Metabolic is een rijzende ster in het veld van circular economy consulting in Nederland. Recente projecten van het nog maar in 2012 opgerichte bedrijf zijn onder andere biologisch herstel van een industriegebied en een studie voor WNF naar de impact van het wereldvoedselsysteem. We spraken met oprichtster Eva Gladek. Hoe kijkt Eva Gladek naar biobased, wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen en welke obstakels ziet ze voor biobased.
Dit is het eerste van twee artikelen over Metabolic. De artikelen verschenen op 4 mei en 8 mei.
Wie aankomt op het terrein van Metabolic zou niet meteen denken dat hier één van de belangrijkste consultancies in Nederland zit met betrekking tot de circulaire economie. De oever is bezaaid met afvalhout, kapotte boten en verroeste metalen gebruiksvoorwerpen. Langzaam daalt echter het inzicht in dat deze organisatie niet alleen recycling predikt, maar deze ook zelf toepast. We ontmoeten Eva Gladek in één van de voormalige woonboten die hier op de kade zijn getrokken, als onderdeel van een project om deze vervuilde industriegrond te herontwikkelen. Tijdens het interview vertelt de CEO van Metabolic dat zelfs de tafel waaraan het interview plaats vindt is gemaakt van bomen, gekapt in de stad, die bestemd waren voor de verbandingsoven.
Metabolic: drie divisies
Eva Gladek was na haar opleiding tot industrieel ecoloog werkzaam als duurzaamheidsconsultant, alvorens ze in 2012 Metabolic oprichtte. ‘Ik was erg gefrustreerd met de wereld van duurzaamheidsconsultancy, we schreven slechts adviezen en maakten ontwerpen die vervolgens op een plank belandden om daar tot in de eeuwigheid stof te verzamelen. Zo ontstond het idee om van Metabolic om een toepassingsgerichte organisatie op te richten, een op actie gericht bedrijf. Dit hebben we uitgewerkt tot een bedrijf met een bijzondere bedrijfstructuur, met drie divisies.’
De eerste divisie, Metabolic Consulting, is het ‘brein van het bedrijf, waar we problemen proberen te begrijpen en het systeem analyseren’. Deze divisie voert systeemanalyses uit voor steden en projecten in de gebouwde omgeving, maar ook voor sectoren, bedrijven en specifieke producten, gebaseerd op technieken uit de industriële ecologie zoals life-cycle assessment (LCA) en material flow analysis (MFA). Als voorbeeld: Metabolic heeft recent een studie afgerond voor WNF over de impacts van het wereldvoedselsysteem.
Maar consultancy in de circulaire economie is niet wat Metabolic uniek maakt. ‘Soms identificeren we een aangrijpingspunt, een plek van waaruit het mogelijk is om het hele systeem positief te beïnvloeden, en daarop doen we vervolgens toegepast werk.’ Dit vindt plaats in de tweede divisie, Metabolic Technology, wat experimenteert, producten ontwikkelt, en de ideeën toepast die in de consultancy divisie zijn bedacht. ‘Deze plek hier, De Ceuvel, is daar een voorbeeld van: we begonnen hier als consultancypartner met als doel om van alle materiaalstromen gesloten kringlopen te maken. En we experimenteren hier ook met andere technologieën, zoals een struviet-reactor die urine omzet in meststoffen.’
De derde tak, Metabolic Ventures, is waar speficieke ideeën worden opgeschaald naar een nieuw bedrijf, zoals gebeurd is met het recent opgerichte Spectral Utilities gericht op basale nutsvoorzieningen.
Biobased is niet per se beter, zegt Eva Gladek
‘We hebben bij Metabolic een analyse gemaakt van materiaalstromen in de wereldeconomie,’ vertelt Eva, ‘en kwamen erachter dat zo’n 22% van alle gewonnen materialen een biologische oorsprong hebben, met name in de vorm van hout, voedsel, vezels en dergelijke. Echter, een groot deel van de impact van onze economie (50 tot 80% afhankelijk van de categorie van impact) wordt veroorzaakt door de winning van deze biobased materialen. Het grootste deel van deze impacts komt door het gebruik van grote hoeveelheden land, water en vernietiging van habitats. Dus alhoewel biobased essentieel is voor iedere economie, zijn biobased materialen niet noodzakelijkerwijs beter dan een niet-biobased alternatief. Context is bijzonder belangrijk. Een voorbeeld: in een life-cycle assessment van bouwmateriaal is wol een mogelijk isolatiemateriaal, maar dan krijgt het altijd een erg lage waardering. Dat komt omdat wol, als je alleen voor de wol schapen houdt, alle impacts toegewezen krijgt van bijvoorbeeld grondgebruik, bodemverdichting en methaanproductie. Maar als je de schapen voor een andere functie inzet kantelt het beeld volledig. Organisaties zoals de gemeente Rotterdam en Barendrecht zetten schapen in voor het beheren van de wegberm, in samenwerking met schaapherders. Dan is de wol een bijproduct van andere functies én wordt er bespaard op brandstof die anders gebruikt zou worden voor machines (om de berm bij te houden, red.). De context is dus bepalend, en dat is het geval voor de meeste biobased producten.’
Materiaal moet passen bij de functie
Eva Gladek stelt voor dat we eerst onze filosofie helder moeten krijgen, gebaseerd bijvoorbeeld op indicatoren zoals circularity factors; het matchen van materiaal aan functie; en door veel meer gebruik te maken van afval. ‘We moeten zeer zeker meer biobased materialen gebruiken, we moeten naar een economie toe die van begin tot eind fundamenteel is ingericht op het omvormen van biologische materiaalstromen. Maar we moeten dat wel op een manier doen waarin rekening wordt gehouden met de hoogste gebruikswaarde is van een materiaal. Met andere woorden, we moeten altijd zo veel mogelijk complexiteit van een materiaal behouden in plaats van het te gebruiken in de meest laagwaardige vorm.’
‘Verder kunnen én moeten alle materialen een belangrijke rol spelen in een duurzame economie. Belangrijk is vooral de manier waarop materialen worden gekoppeld aan de functie waarin ze worden gebruikt. Bij Metabolic hebben we zo een set circularity factors ontworpen. Die factoren bepalen voor wat voor functie een materiaal geschikt is. Het gaat dan bijvoorbeeld over hernieuwbaarheid, afbreekbaarheid, schaarsheid, giftigheid en recyclebaarheid. Er zijn toepassingen waarvoor biobased of hernieuwbare materialen het meest geschikt zjin, er zijn toepassingen waarvoor sterke en langdurig houdbare materialen het beste zijn, en daartussenin zit een groot grijs gebied. Om een voorbeeld te geven, biobased materialen zijn beter als je iets in de omgeving gaat verspreiden, zodat het daar op een goede manier terecht komt. Dat betreft stoffen zoals verf en coatings en schoonmaakmiddelen, die worden verspreid in de omgeving en daar nooit meer uit teruggewonnen gaan worden. Materialen voor deze toepassingen zouden niet schaars of onhernieuwbaar moeten zijn, die moeten biobased zijn,” aldus Eva Gladek van Metabolic.