Een koolstofbelasting moeten we nu invoeren, nu de energieprijzen laag zijn, zei de Britse econoom Paul Ekins vorige week in Den Haag op een symposium over groene groei. Zodat je de noodzakelijke omwenteling naar een belasting op grondstoffen kunt inzetten (met verlaging van de belasting op arbeid); terwijl je toch de energie-intensieve bedrijven niet opzadelt met buitensporige kosten. Zo hebben de Denen dat gedaan, de laatste keer dat de energieprijzen laag waren. En ze hebben het kunnen volhouden, toen de energieprijzen weer stegen.
De koolstofbelasting in de groene economie
Een koolstofbelasting, een heffing op brandstoffen naar gelang hun CO2-uitstoot, is een noodzakelijk element van de strategie die Ekins in gedachten heeft om een groene economie te bereiken. Een economie gekenmerkt door een stabiel klimaat, grondstofzekerheid en milieukwaliteit. Een strategie gericht op het vergroenen van de hele economie, niet alleen op de ontwikkeling van groene sectoren. Volgens Ekins zal ‘bruine groei’ onvermijdelijk leiden tot problemen; zo’n economie zal worden ondermijnd door instabiliteit van klimaat en grondstofvoorziening. De ‘groene groei’ die daar tegenover staat, is geen innerlijke tegenstrijdigheid, ‘ik zie niet in hoe we economische groei zouden kunnen ‘stoppen’, zelfs als we dat zouden willen.’
Toch is overheidssteun noodzakelijk voor het vergroenen van de economie, ook nu innovatie steeds meer ‘groen’ van aard is. De reden hiervan is dat milieugoederen voornamelijk van iedereen zijn, en daarom moeten worden beprijsd, bevorderd en beschermd door overheidslichamen. Overheidsbeleid speelt een belangrijke rol in de nieuwe groene groei, door belastinghervorming (o.a. de koolstofbelasting), consumentenvoorlichting en –informatie, en het oprichten van doelgerichte onderzoeksinstellingen, nieuwe financiële instellingen en nieuwe public-private partnerships.
We moeten investeren in innovatie
Ekins verwacht dat wij veel baat zullen hebben bij vergroening van de economie. Niet alleen omdat we dan geen kosten hebben van ‘bruine’ ontwikkelingen (zoals klimaatverandering; voor een persoonlijk gekleurd verslag zie hier); maar ook uit de opbrengst van nieuwe infra en verbeteringen van de levenskwaliteit. En vanwege de voordelen ten opzichte van ondernemingen en landen die nog op het ‘bruine’ ontwikkelingspad zitten. Maar zou efficiënter omgaan met grondstoffen dan niet als negatieve post naar voren kunnen komen in de nationale rekeningen en de indruk geven van negatieve groei (zelfs als het product beter en slimmer zou zijn)? Neen, zei Ekins, ik ben ervan overtuigd dat een slimmer product, waarin meer denkwerk is gaan zitten, altijd echte economische groei teweeg zal brengen.
China zal een sterke impuls geven aan groene groei, zei Ekins, vanwege hun behoefte aan milieuvriendelijke technologieën. Groene groei zal verder komen uit bronnen die lijken op die uit het verleden: kapitaalaccumulatie, en investeringen in toegepaste kennis en innovatie. Die groei zal niet snel worden gestopt door tekorten – zo is er bijvoorbeeld geen tekort aan duurzame energie, en ook niet aan grondstoffen, als ze goed worden toegepast. Groene groei vereist gewoon aandacht van de overheid in de vorm van goed beleid. Zoals een koolstofbelasting, op korte termijn.
Zie ook: Greening the Recovery, rapport van een commissie van University College London voorgezeten door Paul Ekins.