Verticale landbouw

Verticale landbouw komt op in de stad. Groenten moete zo vers mogelijk zijn, en daarom zullen bedrijven meer groenten gaan produceren vlak bij de consument. In verticale productie natuurlijk, vaak in oude gebouwen en verlicht met LED-lampen, omdat er nu eenmaal weinig ruimte is in de stad. Er is een aantal ontwerpen in ontwikkeling, we verwachten een doorbraak binnen een paar jaar. Stedelijke precisie-landbouw.

AeroFarms verticale landbouw
Het AeroFarms model. De planten wortelen door een doek heen, de wortels komen in een aparte ruimte waarin ze worden voorzien van water en voedingsstoffen.

Verticale landbouw begint te groeien

Afgelopen juni organiseerde de Association for Vertical Farming een ‘top’ in Amsterdam. De organisatie zegt op zijn website: ‘verticale landbouw kan de aarde gezonder maken en tegelijkertijd bijdragen aan een sterkere economie.’ Onder de tien voordelen van verticale landbouw noemen ze: minder uitspoeling van stoffen vanaf het land, 365 dagen per jaar productie, tot 98% minder waterverbruik vergeleken met gewone landbouw, en een voortdurende aanvoer van lokale verse producten. ‘Maar we moeten de status quo doorbreken,’ zo gaan ze verder, ‘om de vele problemen van verticale landbouw te overwinnen en de aardse ecosystemen te herstellen.’ Een van die problemen, denken wij, is de traagheid van traditionele verbanden en werkwijzen bij de productie en distributie van voedsel, die de nieuwkomer ondervindt.

Maar deze problemen verhinderen vele kleine en zelfs grote, gevestigde bedrijven niet om apparatuur en systemen te ontwikkelen voor deze nieuwe vorm van stadslandbouw. Philips is één van hen; ze zijn vrij laat bij het toepassen van hun LED-verlichting in de verticale landbouw, maar ze zijn zeer actief bij het organiseren van een grote gemeenschap van R&D groepen en starters die hun lampen gebruiken onder de naam BrightBox. Dit is bedoeld als een open innovatiecentrum voor toegepast onderzoek. BrightBox verhuurt verticale ‘cellen’ voor verticale landbouw bestaande uit een ruimte met meerdere lagen, LEDs en klimaatregeling, met tot 192 m2 groei-oppervlakte. Tegen aanvullende betaling werkt BrightBox samen met klanten bij het opstellen van ‘groeirecepten’, die precies de samenstelling aangeven van groeisubstraat, lichtspectra, lichtsterkte, CO2-gehalte, bemesting, temperatuur, vochtigheidsgraad en lichthoogte. BrightBox kan ook analyses maken van zeer gewenste kwaliteiten als gehalte aan voedingsstoffen, houdbaarheid en betere smaak.

Heliospectra
Heliospectra verlichting voor kassen.

Sommige projecten zijn zeer groot

Philips heeft vele concurrenten; een daarvan is Heliospectra, een Amerikaans bedrijf dat al enige tijd actief is op het gebied van kassen met LED-verlichting. Een ander is AeroFarms, een bedrijf dat ‘de landbouw vernieuwt’, zoals zij het stellen. ‘We telen heerlijke en voedzame groenten en kruiden zonder zonlicht, aarde of bestrijdingsmiddelen. Onze gewassen krijgen precies wat ze nodig hebben aan vocht en voedingsstoffen in een spray rechtstreeks op hun wortels in een volledig beheerste omgeving.’ AeroFarms bouwt nu ‘de grootste verticale boerderij’ in Newark, New Jersey, in een verlaten staalfabriek. Het heeft $ 30 miljoen investeringsgeld weten binnen te halen uit vele hoeken, waaronder Goldman Sachs en de New Jersey Economic Development Authority. Voor de laatste is het van groot belang dat AeroFarms waarschijnlijk veel nieuwe banen gaat scheppen in dit verwaarloosde deel van Newark. Het project is gebouwd op de overtuiging dat productiviteitswinst de hoge technologische kosten meer dan goed zal maken.

Een ander bedrijf dat het zoekt in grote projecten is Plantagon, een Zweeds bedrijf dat een soort wolkenkrabber ontwikkelt voor de verbouw van groenten. Vooral onder invloed van zonlicht en niet van LED-lampen. Plantagon wil graag drie belangrijke economische velden met elkaar verbinden: landbouw, technologie en architectuur; ze noemen het agritectuur. Het bedrijf zegt dat het ‘voeding en voedselproductie de stad binnen brengt (…) door bestaande gebouwen te gebruiken, met lagere investeringskosten.’ Het bedrijf wil overtollige warmte, biomassa en zelfs CO2 gebruiken voor voedselproductie. ‘De oplossingen van Plantagon zijn niet alleen maar industrieel. We verenigen een industriële vorm van stadslandbouw met gebouwontwikkeling, en scheppen mooie projecten voor de stad.’ Een van hun grote projecten is het bouwen van een gebouw deels bestemd voor verticale landbouw in Linköping, Zweden.

Maar de middenmaat zou precies geschikt kunnen zijn voor verticale landbouw

Wij voorzien niet dat massaproducten als rijst en tarwe op deze manier zullen worden geproduceerd; verticale landbouw zal met andere woorden niet het wereldvoedselprobleem oplossen. Maar gewoon zeer goede groenten telen voor de stedelijke consument zou heel goed winstgevend kunnen zijn. We betwijfelen echter of zulke bedrijven vele hectares groot moeten zijn. Consumenten zouden de producten binnen een paar uur op hun bord moeten kunnen hebben, om optimaal te profiteren van hun versheid. Restaurants zouden de eerste klanten kunnen zijn, ermee pronkend dat zij altijd de meest verse groenten van de hoogste kwaliteit serveren. Daarna zouden supermarkten kunnen komen, of een groep supermarkten in een buurt. Wij denken aan groentewarenhuizen voor misschien 10.000 of 20.000 klanten, in leegstaande kantoorgebouwen of lege stukken in de stad. Het verpakken en vervoeren van de producten zal veel eenvoudiger zijn, en de producent kan altijd verse kwaliteit garanderen. Met de juiste sensortechnologie kunnen supermarktmanagers binnen een paar uur nauwkeurig groenten binnen krijgen. Op hun computers kunnen ze de beschikbaarheid controleren van verse sla, tomaten, champignons, aardbeien enzovoort, bij de buurman in het ‘kantoor’ waar de groenten worden verbouwd. Dit gaat vrij kleinschalig, en daardoor is precieze en transparante controle mogelijk. Grote bedrijfseenheden zijn niet nodig voor goede resultaten; consumenten waarderen het zeer om te zien waar de groenten groeien en het besparen op vervoer; en ze ervaren de uitzonderlijke versheid en smaak.

Maar één vraag blijft onbeantwoord. Ik stelde die vraag aan Louise Vet, hoogleraar in de plantenecologie aan Wageningen UR, die ik vorige maand interviewde. Nu we steeds meer begrijpen van het bodemleven en het belang ervan voor de gezondheid van planten, vroeg ik, komen we dan iets tekort als onze groenten worden geteeld op een steriel substraat? Ik heb me dat ook afgevraagd, antwoordde zij. En ik weet het niet.

(Visited 73 times, 1 visits today)

Plaats een reactie