Vorig jaar nam Ecover een moedige beslissing. Het besloot palmolie (bekend om zijn slechte duurzaamheid) af te danken als grondstof voor veel van zijn schoonmaakmiddelen, en te vervangen door een olie, ook gemaakt uit groene grondstoffen, met behulp van genetisch gemodificeerde algen. Ecover besloot dit niet alleen, het bedrijf gaf ook ruchtbaarheid aan dit besluit – inclusief het synthetisch-biologische deel. Zelfs al laat de leverancier, Solazyme zich niet meer uit over synthetische biologie (vroeger de ondertitel van het bedrijf); het schrijft nu alleen nog op zijn website dat het ‘doorbraakprocessen’ gebruikt.
Dit is het vijfde artikel in een serie over het oordeel van consumenten over het gebruik van biotechnologie in de voedingsindustrie. De artikelen verschenen op 18 februari, 2 maart, 3 maart, 10 maart, 15 maart en 27 maart.
Een van de weinige bedrijven die open communiceert
Ecover is een vlaggenschip van duurzame bedrijven wereldwijd. Zijn imago kan een stootje velen. Het overlegt voortdurend met maatschappelijke organisaties als Friends of the Earth die zeer sceptisch staan tegenover synthetische biologie. Onder druk van hen heeft Ecover het gebruik van deze algenolie voorlopig opgeschort. Partijen blijven wel met elkaar in gesprek. Lange-termijn innovatiemanager Tom Domen van Ecover zegt dat zij dit proces zo transparant mogelijk willen houden, en dat voor- en tegenstanders een evenwaardig forum moeten krijgen. Het bedrijf verdient een pluim voor zijn openheid. Terwijl anderen, inclusief Solazyme, nu heel weinig meer zeggen over dit onderwerp.
We hebben het hier over synthetische biologie. Wij zijn niet voor synthetische biologie in gewassen die op het veld groeien, en beperken ons tot modificatie van micro-organismen (bacteriën, gisten, schimmels, algen) die leven in reactors. Onderzoekers nemen voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat deze organismen ontsnappen – en zij, ingeval zij dat toch doen, buiten zo weinig mogelijk overlevingskansen hebben. Het grote verschil met genetische modificatie van gewassen is dat de gemodificeerde genen niet in ons voedsel, onze huidcrèmes of schoonmaakmiddelen terecht komen – ze blijven in de reactor. Het industriële gebruik van zulke gemodificeerde organismen is min of meer algemeen aanvaard – dat wil zeggen: hun gebruik is nooit in publieke discussie gekomen. Maar synthetische biologie gaat een stap verder dan genetische modificatie. In de ‘gewone’ genetische modificatie nemen onderzoekers een gen uit een organisme en brengen dat in bij een gastheer; waarmee deze bijvoorbeeld melkzuur gaat maken of zelfs penicilline, terwijl die dat normaal nooit zou doen. Maar in de synthetische biologie worden genen ontworpen in de computer die niet bestaan in de natuur, dan gemaakt in het lab en vervolgens bij de gastheer ingebracht. Synthetisch biologen ontwerpen en maken dus genen die nooit hebben bestaan. Daarmee wordt het scala mogelijke industriële producten enorm verbreed, maar het alarmeert ook organisaties die altijd al afwijzend stonden tegenover GMO’s; Friends of the Earth noemt dit nu bijvoorbeeld ‘extreme genetische manipulatie’.
Kunnen producten, gemaakt met synthetische biologie, duurzaam zijn?
Dat hangt af van uw definitie van duurzaamheid. De schoonmaakmiddelen van Ecover, gemaakt met de algenolie van Solazyme zijn waarschijnlijk minder schadelijk voor het regenwoud dan die uit palmolie – afhankelijk van de grondstof voor de algen (als ze gevoed worden met afval geeft dit een lagere footprint). Fermentatie door micro-organismen vraagt doorgaans minder energie en grondstoffen, geeft geen of tenminste een minder schadelijke uitstoot en laat minder afval achter dan de concurrerende productieprocessen uitgaande van fossiele grondstoffen. Maar als ‘natuurlijk’ uw maatstaf is, kunnen al deze verworvenheden worden teniet gedaan door het simpele gegeven dat zulke processen worden geholpen door synthetische biologie.
De synthetische biologie ontwikkelt zich razend snel. Twintig jaar geleden bestond zij nog niet, nu wordt zij gebruikt in vele industriële processen. Vaak is het niet duidelijk of het gebruik van synthetische biologie op het etiket vermeld moet worden. Het andere uiterste is natuurlijk het plakken van het label ‘natuurlijk’ op zulke producten, zoals Evolva doet met zijn biotechnologisch gemaakte vanilline; het is een duidelijk bewijs van terminologische onduidelijkheid op dit gebied. En daar is maar één remedie tegen: een openbare discussie over deze onderwerpen. Maar het publiek weet er nog maar nauwelijks van.
Vraagstukken worden een kwestie van terminologie
De meeste betrokken bedrijven houden de kaarten tegen de borst. Ze verschuilen zich achter vage formuleringen als ‘wij zijn goedgekeurd door het (Amerikaanse) Environmental Protection Agency’, ‘onze bestanddelen worden algemeen erkend als veilig’, ‘ons product komt voort uit een fermentatieproces op basis van suikerriet’. En in een vlaag van openheid: ‘we gebruiken zowel natuurlijke gisten en klassieke veredeling en selectie, als het gereedschap van de moderne biotechnologie, om een veelheid aan oliën en bestanddelen te maken’ (Solazyme in de New York Times). Zulke vraagstukken worden meer en meer een kwestie van terminologie. De New York Times moest zijn artikel over synthetische biologie rectificeren, vast doordat ambtenaren in het geweer waren gekomen, omdat de krant had geschreven dat ‘er niet veel regelgeving op dit gebied’ was. Hoewel zij nog altijd wel mocht beweren ‘dat de regelgeving rond producten van oudere genetische technieken niet altijd van toepassing is op sommige nieuwe technieken gebruikt in de synthetische biologie’. Dank u. Maar goede voorlichting over zulke zaken is daarmee nog ver weg, laat staan een publiek debat over dit snel evoluerende veld.
Dus, om nog eens het antwoord te herhalen op de vraag die we stelden in de titel van dit stuk: ja, producten gemaakt met synthetische biologie kunnen duurzaam zijn, zelfs zeer duurzaam, zelfs als het om voedingsmiddelen gaat – maar alles hangt af van uw visie op duurzaamheid.
In een reactie heeft Solazyme laten weten dat zijn algenolie niet met synthetische biologie wordt gemaakt maar met ‘klassieke’ genetisch gemodificeerde algen. Wij verontschuldigen ons voor de foute informatie in bovenstaand artikel. Zie ook de discussie bij de Engelstalige versie van dit artikel.