Een van de discussies op de Bio!Pac conferentie, georganiseerd door Bioplastics Magazine en Holland Bioplastics vorige week in Amsterdam, ging over biologisch afbreekbaar versus biobased (gemaakt uit groene grondstoffen). Bioplastics, waarover de conferentie ging, zijn lang niet allemaal biologisch afbreekbaar. Is dat een probleem? Zullen mensen ze dan wel willen hebben?
François de Bie van Corbion was duidelijk over het belang van deze kwestie voor bioplastics: van plastics uit aardolie wordt 40% gebruikt als verpakkingsmateriaal; bij bioplastics is dat 80%. De plastics die steden en oceanen vervuilen zijn bijna allemaal verpakkingsmateriaal; daarom is biologische afbreekbaarheid zeker een serieus onderwerp voor makers van bioplastics.
Biologisch afbreekbaar, wat is dat?
Er is veel onduidelijk over biologische afbreekbaarheid, bij het publiek en zelfs bij beleidsmakers. Op Bio!Pac vertelde een fabrikant me dat hij eens een biologisch afbreekbare koffiecapsule had achtergelaten op het bureau van een Europese beleidsmaker. Drie maanden later kreeg hij de vraag: maar deze koffiecapsule is toch biologisch afbreekbaar, waarom is hij er nog steeds? Waarop de fabrikant natuurlijk zei: deze houten tafel van u, die is toch ook biologisch afbreekbaar, waarom is die er nog steeds? Alles hangt af van de omstandigheden: temperatuur, vochtigheidsgraad, aanwezigheid van de juiste schimmels. Consumenten zouden niet blij zijn als hun koffiecapsules in drie maanden uiteen zouden vallen. Als uw tafel drie maanden in een vochtig bos had gelegen, zou deze zeker ook enigszins zijn aangetast.
PLA is nu de grootste bioplastic ter wereld, en de vraag in hoeverre het biologisch afbreekbaar is komt typisch ook op bij dit materiaal. De meeste kwaliteiten PLA zijn biologisch afbreekbaar, dat wil zeggen: ze vallen uiteen tot melkzuur, een natuurlijke en niet-giftige stof, in industriële compostinstallaties. Deze werken bij 60 graden en onder gecontroleerde omstandigheden; binnen 2 weken is je PLA verdwenen. Maar in je composthoop in de tuin, waar de temperatuur niet boven de 40 graden uit komt, blijft het meeste PLA (behalve de laagste kwaliteit) intact. Sommige vertegenwoordigers van de industrie op de conferentie zeiden dat ze de woorden biologisch afbreekbaar liever helemaal niet gebruikten, omdat het zo’n vaag begrip is. Wij weten zelfs nog minder over het gedrag van PLA als het in de zee terecht komt als zwerfvuil. Maar onder industriële omstandigheden breekt PLA mooi af. Daarom moeten we ervoor zorgen dat zoveel mogelijk PLA terecht komt in de GFT-bak. En daarom concludeerde Harald Kaeb van Narocon: verantwoorde gebruikers van bioplastics moeten niet alleen overstappen van fossiele naar groene grondstoffen; ze moeten ook hun bedrijfsmodellen aanpassen.
Voorbij de biologische afbreekbaarheid
Natuurlijk zijn er meer argumenten voor PLA (en andere bioplastics) dan biologische afbreekbaarheid. Het sterkste argument is de footprint van de plastic. Momenteel is de footprint van PLA de helft van die van concurrerende plastics op basis van aardolie; en deze gaat nog steeds naar beneden, in de toekomst kan de footprint van PLA in de buurt komen van nul. En dit zijn dan nog alleen de technische argumenten. Er is in de consumentenindustrie veel belangstelling voor verpakkingen uit bioplastic, opmerkelijk genoeg zowel bij de grootste merken als Coca-Cola en Danone, als bij de ‘kleine gevoelsmatige merken’ die bijvoorbeeld biologische producten verkopen. Ik denk, zei François de Bie, dat verpakking zo belangrijk is omdat dit het eerste is dat de consument ziet of voelt. Een vaak ook het laatste. Beeld en gevoel zijn zeer belangrijk. Maar Katja Schneider, leider van het Biopolymer Network bij het Duitse agentschap voor groene grondstoffen FNR, noemde ook de tegenkant: merkproducenten weten heel goed dat bioplastics gemaakt worden uit landbouwproducten. En ze willen liever niet betrokken raken bij food/fuel-achtige discussies. Maar er is ruimte voor veel verrassende innovaties – zoals de tomatenbakjes, ontwikkeld door Nederlandse ondernemers uit de stengels van tomatenplanten, en verpakkingen uit afvalproducten van Nutella die nu ontwikkeld worden door Ferrero, de grootste verwerker van hazelnoten ter wereld.
Dus, hoewel bioplastics niet meer in de eerste plaats worden gezien als biologisch afbreekbaar maar als gemaakt uit groene grondstoffen, zoeken zij nog steeds naar hun plek in de markt. De markt van bioplastics is nog jong, met vele kansen zoals de conferentie van vorige week liet zien.
Interessant? Lees dan ook:
Bioplastics, maak een eind aan de verwarring
Nieuwe plasticeconomie: circulair, nog niet uit groene grondstoffen
Afval is de belangrijkste groene grondstof, maar er zijn veel juridische barrières