkt met nieuwe belangstelling naar groene grondstoffen. Biobased materialen zijn ‘in’. Niet alleen omdat het publiek er steeds meer om vraagt, ook omdat door bioraffinage het aanbod van plantaardige producten steeds groter wordt. Aldus Philippe Catroux, van de Laboratoires Pierre Fabre, op de Siñal conferentie afgelopen week in Châlons-en-Champagne.
Groene cosmetica in plaats van bio
‘Green beauty’ en ‘Green washing’ zijn trends in de wereld van cosmetica. De media besteden er aandacht aan. Uit groene grondstoffen komen effectieve ingrediënten, bovendien verantwoord uit het oogpunt van milieu en arbeidsomstandigheden. Veel van deze stoffen komen ook uit eerlijke handel, waarbij de boer een goede prijs krijgt voor zijn producten. Volgens Philippe Catroux is het daarom geen toeval dat 7 van de 144 ‘World’s Most Ethical Companies’ komen uit de sector van de cosmetica.
De trend is naar natuurlijk én hoog-technologisch. Groene cosmetica gaat daardoor de plaats innemen van de bio-trend van het afgelopen decennium. De perfectie van de werkzame bestanddelen wordt steeds groter, gebaseerd op echt wetenschappelijk onderzoek. De industrie kan investeren in wetenschap omdat de toegevoegde waarde van de stoffen zeer groot is, zelf bij de kleine volumes van de groene cosmetica. De werkzaamheid van stoffen kan tegenwoordig zeer goed worden aangetoond, zelfs zonder dierproeven. Speciale belangstelling gaat momenteel uit naar plantaardige ‘supervoedingsmiddelen’ als de bessen van açai en goji, granaatappel, en stoffen uit zeewier. De sector onderzoekt opnieuw historische cosmetica en probeert met innovatieve processen als magnetrons, superkritische CO2-behandeling en Zeta Fraction technologie de werkzame stoffen te isoleren. Biobased oplosmiddelen en witte biotechnologie maken het palet van de nieuwe groene cosmetica compleet.
Groene stoffen in cosmetica
Een belangrijke categorie binnen de cosmetica is de klasse van de oppervlakte-actieve stoffen: schoonmaakmiddelen, en hydraterende, emulsifiërende en schuimende stoffen. In 2012 bedroeg de wereldmarkt hiervan 220 miljoen kg, met een verwachte groei van 3% per jaar. De trend naar groene cosmetica versterkt het gebruik van oppervlakte-actieve stoffen van plantaardige oorsprong. Deze zijn in het algemeen zeer weinig agressief of giftig voor mens en milieu, en goed biologisch afbreekbaar. Zoals alkylpolyglucosiden en laurylglucoside, reeds zeer algemeen in gebruik in shampoos, badschuim, lotions en huidverzorgingsproducten. Of esters van sorbitol of mannitol.
Op het gebied van de conserveringsmiddelen liggen de zaken minder gemakkelijk. Er is geen universeel groen conserveringsmiddel, terwijl veel gebruikte conserveringsmiddelen als parabenen, triclosan en MIT (methylisothiazolinon) onder vuur liggen. De industrie zoekt intensief naar groene vervangers. Zoals sorbinezuur en zijn afgeleiden, pentyleenglycol (uit mais en suikerriet) en salicylzuur uit Gaultheria procumbens (bergthee).
Kijk uit voor een boemerangeffect
De Pierre Fabre groep, een bedrijf uit Zuidwest Frankrijk, investeert zelf ook in groene cosmetica, onder andere in huidverzorgingsproducten uit haver. Traditionele producten op basis van haver roepen soms allergieën op, maar met moderne teelt- en extractiemethoden gaat de groep in hun serie EXOMEGA betere producten maken: ontstekingsremmende flavonoïden, immunomodulerende saposoniden en hydraterende oligosachariden. Ook werkt de groep aan een verbeterde versie van ramnose, een monosacharide dat tegenwoordig in luxeproducten (bijvoorbeeld van Vichy) wordt gebruikt tegen veroudering van de huid; het nieuwe product met de naam TriXéra+ moet irritaties en allergieën tegengaan.
Aan het eind van zijn lezing waarschuwde Philippe Catroux voor een ‘boemerangeffect’ als groene cosmetica verder terrein winnen; vooral zal de vraag opkomen of ze niet ten koste van de voedselproductie en het milieu zullen gaan. De industrie moet daarom zijn duurzaamheid en eerlijke handel blijven bewaken. En een nieuw probleem – niet alleen voor groene cosmetica – is de afwijkende normstelling in opkomende markten als Brazilië, India en China. Maar met goede bewijzen van de werkzaamheid van stoffen en met goede communicatie ziet de toekomst van de groene cosmetica er goed uit.
Ik vroeg Philippe Catroux later of hij de vertegenwoordiger van de Nederlandse tuinbouw al had ontmoet – de sector die een hele bibliotheek heeft aangelegd van zijn inhoudsstoffen. Ja, zei hij. Zijn medewerker had een zeer interessant gesprek gehad. Tijd voor een alliantie tussen deze twee sterke bedrijfstakken.
http://www.pierre-fabre.com/en