Het lot van het innovatieve MKB, het geval SeaLife Pharma

“Over twintig jaar bestaat SeaLife Pharma niet meer,’ zegt zijn algemeen directeur Alexander Pretsch. In veel bedrijven zou zo’n uitspraak reden zijn voor zorgen. Maar Pretsch bedoelt dat hij verwacht dat zijn bedrijf succes zal hebben. D.w.z. dat het een grote farmaceutische partner zal vinden die wil investeren in zijn antibiotica en die deze door de fase van klinische tests zal leiden – een proces dat zijn kleine bedrijf niet zal kunnen betalen. Zo ziet de wereld van het farmaceutische innovatieve MKB er nu dus uit: succes gemeten in termen van ophouden te bestaan.

Andreas Krems, CFO and COO, and Alexander Pretsch, CEO of Sea Life Pharma
Alexander Pretsch, CEO van Sea Life Pharma (rechts) en Andreas Krems, CFO en COO

SeaLife Pharma is in vele opzichten een opmerkelijk MKB. Het is gevestigd in Oostenrijk, een land zonder kustlijn. Het onderzoekt micro-organismen uit de zee en ontwikkelt daaruit medicijnen, waarmee het bedrijf het gat opvult in de ontwikkeling van antibiotica dat grote farmaceutische bedrijven hebben laten vallen bij gebrek aan belangstelling. En het wordt zeer gedreven door zijn missie: medicijnen vinden uit zeeorganismen – met de algemeen directeur voorop. ‘Mijn kinderkamer leek een beetje op een aquariumwinkel,’ bekende Pretsch aan een Oostenrijks radioprogramma. ‘Ik heb altijd willen werken aan zeeorganismen en aan antibiotica – ik geloof daarin, zowel wetenschappelijk als zakelijk.’

Het werkterrein van SeaLife Pharma

Wat onderzoekt dit innovatieve MKB dan? ‘Wat we doen is vergelijkbaar met wat Alexander Fleming (de ontdekker van het antibioticum penicilline) honderd jaar geleden deed,’ zegt Pretsch. Terwijl Fleming keek naar schimmels op het land, zoekt SeaLife Pharma ze onder water. Ze isoleren schimmels uit de zee en kweken ze op, op zoek naar antibiotische stoffen. Dan isoleren en analyseren ze deze stoffen; als hun biologische activiteit en giftigheid veelbelovend zijn, reconstrueren ze de structuur, en passen deze aan voor toepassing in het menselijk lichaam.

SeaLife2SeaLife Pharma vond onder meer een klasse van antibiotica getiteld SLP 0905 in een mangrovebos. Na aanpassing voor menselijk gebruik bleken deze middelen zogenoemde ziekenhuisbacteriën als MRSA doeltreffend te bestrijden. SLP 0905 is momenteel in de preklinische fase; afhankelijk van goedkeuringsprocedures en –regels duurt het nog ongeveer zes jaar voordat dit nieuwe antibioticum op de markt komt – of veel eerder, als het probleem van de ziekenhuisbacteriën ineens veel erger wordt en de procedures plotseling zouden worden versneld, zoals in het geval van ebola. Andere antibiotische klassen van stoffen die het bedrijf onderzoekt heten SLP 0904 en SLP 0901, alle in potentie doeltreffend tegen MRSA, de even beruchte Klebsiella en andere resistente ziekteverwekkers.

De evenwichtskunst tussen universiteit en financiers

Op een workshop op EFIB eerder deze maand hield Pretsch een geïnspireerde lezing, niet alleen over het onderzoek van zijn bedrijf maar ook over de positie van het bedrijf bij het ‘dempen van de kloof’ tussen onderzoek en succesvolle toepassing. De academische wereld is dominant op zijn onderzoeksterrein (mariene biotechnologie). Onderzoekers hebben een groot aantal (meer dan 35.000) potentieel interessante stoffen ontdekt; maar hun belangstelling ligt vooral bij de biologische activiteit van deze stoffen, terwijl het bij het MKB in de eerste plaats gaat om preklinische kenmerken. Het volgende probleem betreft publiceren. Onderzoekers willen hun bevindingen publiceren, maar voortijdige publicatie betekent het commerciële einde van de betreffende stof, omdat deze de patentverlening in gevaar brengt. En er zijn meer problemen. Gegevens zijn vaak niet goed genoeg. Wettelijke regels en toelatingsprocedures kunnen verdere ontwikkeling blokkeren. Er is altijd gebrek aan fondsen. Mensen kunnen van baan veranderen en het bedrijf met de brokken laten zitten. Maar misschien is het grootste probleem wel de bureaus voor technologie-overdracht van universiteiten, die er juist zijn om de overdracht van kennis te vergemakkelijken. Maar daar werken alleen maar juristen….

SeaLife1Aan de andere kant van het innovatieve MKB vinden we de wereld van de financiers. Banken lenen sinds de financiële crisis geen geld meer aan het MKB. Dat gaf de risicokapitalisten vrij spel. Maar in Europa zijn er daar niet veel meer van. De bedrijven die overblijven, specialiseren zich. De meeste trekken zich terug uit de biotechnologie, die de naam heeft risicovol te zijn. Dan blijven alleen grote bedrijven over als financiers. Zij hebben de middelen om een potentieel medicijn door de klinische tests te halen, in tegenstelling tot verreweg de meeste midden- en kleinbedrijven. Daarom staat het lot van het succesvolle farmaceutische innovatieve MKB vast: overname door een groot farmaceutisch bedrijf.

Moeilijkheden voor het innovatieve MKB

Maar Alexander Pretsch liet zien dat er vele moeilijkheden zijn op dit pad. Er zijn drie partijen bij betrokken: universiteiten voor ontdekkingen, MKB’s voor ontwikkeling van de kennis tot een toepasbaar niveau, en de grote bedrijven voor de klinische tests en, in geval van succes, het op de markt brengen van het medicijn. Deze drie hebben geheel verschillende wereldbeelden en kunnen gemakkelijk in conflict komen met elkaar over praktische zaken. Vertrouwen en een eerlijke verdeling zijn doorslaggevende factoren. Risico’s en opbrengsten moeten in een vroeg stadium worden gedeeld. Het waarschijnlijke einde van het proces (overgenomen worden) moet door alle partijen bij voorbaat worden aanvaard. De universiteit zou het innovatieve MKB de ruimte moeten laten zijn eigen werk in te richten, op basis van een duidelijke en eerlijke licentieovereenkomst. Het grote farmaceutische bedrijf zou al in een vroeg stadium betrokken moeten worden bij ontdekking en ontwikkeling. En het overdrachtsmoment is bepalend voor het uiteindelijke succes.

En Alexander Pretsch? We hoeven ons geen zorgen te maken over zijn toekomst. ‘Ik heb nog heel veel ideeën,’ zegt hij tegen inventures.eu. Gedreven door ‘nieuwsgierigheid en ambitie’, zoals hij zegt, zal hij blijven zoeken naar stoffen in de zee. ‘Ik weet dat daar iets is en ik wil het vinden.’

(Visited 4 times, 1 visits today)

Plaats een reactie