Begin dit jaar publiceerde de Ellen McArthur stichting een beleidsrapport over de ‘nieuwe plasticeconomie’, getiteld ‘The New Plastics Economy, Rethinking the Future of Plastics’. Dit is een belangrijk stuk, dat het denken over een verantwoorde behandeling van het toenemende plasticafval samenvat. Er moet iets worden gedaan, zowel om ecologische als om economische redenen. Vermindering van afval en recycling staan centraal in de voorgestelde beleidsmaatregelen; maar de stichting heeft geen oog voor het belang van nieuwe groene materialen.
De Ellen McArthur Foundation is de meest belangrijke organisatie die pleit voor een circulaire economie. De stichting heeft acht grote bedrijven als partner, in alfabetische volgorde: Cisco, Google, H&M, Intesa, Kingfisher, Philips, Renault en Unilever. De rapporten van de stichting worden geschreven door McKinsey. Zijn rapporten zijn dus invloedrijk en intelligent. Het laatste rapport is ook zeer overtuigend; het voorgestelde beleid moet beslist worden uitgevoerd en de voorgestelde onderzoeksprojecten zijn zinvol. Het rapport schetst eerst het belang van plastics voor de economie en de omvang van het probleem veroorzaakt door plastic afval. Het beziet problemen op wereldschaal en belicht hoe verschillend landen vaak omgaan met plastics, vooral afhankelijk van hun welvaart en milieubewustzijn.
Plastic afval is een grote schadepost
Plastic afval is niet alleen maar een milieuprobleem. Het is ook een grote economische schadepost. ‘Na een kort eerste gebruik gaat 95% van het plastic verpakkingsmateriaal verloren voor de economie,’ zegt het rapport, ‘dit kost elk jaar $ 80-120 miljard. De hoeveelheid plastic verpakking die niet wordt teruggenomen bedraagt wel 32%, wat veel kosten veroorzaakt door achteruitgang van de productiviteit van natuurlijke systemen en verstopping van stedelijke infrastructuur. De kosten van zulke externe effecten na gebruik van plastic verpakking, plus die van de uitgestoten broeikasgassen, worden voorzichtig geschat op $ 40 miljard per jaar – meer dan de winst van de hele industrie van plastic verpakkingen. In de toekomst zullen deze kosten moeten worden gedekt.’ Een beter functionerend systeem zou voordeel bieden, zowel voor milieu als economie. De Nieuwe Plasticeconomie geeft zo’n visie. Het rapport roept op tot wereldwijde samenwerking. Deze zou ‘een gemeenschappelijke richting kunnen geven, een innovatiegolf kunnen bewerkstelligen en een positieve spiraal in gang kunnen zetten van toegenomen waarde, een sterkere economie, en betere resultaten voor het milieu.’
Nu moeten we in actie komen, zegt het rapport, omdat veel ontwikkelingslanden nu hun infrastructuur voor recycling organiseren. Bovendien, aldus het rapport, neemt de waardering voor plastics af en komt de plasticsindustrie misschien wel onder druk te staan. Volgens PlasticsEurope, een vereniging van bedrijven, is er ‘steeds minder waardering voor plastics gezien problemen met onder meer gezondheid en milieu’. Zaken als de plastic soep in de oceanen komen steeds meer in het vizier van publiek en beleidsmakers. De Nieuwe Plasticeconomie is niet alleen nodig vanwege het milieu – er zijn ook belangrijke economische redenen voor. Het rapport roept op tot ‘een gecoördineerd wereldwijd initiatief waarmee het probleem echt kan worden aangepakt en de kansen daarvoor worden gegrepen’.
Gecoördineerde actie in de Nieuwe Plasticeconomie
Onderdelen van zo’n gecoördineerde actie zijn:
• belasting op, of verbod van plastic weggooizakken
• hergebruik van plastic verpakkingen, nu vooral in de B2B sector, maar uit te breiden naar de consumentensector
• ontwerp van verpakkingen met minder plastic en minder additieven
• een grootscheeps initiatief om plastics en hun chemische samenstelling beter te labelen, en bijbehorende scheidings- en sorteersystemen
• markten voor gerecyclede plastics hervormen en versterken
• betere recyclingtechnologie ontwikkelen, en de levensvatbaarheid van hoogwaardige cascadering aantonen.
Het rapport pleit ook voor fundamentele innovaties, zoals ‘de ontwikkeling van milieuvriendelijke materialen; het ontwikkelen van materialen waarbij lagen beter van elkaar kunnen worden gescheiden, bijvoorbeeld met omkeerbare lijmen of gebruik makend van de principes van biomimicry; zoeken naar een ‘superpolymeer’, net zo goed als de huidige polymeren en veel beter te recyclen; de ontwikkeling van chemische markers; en chemische recyclingtechnologieën waarmee de huidige economische en milieutechnische problemen overwonnen kunnen worden.’
Weinig plaats voor bioplastics in de Nieuwe Plasticeconomie
Na al dit vuurwerk blijft er in de Nieuwe Plasticeconomie maar weinig ruimte over voor plastics uit groene grondstoffen. Ze komen helemaal aan het eind, en met een aantal voorbehouden, zoals dat zij ‘vaak nog te duur zijn en ongewenste neveneffecten kunnen hebben’. Dit laatste slaat op ‘problemen als landgebruik, concurrentie met voedsel en invloed op landbouwmethoden en biodiversiteit’ – maar dit zijn problemen van de ‘bio-economie in het algemeen’, wat daardoor riekt naar ‘guilt by association’ (voor zover ik weet, is er bijvoorbeeld nog geen biopolymeer dat ervan wordt verdacht te concurreren met voeding). De Nieuwe Plasticeconomie lijkt de voorkeur te geven aan plastics direct gemaakt uit de broeikasgassen methaan en kooldioxide.
Ik vroeg Harriette Bos, onderzoekster aan biochemicaliën en bioplastics aan Wageningen UR, waarom de voorstanders van een circulaire economie zo vaak het belang van groene plastics verwaarlozen. ‘De plasticwereld, zegt ze, heeft nu al genoeg problemen aan zijn hoofd. Groene plastics betekenen hoe dan ook dat er meer soorten stoffen moeten worden behandeld. In industrielanden is de inzameling van plastics soms al zó succesvol dat er te veel binnen komt. Daarom wil men liever eerst zulke problemen oplossen.’
Over tien jaar ziet het beeld er misschien heel anders uit
Maar als we nu van een afstand de opkomende groene plastics proberen te bekijken, zien we dat er in de komende tien jaar waarschijnlijk veel innovatieve biopolymeren op de markt zullen komen, Nieuwe Plasticeconomie of niet. De snelle technologische ontwikkeling bij het verwerken van groene grondstoffen zal leiden tot materialen met nieuwe eigenschappen, deels als toevoegingen aan bestaande petrochemische plastics. Onderzoek zal ook leiden tot het maken van complexe materialen uit complexe biomassa, waarbij die complexiteit in het hele productieproces behouden blijft. De technologie van cellulose microfibrillen ontwikkelt zich bijvoorbeeld snel. De plasticindustrie zou er over tien jaar heel anders uit kunnen zien. We kunnen op twee manieren een circulaire economie ontwikkelen: door uit te gaan van de materialen van nu, of door in aanmerking te nemen dat er nieuwe materialen komen die circulariteit beter mogelijk maken. In zijn zoektocht naar de Nieuwe Plasticeconomie heeft de Ellen McArthur stichting te weinig oog voor de laatste mogelijkheid.