‘In de landbouw is veel diversiteit verloren gegaan waardoor bodems minder ecosysteemdiensten leveren,’ zegt Louise Vet. ‘We kunnen dat pas sinds kort vaststellen, nu we bodems op hun DNA-profiel kunnen analyseren. We hebben de black box van de bodem geopend, en we ontdekken heel veel nieuwe mogelijkheden die wel recht doen aan de diversiteit van de bodem. En we staan nog maar aan het begin van deze ontwikkeling.’
Diversiteit geeft stabiliteit
Louise Vet is directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO), en hoogleraar in de evolutionaire ecologie aan Wageningen UR. Haar eigen vakgebied is de ecologie van planten, plantenetende insecten en hun natuurlijke vijanden zoals sluipwespen. In haar onderzoek ontdekte ze al het belang van de boodschappen die planten uitzenden naar hun belagers en de vijanden van hun belagers; nu wij in snel tempo meer te weten komen van de bodem, kan zij steeds meer verbanden zien tussen het bodemleven en het bovengrondse bestaan. Onderzoekers van het NIOO ontdekten bijvoorbeeld dat insecten in en boven de grond kunnen communiceren via een plant. Zo gebruiken ze de plant eigenlijk als een telefoon. Als er ondergronds insecten aan het eten zijn van de plant, dan zenden de bladeren bovengronds signalen uit. Bovengrondse insecten kiezen daardoor als het kan een andere plant uit, om concurrentie te voorkomen en vooral om de giftige afweerstoffen van de plant te vermijden. NIOO onderzoekster Olga Kostenko ontdekte zelfs dat de bodem signalen opslaat als insecten planten aanvreten. Toekomstige planten op die plek pikken die boodschap op en seinen deze door. Die signalen zijn heel specifiek: de nieuwe plant kan zo doorgeven of de vorige plant last had van bovengrondse insecten. De plant functioneert dus niet alleen als telefoon maar laat zelfs voicemails achter in de bodem.
Door eenzijdige nadruk op kunstmest en maximalisatie van productie, zegt Louise Vet, hebben we het bodemleven veel te veel veronachtzaamd. Hierdoor is al 20% van alle landbouwgronden ter wereld verarmd. Wereldwijd gaat het organische stofgehalte, het voedsel voor het microbiële bodemleven, omlaag. Hetzelfde geldt voor micronutriënten, waarvoor te weinig aandacht bestaat. Nu we in de bodem kunnen kijken, ontdekken we de enorme diversiteit van het bodemleven. Het microbioom van de bodem is geheel vergelijkbaar met het menselijke microbioom in onze darmen: het vervult vele functies, waarvan we tot nu toe slechts een heel klein deel hebben ontdekt. Dit microbioom voorziet planten van voeding, het kan hen beschermen tegen droogte en andere uitzonderlijke omstandigheden, en vervult een belangrijke functie in de bescherming tegen ziekten. Het is een systeem in de volle betekenis van het woord, het geeft met andere woorden stabiliteit en veerkracht, of in de technische term: resilience – bestandheid tegen schokken. Een eigenschap die voor de landbouw van grote betekenis kan zijn. Louise geeft als voorbeeld experimenteel veldonderzoek in Vredepeel van NIOO-er Maarten Schrama aan de maïsoogst. 2013 was een uitzonderlijk droog jaar; en opmerkelijk genoeg had de conventionele maïsteelt hiervan veel meer te lijden dan de biologische teelt: in dat jaar was de biologische oogst per hectare groter dan de conventionele oogst. Kennelijk gaf de diversiteit van het bodemsysteem voldoende bescherming tegen droogtestress. Van die ecosysteemdiensten moet ook de conventionele landbouw veel meer gebruik gaan maken, zegt Louise. Dat vereist een herwaardering van de diversiteit van de bodem – met andere woorden afstappen van een beperkte NPK benadering met gebruik van chemische middelen, en het toegroeien naar een systeembenadering..
Microbioom
Veel bedrijven in de landbouwsector hebben nu het microbioom ontdekt, ook de grote als Syngenta, Bayer en Monsanto. Zij zien in dat chemische gewasbescherming zijn grenzen nadert en steken veel geld in microbiologisch onderzoek. Maar het gevaar van nieuwe reductionistische benaderingen ligt steeds op de loer: zoeken naar dat éne magische middel met supereffecten, terwijl wij nu al weten dat het juist gemeenschappen van schimmels en bacteriën zijn die de gewenste ecosysteemdiensten leveren. Onderzoekers bij het NIOO hebben bijvoorbeeld ontdekt dat bacteriën en schimmels in de bodem veel sociale interactie hebben via vluchtige stoffen, ‘volatiles’. Er is onder meer aangetoond dat deze stoffen een rol kunnen spelen bij het vergroten van de weerbaarheid van planten tegen ziekten en plagen. De biodiversiteit in de bodem biedt nieuwe mogelijkheden om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te verminderen. Martijn Bezemer van het NIOO onderzoekt dit momenteel voor de chrysantenteelt – een teelt waarbij altijd veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
Louise Vet ziet voor zich dat de landbouw langs deze weg uiteindelijk veel minder schadelijke effecten op zijn omgeving zal hebben. Conventionele landbouw zal kunnen toegroeien naar biologische landbouw. Door te werken met de natuur in plaats van ertegen, met meer aandacht voor biologische diversiteit: ook voor lokale variëteiten, en met herwaardering en gebruik van de opbouw van het landschap, met heggen, wallen en verschillen in intensiteit van de teelt. Zodat de landbouw de wereld kan voeden in een gezond ecosysteem.