Bioplastics zijn nog maar net begonnen aan hun ontwikkeling, zei Andy Sweetman van Innovia op de Bio!Pac conferentie vorige week. Plastics uit aardolie zijn aan het eind van hun leerperiode, zij kunnen niet veel beter meer worden. Maar bij bioplastics zijn er juist veel mogelijkheden voor verbetering. Nog geen 13 jaar terug werden bioplastics alleen gebruikt als verpakking van fruit; tot 2 jaar geleden waren er geen koffiecapsules van bioplastics. Het veld is sterk in beweging.
Sweetman nam laminaten als voorbeeld. Dit is een gevoelig onderwerp. De meeste verpakkingsmaterialen zijn laminaten: materialen met een aantal lagen, zoals polyetheen, aluminium en papier, om alle gewenste eigenschappen te krijgen: insluiting, barrièrewerking, uiterlijk. Laminaten liggen nu onder vuur bij maatschappelijke organisaties, omdat recycling vrijwel onmogelijk is. Deze maand zijn zij een campagne begonnen tegen verpakkingen van Kraft’s Capri Sun; ze schatten dat slechts 2% van deze zakjes in de vuilnisbak terecht zijn gekomen sinds hun introductie in 1970, de rest is geëindigd als zwerfvuil [link]. Maar er zijn innovatieve ontwikkelingen op dit gebied; kort geleden kondigden FrieslandCampina en Elopak de ontwikkeling van een nieuw melkpak aan, uitsluitend gemaakt van organisch afvalmateriaal; de binnenkant is van polyetheen, de buitenkant van papier. De bedrijven noemen dit ‘het duurzaamste drankenpak ooit’, met een sterk verlaagde koolstoffootprint. Dit is verpakkingsmateriaal uit groene grondstoffen. Maar gaat het ook het recyclingprobleem oplossen?
Bioplastics kunnen een alternatief zijn
In het algemeen is recycling een probleem om precies dezelfde redenen waarom het laminaat überhaupt ontwikkeld werd: de verschillende eigenschappen van de lagen waaruit het bestaat. In principe kan recycling plaats vinden in een van twee kringlopen: de technische kringloop en de biologische kringloop. Bij de technische kringloop moeten weggegooide verpakkingen worden verzameld en industrieel verwerkt. Voor laminaten lijkt verbranding de enige mogelijkheid: uit elkaar halen en apart verwerken van de lagen kan in de praktijk gewoon niet. Maar juist hier kunnen bioplastics het verschil maken.
Producenten van bioplastics, betoogde Sweetman, moeten een betere kwaliteit leveren (tegen een goede prijs) om de risicomijdende industrie zo ver te krijgen, hun laminaten te gebruiken. Maar volgens hem kan dat wel. Biolaminaten kunnen voor insluiting bioplastics gebruiken als folies op basis van zetmeel, copolyesters of (binnenkort op de markt) PBS; barrièrewerking en uiterlijk kunnen worden geboden door bioplastics als celluloseacetaat, geregenereerde cellulose of PLA. Samen zouden zij een biologisch afbreekbaar laminaat kunnen vormen, tenminste als ook inkten en lijmen biologisch afbreekbaar zouden zijn. Bij innovatieve verpakkingen is het aantal lagen al teruggebracht van drie naar twee, wat de kosten drukt. Dit zou de afvalverwerking van laminaten op zijn kop kunnen zetten, want deze nieuwe stoffen zouden in de GFT bak kunnen worden gedaan. Mits op basis van zeer goede barrière-eigenschappen en een goede prijs, zouden biolaminaten kunnen scoren in de afvalfase. Met als ‘enige’ probleem dat de consument ervan moet weten.
Nieuwe verpakkingen, nieuw bedrijfsmodel
Dit zou goed nieuws kunnen zijn voor Ecover, de producent van huishoudelijke en persoonlijke verzorgingsproducten op basis van groene grondstoffen. Volgens Tom Domen van Ecover, de volgende spreker op de conferentie, werkt de technische kringloop niet. Te veel plastic verpakkingen eindigen namelijk als zwerfvuil. Ecover probeert oplossingen uit als flessen, gemaakt uit plastic opgevist uit de oceaan of uit de grachten van Amsterdam. Maar het bedrijf blijft ook zoeken naar andere mogelijkheden. Zoals vullen van gebruikte flessen in de winkel, of gebruik maken van de biologische kringloop. Bij beide oplossingen zou de industrie niet alleen zijn verpakking moeten herzien maar ook zijn bedrijfsmodel. Bijvoorbeeld, in het geval van Ecover: laminaten uit bioplastics zijn beter geschikt voor het verpakken van wasmiddelen in poedervorm dan in vloeibare vorm. Maar consumenten willen tegenwoordig juist vloeibaar. Moet Ecover zijn klanten dan proberen over te halen om wasmiddelen in poedervorm te gaan kopen?
Domen betoogde ook dat er een politieke dimensie zit aan bioplastics. Het bedrijfsleven zou misschien geheel andere dingen doen als het verantwoordelijk zou worden gesteld voor de afvalfase van zijn producten. Dit kan het bedrijfsleven duidelijk niet in zijn eentje voor elkaar krijgen; daarvoor is steun nodig van de politiek. Misschien met uiteindelijk wel een beter resultaat voor iedereen. Bedrijven zou het met politici over deze onderwerpen moeten hebben, zo was de conclusie van Domen.