Synthetische biologie biedt vele mogelijkheden om natuurlijke materialen op een andere manier te maken, zelfs ons voedsel. Ja, dat zou synthetisch voedsel betekenen. Veel mensen zouden dit idee direct verwerpen, maar het zou toch de moeite waard kunnen zijn, de argumenten ervoor te onderzoeken. Zou synthetisch voedsel de manier waarop wij ons eten maken en tot ons nemen, kunnen veranderen?
Dit is het vierde artikel in een serie over het oordeel van consumenten over het gebruik van biotechnologie in de voedingsindustrie. De artikelen verschenen op 18 februari, 2 maart, 3 maart, 10 maart, 15 maart en 27 maart.
Een beginnend bedrijf op dit terrein is Muufri, gesticht door veganisten die een koe-vrije melk willen ontwikkelen. ‘Onze oplossing is, echte melk te maken vanaf het begin,’ zegt Muufri op zijn website. ‘Melk is een vrij eenvoudig mengsel: zes eiwitten noodzakelijk voor structuur en functie, acht verzuren noodzakelijk voor smaak en volheid. In verschillende verhoudingen geven deze ingrediënten ons koemelk, geitenmelk, zelfs buffelmelk – allemaal geschikt voor het maken van talloze producten, van slagroom en kazen tot toetjes. Gebruik makend van dezelfde beginselen van biotechnologie bij het maken van bier of vegetarisch stremsel, zal Muufri melk maken die smaakt als dierlijke melk en met dezelfde eigenschappen, maar zonder de problemen van industriële melkveebedrijven.’
Biotechnologie is al onderdeel van ons voedselsysteem
Muufri zegt hier iets belangrijks: biotechnologie kwam ons voedselsysteem al enkele tientallen jaren geleden binnen. Bierproducenten gebruiken nu biotechnologische gisten, en de meeste kaas wordt gemaakt met biotechnologisch stremsel. De consument geniet van de voordelen hiervan. Gisten en enzymen kunnen zó worden gemaakt dat zij een speciale werking hebben, wat leidt tot het ontwikkelen en maken van speciale bieren en kazen. En in tegenstelling tot natuurlijke gisten en stremsel kunnen deze biotechnologische producten worden gemaakt in een zuivere vorm, zonder onbekende verontreinigingen. Bij al deze producten komen de biotechnologisch gemodificeerde organismen niet in het eindproduct terecht – anders dan bij gemodificeerde rijst of soja. Het verschil met synthetisch voedsel zoals de melk van Muufri lijkt erg klein.
En Muufri geeft nóg een argument. Met synthetische melk kunnen we de milieuproblemen van het maken van melk vermijden. Melkkoeien produceren methaangas in hoeveelheden die aanzienlijk bijdragen tot het broeikaseffect. Dierenwelzijn is geen punt meer bij het maken van synthetische melk. En misschien is er ook minder landbouwgrond nodig, als wij synthetische melk maken uit suikers en plantaardige oliën.
Synthetisch voedsel, beter dan het origineel?
‘Veganistisch’ lijkt een voorkeur voor ‘natuurlijk’ in te houden. Veel mensen die ‘natuurlijk’ wensen, zijn tegen genetische modificatie, vooral met betrekking tot voedsel. Maar de mensen van Muufri omarmen de technologie en combineren dat met hun veganistische dieet.
Muufri suggereert zelfs dat hun synthetische voedsel beter zou kunnen zijn dan het natuurlijke origineel. ‘Wij lossen niet alleen problemen op,’ zeggen zij, ‘wij voegen ook nieuwe waarde toe aan melkproducten. Omdat wij bepalen wat er in ons product terecht komt, kunnen we bijvoorbeeld producten maken zonder lactose, dat zeker voor 75% van de volwassenen deels onverteerbaar is; en we kunnen slechte cholesterol vermijden, om een veel gezonder product te krijgen. En omdat onze producten gemaakt worden met dezelfde precisie als medicijnen, zullen ze totaal vrij zijn van bacteriën – zodat we een heerlijke en tegelijkertijd zeer houdbare melk zullen maken, zonder noodzaak van pasteurisatie.’
En nog even voor mensen die toch de voorkeur geven aan het origineel: wat is het verschil tussen deze synthetische melk en het product dat we aan onze kinderen geven, de babymelkpoeder die net zo zorgvuldig wordt samengesteld? Synthetisch voedsel begint nog maar net. We zouden ons er maar beter van bewust kunnen worden, wat dat voor ons betekent.