In haar voordracht tijdens de European Forum for Industrial Biotechnology (EFIB), afgelopen oktober in Glasgow, behandelde Professor Dame Anne Glover, Vice-Principal External Affairs, University of Aberdeen, effectieve communicatie in wetenschap, engineering en technologie. En een aantal weken later, tijdens de ‘Agro meets Chemicals’ conferentie in Utrecht, benadrukte professor Louise Fresco, Wageningen Universiteit, het belang van wetenschapscommunicatie om acceptatie van nieuwe agro-technologie te bevorderen. Ik realiseerde me dat veel mensen op dit moment debatteren over communicatie in technologie en in de biobased economie.
De kunst van wetenschapscommunicatie
Professor Glover gaf haar presentatie de titel ‘Lost in Translation’, naar het 2003 comedy-drama met Bill Murray en Scarlett Johansson. De film gaat over het verlies van betekenis en detail bij de vertaling van meer ingewikkelde gebeurtenissen en bewoordingen. Alle onderwerpen waar ze tijdens haar presentatie naar verwees zijn van toepassing op biotechnologie. Hoe moet de waarde van kennis worden vertaald? Hoe moet worden omgegaan met wetenschappelijke onzekerheid? Hoe eenvoudig is het om bewijzen te misbruiken? Hoe begrijpt de maatschappij bewijs?
Glover vertelde: ‘…Europa is no. 1 in wetenschap, engineering en technologie, maar wie weet dat?’ De problemen bij het vertalen van wetenschappelijke resultaten beschreef ze als volgt: ‘…politici willen niet zien, burgers willen niet luisteren en de industrie wil niet spreken.’ Glover benadrukte dat wetenschap de politiek een feitelijke basis moet bieden. En ze noemde uitdrukkelijk de noodzaak om eerlijk te zijn over de feiten die je hebt en de feiten die je niet hebt. En dat kan resulteren in een niet altijd vriendelijke opstelling, zoals ik las in een interview met Dani Rodrik, een econoom van Harvard.
Wetenschap en industrie praten niet
Rosanne Hertzberger is een columnist voor de NRC. Wetenschapscommunicatie is een aandachtspunt van haar. In een column in NRC van 9 december 2016 met de titel: ‘Vrijuit spreken op Twitter, als bedrijven dat eens deden’ analyseert ze communicatie door bedrijven. Ze observeert dat in theorie organisaties een paar duizend ambassadeurs in dienst hebben die op hun handen moeten zitten als er weer eens een sloot aan onwaarheden wordt uitgegoten over hun specialiteit door politici of journalisten die wél vrijuit mogen spreken. Haar conclusie: ‘De expertise die we nu zo vaak ontberen in publieke debatten zit meestal vastgeroest in een centrale communicatie-strategie.’ Hertzberger omschrijft dit als een ongewenste bedrijfscultuur waarbij de helft van de wetenschapscommunicatie van organisaties voortkomt uit gewoonte. De andere helft is angst.
Ze concludeert verder dat dit ook op wetenschappers van toepassing is, ‘…een beroepsgroep, wiens taak het is kennis te genereren en te delen.’ Ze constateert dat het maar zelden voorkomt dat iemand data post en zegt: ‘Voilà, verse kennis uit het lab.’ In een andere column in NRC, van 21 oktober 2016, getiteld: ‘Fundamentele wetenschap die dat niet is’, zegt ze: ‘Achter de meeste projecten die zichzelf fundamenteel noemen zit wel een doel. Maar het vergt moed om dat doel te formuleren. Daarmee schep je verwachtingen, een tijdslijn misschien. Het betekent dat je project ook kan falen….’
What’s in it for me, de belangrijke vraag
Biotechnologie maakt het ons mogelijk om wereldwijde uitdagingen op een doordachte manier aan te pakken, maar dat is duidelijk niet voldoende om burgers te overtuigen. Glover ziet in de ‘What’s-in-it-for-me’ vraag de sleutel om burgers te betrekken. Daarom vindt zij het noodzakelijk dat wetenschapscommunicatie geregeld, goedverzorgd en transparant is, en dat onderzoekers empathie voor publieke bezorgdheid tonen. Dani Rodrik voegt hier nog aan toe dat wetenschappers bescheidener moeten zijn en moeten zeggen wanneer ze iets niet weten. Dit zou in een grotere geloofwaardigheid bij het publiek hebben geresulteerd, volgens Rodrik. Ook Louise Fresco gelooft dat maatschappelijk wantrouwen in de agro-sector vermeden moet worden door merken die het vertrouwen van consumenten verdienen en het behouden.
Niettemin, volgens Glover: hoe kunnen mensen onderscheid tussen geloofwaardig en onjuist bewijs maken. Ze noemde de strategie van ‘de krenten uit de pap vissen’: alleen de feiten gebruiken die een specifiek doel of geloof ondersteunen en tegelijkertijd alle andere feiten negeren, met als gevolg vertekening en misbruik van bewijs. En het is waar: door goed op het internet te zoeken kun je meestal wel een studie of onderzoeker vinden die conclusies trekt die bestaande opvattingen bevestigen.
Glover had nog een ander interessante opmerking toen ze vaststelde dat dat ze nooit over de markt praat omdat deze geen gezicht heeft. Ook Rodrik benadrukt dat het algemene publiek niet in de markt is geïnteresseerd, maar alleen wil delen in de vruchten van innovatie. Volgens Rodrik zal teveel aandacht voor de markt leiden tot het verlies van vertrouwen van het publiek, omdat alle andere relevante aspecten van de wetenschapscommunicatie verloren raken in de vertaling.
Ook gepubliceerd op het persoonlijke blog van Wijnand.