We kennen natuurlijk allemaal de verhalen over DDT van vijftig jaar geleden, maar om nu te zeggen dat we daar iets van geleerd hebben, nou nee. Ton Schoot Uiterkamp, ex – maar nog zeer actief – milieuhoogleraar in Groningen, zit vol met voorbeelden die dat bewijzen. ‘We denken nog steeds niet in systemen en dat is wel nodig willen we ooit tot een werkelijke circulaire wereldeconomie komen.’ Een gesprek met hem geeft aan dat het systeemdenken meestal niet is ingebouwd in onze producten en innovaties.
Downcycling door tekortschietend systeemdenken
Midden jaren negentig liep het patent van de bekende pijnstiller Diclofenac af met als gevolg dat landen als India, Pakistan en Bangla Desh deze stof massaal gingen produceren. Kijk je als chemicus naar dit product dan zie je een peptidebinding die zo uit elkaar zou moeten vallen in een vochtige omgeving – maar dat gebeurt niet in de praktijk. In de genoemde landen werd het middel op dieren gesmeerd – en daar blijven dode beesten liggen om opgegeten te worden door de gieren. Dit leidde tot grote sterfte onder de gieren, iets waar overigens ook de Parsi last van hadden omdat deze groep van gelovigen in India hun dode lichamen op palen leggen om door de gieren kaal gepikt te worden. Zo zie je hoe een simpel geneesmiddel grote gevolgen kan hebben.
Ton zit vol voorbeelden over tekortschietend systeemdenken. De vleugel van de bekende Fokker F27, een prachtig product van de Nederlandse vliegtuigindustrie, was de eerste die niet geklonken maar gelijmd werd. Eenmaal afgedankt was die vleugel echter nauwelijks meer uit elkaar te halen. Zo kunnen we heel vaak de gebruikte materialen niet meer recyclen voor hergebruik en zijn we gedwongen tot downcycling, wat natuurlijk niet de bedoeling is in een circulaire wereld. Kijk bijvoorbeeld naar de Audi 2000, prachtige auto, dubbel verzinkt, maar als je het staal wilt hergebruiken dan moet al dat zink eraf en dat is een hele klus, want staal vermengd met zink is niet te gebruiken. Hetzelfde geldt voor de toepassing van kunststoffen in auto’s. Er zijn zoveel verschillende kunststoffen dat het uiteenrafelen voor hergebruik een grote opgave is. Gelukkig trachten veel fabrikanten inmiddels één bepaalde kunststof (polypropeen) te gebruiken voor meerdere toepassingen (stoelen, bumpers etc.).
Systeemdenken zit niet in opleidingen van ontwerpers
Het is duidelijk dat de ontwerpopleidingen nog te veel gericht zijn op de primaire functie en dat ontwerpers te weinig kijken naar het milieupad van de materialen na gebruik. Zoals Ton zegt, waar je ook kijkt, voorbeelden te over van tekortschietend systeemdenken. Huisisolatie, wat doen we ermee als de woning afgebroken wordt. Asbest, een prachtig product totdat het zijn functie heeft vervuld. Op water gebaseerde verf, mooie innovatie – geen oplosmiddelen meer nodig, die allemaal de lucht indampten – maar ja je krijgt het niet zomaar weer weg. Zelfs de schrijvers van Cradle-to-Cradle dachten er meestal niet aan dat je vaak veel water en energie nodig hebt voor de recycling. Ook veel biomaterialen zijn vaak bewerkt bijv. om ze brandwerend te maken, en die bewerking bemoeilijkt later vaak het hergebruik of de verbranding.
Zo komen ook allerlei ziektes tot ons langs een weg die we ons nauwelijks kunnen voorstellen of omdat we niet lang genoeg nadenken. De luchtkwaliteit in Liverpool was 40 jaar geleden erg slecht, wat verwonderlijk was omdat de stad aan de westkust van Engeland lag. In het mariene sediment van de rivierdelta van de Mersey bevonden zich echter micro-organismen die het lood, dat (toen) vrij kwam bij de verbranding van benzine, omzetten in het zeer vluchtige tetramethyllood. En daardoor werden sommige bewoners ziek. Tandartsen hadden vroeger soms een zeer actieve darmflora; het kwik dat ze gebruikten bij het vullen van gaatjes in tanden metaboliseerden ze tot een methylkwik dat gevangen bleef in het celmembraan van hun zenuwen. De Amerikaanse firma Kraft bracht een nieuw bakpoeder op de markt, dat het prima deed in het laboratorium. Maar toen het eenmaal op de markt was, vonden veel klanten dat de gebakken cakes muf roken. Oplossing: in het lab gebruikte men ongejodeerd zout, maar de klanten gebruikten zout met jodium en dat jodium ging een verbinding aan met het bakpoeder, met de muffe geur als gevolg. Met andere woorden, chemici waren niet goed opgeleid in het doordenken van de mogelijke ketengevolgen van hun nieuwe stoffen en producten, zoals bij de uiteindelijke scheiding van de gebruikte materialen. Systeemdenken is niet gemakkelijk. Een goed voorbeeld zijn de plastics in het milieu en vooral in de oceanen, ze fragmenteren tot hele kleine stukjes, maar mineraliseren niet, wat de natuur nodig zou hebben om er iets nieuws mee te kunnen beginnen. Als je goed kijkt, vind je dit tekortschietend systeemdenken overal terug.
Het Bijbels principe: ‘stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’, zit kennelijk nog lang niet diep genoeg in de ontwerpopleidingen, de ontwerpers hebben het niet voldoende in hun curriculum. En de chemici denken nog niet genoeg na over de uiteindelijke gevolgen van het gebruik van materialen.