Ongeveer twee maanden geleden opende NRC Handelsblad met het nieuws dat biodiesel roestvorming versnelt bij onbeschermde stalen opslagtanks zoals in gebruik bij Nederlandse tankstations. Omdat biodiesel een product met een natuurlijke oorsprong is, bevordert het de groei van bacteriën die zich aan de binnenzijde van de tankwand hechten. Deze bacteriën produceren zuren, welke op hun beurt de stalen tankwand corroderen wat uiteindelijk lekkage zal veroorzaken.
Dit is een typisch voorbeeld van wat de Amerikaanse schrijver en onderzoeker Edward Tenner ‘revenge effects’, vergeldingseffecten, noemt: onbedoelde gevolgen van een of andere vorm van menselijk vernuft. Enkele recente voorbeelden uit het nieuws: de weigering van het algemeen publiek om de natuurlijke verhongering van grote herkauwers in natuurgebied de Oostvaardersplassen te accepteren, of duurzame houtkachels die grote hoeveelheden fijnstof uitstoten, of sterfte van honingbijen ten gevolge van bepaalde pesticiden.
Tenner schreef een uitermate leesbaar boek over dergelijke vergeldingseffecten, met als titel ‘Why Things Bite Back’. Hij behandelt een groot aantal onbedoelde gevolgen, en het is eenvoudig te begrijpen waarom ook bij bio-based processen de ontwikkelingen die door Tenner zijn uitgewerkt, zullen optreden. Hij herkent een steeds terugkerende cyclus: intensivering (groeiende toepassing van een trend of een ontwikkeling) – onheil (disaster: shit happens) – voorzorgsmaatregelen (er wordt iets aan het onheil gedaan) – waakzaamheid (vigilance: manage and control). Het aanvankelijke onheil wordt omgebogen tot een meer diffuus, maar beheersbaar probleem, waarvan de kosten over veel meer mensen worden verspreid.
Dit wordt in het geval van biodiesel geïllustreerd door de noodzaak om waar mogelijk onbeschermde, niet-gecoate, tanks te vervangen (voorzorg), en om routinecontroles te intensiveren (waakzaamheid). Voor houtkachels betekent het betere regels en het verplicht gebruik van filters (voorzorgen), en aanvullend werk voor de dienstverlenende installatiesector die onderhoud verzorgt (waakzaamheid). Deze twee voorbeelden tonen typisch vergeldingseffecten die al langere tijd bekend waren, maar geen probleem waren tot het gebruik van biodiesel en houtbrandstof toenam; in beide gevallen als resultaat van promotie en zelfs overheidsverplichting zonder dat de juiste voorzorgsmaatregelen waren genomen.
Ook bio-based trends brengen onbedoelde gevolgen met zich mee
Tenner maakt duidelijk dat onbedoelde gevolgen moeilijk te voorspellen zijn: soms hebben vergeldingseffecten tientallen jaren nodig om zich te manifesteren, en de meeste vergeldingseffecten kunnen niet op basis van kleinschalige tests voorspeld worden. Onverwacht socio-economisch gedrag van mensen speelt een rol; bovendien worden ervaringen en rapporten uit het verleden gemakkelijk vergeten. Al deze aspecten, en veel meer, kunnen ook op bio-based ontwikkelingen worden geprojecteerd.
Ik denk dat we meer aandacht moeten besteden aan de niet-bedoelde, maar onvermijdelijke gevolgen die met bio-based trends gepaard zullen gaan, helemaal wanneer deze op een grote schaal worden toegepast. Zoals Tenner uiteenzet, betekent dit dat we nieuwe bio-based trends niet zomaar moeten toepassen als oplossing voor alles, zonder rekening te houden met mogelijke vergeldingseffecten. Het gebruik van nieuwe bio-based ontwikkelingen vraagt diversificatie, dematerialisatie en finesse. Hoewel vanuit een andere invalshoek, beschrijven Alle Bruggink en Diederik van der Hoeven precies zo’n precisie-economie in hun boek ‘More with Less’.
Interessant? Lees dan ook:
Biologen moeten kunnen programmeren
Losgeslagen wetenschappelijke fantasie
Gaia, en de zachtmoedige wraak van James Lovelock