De voedselvoorziening moet absolute prioriteit hebben, ook in een biobased economy. Zegt Rudy Rabbinge, emeritus hoogleraar duurzame ontwikkeling en voedselzekerheid aan Wageningen UR. Daarom wil Rabbinge geen biobrandstoffen uit de landbouw maar wel hoogwaardige producten als vitaminen en bioplastics. De landbouw kan grote opbrengsten hebben met minimale milieueffecten. Vlees, mits met mate geconsumeerd, gaat niet ten koste daarvan. Vlees is prima.
Steun geen inefficiënte teelten
In principe kan de wereld ruimschoots in zijn voedsel voorzien, zo verkondigt Rabbinge al jaren. Mits wij duidelijk zouden kiezen voor hoog-productieve landbouw, en zouden ophouden met het steunen van inefficiënte teelten. De praktijk in Noordwest Europa bewijst dat wij zeer grote opbrengsten van het veld kunnen krijgen zonder grote schade aan het milieu en met veel ruimte voor de natuur. Maar de rest van de wereld komt niet eens in de buurt van Noordwest Europa. Voor granen, inclusief rijst, geven de FAO, de wereldvoedselorganisatie, en de Wereldbank (http://data.worldbank.org/) voor elk land gedetailleerde cijfers. Gaande door Europa van Noordwest naar Zuidoost zien we een afname van 9 ton per hectare tot minder dan de helft of soms niet meer dan 2 ton. Veel Aziatische landen blijven steken bij die 2 ton en in Afrika kan het soms nog veel lager zijn. In Zuid-Amerika zien we 4 ton en in graanlanden bij uitstek zoals Canada 3 tot 4 ton en ook in de VS komt de teller niet hoger dan 6 tot 7 ton. Nederland staat met 9 ton bovenaan. Voor andere gewassen, zoals aardappelen, zijn die verschillen nog groter.
Europa zou de voedselschuur van de wereld kunnen zijn. Maar verkeerd begrepen eigenbelang staat dit in de weg. Met tariefmuren en subsidies houdt de Europese Unie inefficiënte voedselsystemen in stand. De individuele boer denkt voordeel te hebben van deze bescherming, maar het agrarische systeem lijdt eronder. Want de opbrengsten zijn daardoor veel lager dan mogelijk. Vooral landen als Duitsland en Frankrijk beschermen hun boeren voor de wereldmarkt, maar daarmee nemen ze ook de prikkels weg voor voortdurende verbetering van hun prestaties. Wij zouden boeren geen subsidies meer moeten geven, zegt Rabbinge, maar hen moeten helpen bij het vergroten van de ecologische vooruitgang; coöperaties zijn daarbij instrumenteel. Dit is ook het model waarmee Afrika nu succes boekt. Daarmee gaat de landbouw de goede kant op in landen als Ethiopië, Rwanda, Nigeria.
Zo veel mogelijk natuur
Rudy Rabbinge heeft vele functies bekleed, zowel in de wetenschap als de politiek. Hij is een gezien figuur in internationale fora en heeft de FAO, andere internationale organisaties en vele regeringen geadviseerd. De hoogproductieve landbouw die hij voorstaat gaat niet ten koste van de natuur maar is juist onderdeel van natuurbescherming. ‘Om de biodiversiteit te bewaren moet je zo veel mogelijk natuur in stand houden. En om toch de wereldbevolking te voeden, moet je op het beperkte landbouwareaal dat overblijft een zo hoog mogelijke productiviteit halen. Wij kunnen de wereld ruimschoots voeden als wij overal moderne landbouwmethoden gebruiken. En als we de beste gronden bestemmen voor de landbouw. Dan hebben we nog maar 30-40% van de huidige cultuurgrond nodig, de rest kan naar de natuur. Er is in potentie genoeg voedsel.’
De hoogproductieve landbouw die Rabbinge voorstaat, gebruikt wel zo veel mogelijk natuurlijke bestrijdingsmethoden. Met minimaal gebruik van bestrijdingsmiddelen en andere inputs. De cyclus waarin een deel van de landbouw zich bevindt, waarin steeds meer bestrijdingsmiddelen moeten worden gebruikt, is een gevaar voor de toekomst. Rabbinge promoveerde op biologische bestrijding van spint en heeft biologische bestrijding, zowel in kassen als op het veld, altijd sterk gestimuleerd. Een voorbeeld is de onder zijn leiding in de jaren ’70 ontwikkelde methode tegen schimmelinfectie bij de bloei van tarwe. Rabbinge introduceerde het spuiten met wei; dit stimuleert de groei van gisten die de schimmels in toom houden. En het voorkomt een cyclus waarbij er steeds meer fungiciden gespoten moeten worden om de schimmels in toom te houden.
Vlees is prima, met hogere productiviteit
‘Met de kennisintensieve land- en tuinbouw van tegenwoordig neemt de productiviteit op alle gebieden toe, anders gezegd: de input per eenheid van opbrengst gaat sterk omlaag. Dat geldt bijvoorbeeld voor het gebruik van pesticiden. Voor het waterverbruik. En voor het energiegebruik en de uitstoot van CO2. Kassenbedrijf Gebr. Duijvestijn haalt meer CO2 binnen (van Shell) dan het bedrijf uitstoot. Het voorziet in zijn warmte met geothermie, dus zonder uitstoot van CO2. De kennisintensiteit van land- en tuinbouw gaat omhoog en daarmee ook de opbrengst. Fa. Duijvestijn oogst nu 70 kg/m2 aan tomaten elk jaar.’
Rudy Rabbinge heeft nooit meegedaan met modes en heeft altijd vastgehouden aan zijn eigen visies. Zoals in het geval van vlees. Moeten we nog wel vlees blijven eten? Ja! zegt hij. Vlees is prima. Vlees is vaak goed voor de gezondheid. Koeien grazen op plekken waar we verder niets aan hebben. Koeien produceren daardoor vlees op een nette manier. Wij kunnen als mensheid vlees blijven eten, zelfs bij toenemende welvaart, omdat we op de hoog-productieve gronden een voldoende hoge graanproductie kunnen halen. Maar dan moeten we dat graan niet vervolgens aan de varkens geven. En we moeten naar nul gebruik van antibiotica. Zoals bij de zalmkweek, en bij koeien. Natuurlijk zijn er ook goede alternatieven voor vlees. Zoals GMO-planten die eiwitten maken die sterk lijken op dierlijke eiwitten. Of insecten, deze maken eiwitten met hoger rendement dan koeien dat kunnen. Maar vanuit het oogpunt van voedselvoorziening is er geen noodzaak tot vegetarisch eten. Om volksgezondheidsredenen is het mediterrane dieet, met beperkte consumptie van vlees, het beste en echt veel beter dan het Amerikaanse dieet.
De toekomst van de landbouw
De landbouw moet een paar regels in acht gaan nemen, zegt Rabbinge. In de eerste plaats moeten we de productiviteit nog sterk verder ontwikkelen; niet alleen per hectare maar vooral per eenheid hulpmiddelen. We moeten de doelstellingen van de landbouw verbreden: naar voedsel, energieneutraliteit en materialen. We moeten de productie verder industrialiseren, zowel in de landbouw als in de veeteelt. ‘Natuurlijk’ zijn onze landbouw en veeteelt al lang niet meer. Zo lang het product gezond is en het dier gelukkig, moeten we streven naar efficiency. En we moeten leren denken in ketens: van grond tot mond. Bijvoorbeeld door het vizier bij te stellen van voedselzekerheid naar gezondheid. Met minder calorieën, meer mineralen en vitaminen. Tenslotte moet de landbouw ook hoogwaardige groene grondstoffen gaan leveren voor de industrie. Niet voor de productie van biobrandstoffen maar van materialen en andere hoogwaardige producten.
We zijn er nog lang niet, zegt Rudy Rabbinge. Er is nog veel te veel beleid gericht op het behouden van het bestaande, of zelfs het bevorderen van iets wat we niet zouden moeten willen. Met verstandig beleid kunnen we met de landbouw zowel voedselvoorziening en gezondheid veilig stellen, als ook een bijdrage leveren aan een hoogwaardige biobased economy. We moeten daartoe ophouden met het maken van biobrandstoffen, met grote subsidies. Maar vlees is prima.