De zwaarst mogelijke straf die je in een Europees land kunt krijgen is gevangenisstraf. Zo’n langdurige vrijheidsberoving is sterk onwenselijk voor een mens. Wie gevangen zit verlangt naar vrijheid, en verhalen waarin een gevangenis betrokken is gaan daarom bijna altijd over ontsnappingspogingen: bijvoorbeeld in films zoals The Great Escape, The Shawshawk Redemption en Alcatraz. De recente Brexit-stem was ook een poging tot ontsnapping. Niet van de EU, maar wel van een gevoel van gevangenschap.
Het demos – de burgers in hun capaciteit als deelnemer aan de politiek – bekruipt de afgelopen jaren een gevoel van vrijheidsberoving. Economische tegenspoed dwingt ons tot beperkingen: via ons inkomen en de afgenomen vraag naar diensten en producten; maar ook via bezuinigingen die weer leiden tot minder banen en verminderde toegang tot zorg en hoger onderwijs. Veel mensen voelen daarnaast ecologische claims als beperking: ze worden daardoor gedwongen tot stilstaan bij de onzichtbare kosten van hun behoeftes en hun gedrag in de vorm van bijvoorbeeld consumptie en autorijden. En in sommige gevallen voelen mensen zich ook in hun vrijheid bedreigd in de naam van politieke correctheid, waarin onze culturele gewoontes worden bevraagd en onze identiteit aangevallen, soms nog steeds gebouwd op een minderwaardig beeld van ‘anderen’.
Veel mensen hebben hier geen goed weerwoord op. Zelfs als we op rationeel niveau de situatie en haar oorzaken begrijpen, dringen deze omstandigheden binnen in onze emoties. Voor het gevoel worden onze mogelijkheden minder; komen de muren op ons af. Ieder mens met enige liefde voor het leven wil die muren beklimmen of afbreken, met een blik op uitnodigende vergezichten, weidse open velden die ons aanroepen tot rennen, dansen en springen, het vieren van het leven (vergezichten overigens die ook vaak genoeg aan het verleden ontleend worden, waarvan we ons door wederom krachtige emotionele mechanismen de mooie dingen beter herinneren dan de slechte).
Het is een krachtige menselijke beweging om op te boksen tegen muren. In onze ontwikkeling komen we steeds weer beperkingen tegen, en we groeien door die beperkingen te overwinnen. Als individu, door te leren, te sporten en hard te werken; en als samenleving, door ons uit te breiden, nieuwe kennis aan te boren, nieuwe technologieën te ontwikkelen en uit te rollen. Toen we raketten bouwden en medicijnen ontwikkelden braken we muren af. Andere beperkingen, zoals die van onze behoefte aan voedsel en veilige woonruimte, konden we niet volledig overwinnen maar verminderden we wel beduidend met slimme technologieën en goede organisatie.
Organisaties stellen grenzen en maken tegelijkertijd dat we deze internaliseren tot een sociale structuur. In zo’n geval ervaren we de beperkingen niet als komende van buitenaf, maar als opgelegd door andere mensen. Als kind worden grenzen gesteld door onze ouders, die ons tegenhouden om over straat te rennen en te snoepen wanneer we willen. Als we ouder zijn bijvoorbeeld door een leidinggevende die met beperkte middelen toch bedrijfsdoelen moet realiseren; of door een overheid die een collectief moet loodsen door een complex internationaal krachtenveld.
Zulke gezagsdragers vertalen namens een groep – het gezin, het bedrijf, de samenleving – externe beperkingen naar interne, disciplinerende maatregelen. En of die autoriteiten nou goed hun werk doen of niet, de wens om grenzen te verleggen blijft; hij komt voort uit onze – geheel en oprecht menselijke – behoefte aan die Elysische vrijheid. Men moet boksen, en wie als gezaghebber deze behoefte niet erkent staat niet meer in contact met wat mensen drijft, en geeft anderen ook niet het gevoel gekend te zijn.
Brexit gaat niet over de EU
De Brexit-stem was geen stem tegen de EU, maar een zielenkreet tegen alle beperkingen die men ondervindt (maar niet kan plaatsen). Dat een deel van de Leave-stemmers de volgende dag ging opzoeken wat de EU eigenlijk was, en de uitingen van ‘Buyer’s remorse’ zouden een goed verstaander duidelijk moeten maken dat het bij Brexit lang niet alleen over de EU ging – en ook niet over de beloften van Nigel Farage en Boris Johnson. Donald Trump-volgelingen en Geert Wilders-stemmers hebben dezelfde drijfveren. Zij uiten de behoefte om vorm te geven aan het eigen leven zonder daar mogelijkheden voor te zien.
Op dit moment is de enige manier om uiting te geven aan die emoties, te stemmen op puberale partijen die slechts schoppen tegen de elites die ons de beperkingen van een steeds complexere wereld opleggen. Men schopt niet tegen de elites, maar tegen de beperkingen. Er is nog niemand die die energie binnen de politieke arena op een positieve manier kanaliseert. We moeten die energie erkennen, niet als angst, als kleinzerigheid of onwetenheid, maar als iets wat ieder van ons tot mens maakt. Juist nu de globale uitdagingen enorm zijn, hebben we behoefte aan leiders die ons aanspreken op onze capaciteit en wil om de wereld voor onszelf te verbeteren. Laten we onze tijd en energie niet verspillen aan het enerzijds bouwen en anderzijds afbreken van muren, terwijl we zo veel belangrijke problemen moeten oplossen.