‘We maken te weinig gebruik van afval,’ zegt Eva Gladek, CEO van het in Amsterdam gehuisveste Metabolic. Afval is een belangrijke grondstof voor een circulaire economie. De belangrijkste uitdaging in het gebruik is niet technisch maar juridisch, alhoewel grote bedrijven als DSM behoefte hebben aan meer homogeniteit dan afval vaak kan bieden. Die uitdaging is echter overkoombaar als biologische in plaats van chemische verwerkingsprocessen worden gebruikt.
Dit is het tweede van twee artikelen over Metabolic. De artikelen verschenen op 4 mei en 8 mei.
‘Ik denk dat (organisch) afval een enorme ongebruikte grondstof is, en daar moeten we beter mee om leren gaan,’ zegt Eva. ‘Een van mijn favoriete bedrijven in Nederland is Protix Biosystems. Ze gebruiken laagwaardige organische grondstoffen om insecten te kweken [link]. Bij Protix kweken ze namelijk larven van de zwaarte soldatenvlieg (hermetia illucens) op afval. We hebben bij Metabolic veel geëxperimenteerd met deze larven, en ze hebben een erg hoge concentratie aan nutriënten, eiwitten en vetten (zie video). Ze kunnen gebruikt worden als diervoer maar ook als grondstof voor chemische processen, bijvoorbeeld voor het maken van biobased verf. Dat is het soort gebruik waar we naartoe moeten, waarin we laagwaardig biobased materiaal opwaarderen voor hoogwaardige functies, en waarin we materialen op de juiste manier matchen: dat wil zeggen, dat we zo slim mogelijk cascaderen.’
Grote juridische obstakels voor gebruik van afval
Protix Biosystems is een goed voorbeeld van veelbelovende ontwikkelingen in de biobased economy. Ze gebruiken de vliegen om laagwaardig materiaal om te zetten in hoogwaardige producten. Een van de grootste uitdagingen waar ze tegenaan lopen is dat het wettelijk verboden is om afval te gebruiken. Dat komt doordat insecten worden beschouwd als ‘micro-vee’, en je mag geen afval voeren aan vee. Het is ze dus niet toegestaan om zo laagwaardig mogelijk voedsel te gebruiken en het op te waarderen, te homogeniseren en op te werken naar een hogere kwaliteit. Dit is het belangrijkste juridische obstakel voor de biobased economy, d.w.z. hoe we veilig en legaal afval kunnen gebruiken om materialen te cascaderen en zelfs op te waarderen naar hoogwaardigere toepassingen.’
‘De afvalwetgeving is gedateerd, zowel in het algemeen voor een circulaire economie als specifiek voor de biobased economy. Juridische kwesties waren ook voor ons bij Metabolic een uitdaging. Het was één van de belangrijkste lessen die we bij het opbouwen van De Ceuvel leerden, dat je zelfs geen afval van de straat mag ophalen en gebruiken om mee te bouwen. Het was verbazingwekkend lastig om gevonden materialen te gebruiken in termen van de benodigde vergunningen. Het kostte een hoop geld, en er waren materialen die we hadden opgehaald maar niet konden gebruiken, terwijl we voor hun verwijdering weer moesten betalen. Dit is niet alleen een Nederlands probleem: een aantal van de grootste obstakels zijn Europees. Er zijn wel mensen die hier onderzoek naar doen, maar niet genoeg. Er zijn weliswaar mensen zijn die hiervoor lobbyen, maar dat zijn er zéker niet genoeg: want er zijn alleen kleine bedrijven mee bezig, en die hebben niet genoeg capaciteit om een lobby te organiseren. Ze groeien wel, maar ze moeten hierin echt samenwerken.’
Organismen zijn onze vrienden en ons gereedschap
Er zijn zeker grotere bedrijven bezig met biobased, bedrijven zoals Interface (de tapijt-tegel fabrikant) maar zij lopen tegen andere problemen aan. Interface en soortgelijke bedrijven zijn al enige tijd aan het werk om een gesloten kringloop te bouwen maar zij lopen tegen uitdagingen aan in het verzamelen en verwerken van materialen. En DSM, dat veel innoveert met groene grondstoffen voor hun chemicaliën, kijkt niet naar afval als feedstock omdat het zo niet-uniform is; en dan is het erg moeilijk om een consistente kwaliteit product te bereiken. Dat klopt als je organisch afval verwerkt met een chemisch proces, maar als je organisch afval verwerkt in een biologisch proces kan je veel beter de kwaliteit homogeniseren, zoals bijvoorbeeld het geval is met de hermetia illucens vliegen. De hoeveelheid nutrienten per insect kunnen wel verschillen, maar met deze larven is de output is veel homogener.’
‘Een van de belangrijkste dingen is dat biologische systemen en biologische organismen onze vrienden en ons gereedschap zijn, in een biobased economy waarin je werkt met biobased materiaal. We zouden die moeten gebruiken op een manier waarop we met de natuur werken in plaats van er tegen, zodat we ze kunnen gebruiken om de fabrieken en de ingewikkelde systemen die we nu hebben te vervangen.’