De laatste tijd stroomt mijn inbox over van berichten van geëngageerde onderzoekers die waarschuwen voor de effecten van blijvende economische groei; we zouden hier snel van af moeten stappen om te voorkomen dat het aardse ecologische systeem ineenstort. Maar hoewel ik hun zaak zeer ben toegedaan, meen ik dat zij de verkeerde vraag stellen. Zowel het begrip BNP als het begrip ontkoppeling worden geleidelijk betekenisloos. We moeten ophouden het begrip BNP te gebruiken en overschakelen op BNB: Bruto Nationale Behoeftebevrediging.
Verkeerde vraag, verkeerde antwoorden
Deze kwestie is van groot politiek belang, omdat beleidsmakers over de hele wereld, als zij hiermee worden geconfronteerd, zullen antwoorden: daar hebben we al rekening mee gehouden, ‘groene groei’ zal de twee schijnbaar tegengestelde begrippen economische groei en duurzaamheid met elkaar verzoenen. De geëngageerde economen waarschuwen dat er niet zoiets bestaat als groene groei, en dat we op die weg grote ongelukken zullen krijgen. De discussie die zij voeren over dit belangrijke beleidsvraagstuk is heel abstract. Zij modelleren zowel economische productie als milieueffecten heel grof, bijv. respectievelijk als BNP en als energiegebruik of totaal materiaalgebruik. Bij hen komt de discussie hierop neer: zal de technologie sneller kunnen dematerialiseren dan de groei van de wereldproductie, 2% of 3% per jaar? De meesten van hen hebben geen kaas gegeten van technologie. Ze kijken nauwelijks naar de eigen aard van de moderne technologie, proberen niet het potentieel daarvan vast te stellen. Ze denken dat ze de toekomstige technologische ontwikkelingen kunnen beoordelen door te kijken naar trends uit het verleden. Daarom kunnen we veel grote modelberekeningen nauwelijks nog wetenschappelijk noemen. Ward et al. bijvoorbeeld nemen enerzijds aan dat betere efficiency in energie- en materiaalgebruik binnenkort begrensd zal worden door de natuurwetten (zonder onderzoek naar, of zelfs aanduiding van enige technologie), maar vinden het aan de andere kant niet absurd om te denken dat het wereld-BNP tot na het jaar 2100 kan blijven stijgen met 3% per jaar (ruim boven de trend van dit moment). En Hickel gebruikt een voorbeeld dat zijn gebrek aan begrip van moderne technologie goed illustreert: ‘je kunt een houten tafel wel efficiënter produceren, maar je kunt een tafel niet uit niets maken. Uiteindelijk zal je toch een minimale hoeveelheid hout nodig hebben.’ Het ontgaat hem duidelijk dat het maken van een tafel geen goede metafoor is voor moderne technologie. Verkeerde vraag, verkeerde antwoorden. (De bewering over natuurwetten is trouwens onwaar, voorlopig tenminste, behalve voor Ledlampen en, over een jaar of twintig, voor batterijen).
BNB in plaats van BNP
In het boek More with Less, Welcome to the Precision Economy betogen Alle Bruggink en ik dat de huidige technologische ontwikkelingen het begrip BNP zelf ondergraven. Niet omdat het BNP geen rekening houdt met externe effecten als milieuverstoring (het klassieke bezwaar), maar omdat in de toekomst de cijfers van het BNP steeds minder de economische activiteit zelf zullen weergeven. Wij besteden het boek aan de opkomst van precisietechnologieën, en deze hebben een dubbel effect: betere bevrediging van consumentenbehoeften, en lager gebruik van grondstoffen (inclusief herstel van aangerichte schade). We stellen dat precisietechnologie in het algemeen de mensheid ten goede zal komen: deze zal precies produceren wat de consument wil, zonder de neveneffecten die van oudsher samenhingen met productie. Maar op het niveau van het BNP kunnen precisietechnologieën het tegenovergestelde effect hebben. ‘Precisiechirurgie met non-invasieve methoden zou schade aan de gezondheid kunnen voorkomen, en daarmee het aantal patiëntdagen in ziekenhuizen kunnen terugdringen…. Efficiënter grondstofgebruik in de industrie en miniaturisatie kunnen samen zorgen voor een veel lagere vraag naar minerale grondstoffen en fossiele brandstoffen. Met autodelen kan de vraag naar auto’s dalen. Samen met zelfrijdende auto’s kan het effect hiervan zijn dat nog maar 10% van de vraag overblijft. En zulke effecten kunnen doorgegeven worden in de productieketen en cumulatief gaan werken…. Het BNP zou misschien niet meer groeien, misschien wel gaan dalen. Terwijl de ‘welvaart’ in de enige zinvolle betekenis van het woord, de behoeftebevrediging van de burger, misschien wel zou blijven stijgen!’ (p.270-271). BNB in plaats van BNP!
Technische verbeteringen met Factor 10
Als we nu betwijfelen of het BNP wel een zinvolle grootheid is, wordt ook de vraag of we milieueffecten kunnen loskoppelen van de groei van het BNP, ook steeds minder zinvol: het is gewoon de verkeerde vraag. Toch kunnen wij misschien wel degelijk antwoorden vinden op de belangrijke vraag die wij boven hebben gesteld: heeft de Aarde wel ruimte voor 10 miljoen mensen met een middenklasse-inkomen? Ons boek gaat daarover. En in het centrum van het antwoord staat technologie, ja, diezelfde technologie waarvan de geëngageerde economen twijfelen aan het effect. Wij zijn van mening dat verbeteringen met een factor 10 nodig zijn om te compenseren voor bevolkingsgroei en welvaartstoename, en om milieuschade uit het verleden te herstellen; en dat veel technologieën het in zich hebben, deze verbeteringen te halen. Bij Factor 10 verbeteringen uit het verleden noemen we de prijs van zonnepanelen en van eieren, het aantal verkeersdoden per gereden kilometer, het effect van polyetheen folie rond komkommers bij het tegengaan van rotting, en de hoeveelheid kwik nodig om 1 dollar BNP te produceren (in het Rapport van de Club van Rome werd kwik nog opgevoerd als een van de eerste grondstoffen die uitgeput zou raken). Ons boek is eigenlijk één lang betoog over de mogelijkheden voor Factor 10, aangedreven door de sterk verbeterde prestaties van innovatieve materialen. Nog steeds denken maar weinig mensen bij technologie aan nieuwe materialen; maar zij spelen een belangrijke rol – denk aan zonnecellen en kunststoffen die in het lichaam worden opgenomen – vaak versterkt door ICT.
Van de verkeerde vraag naar betere
Wat betreft het BNP zijn wij van mening dat wij ons moeten losmaken van dit éne cijfer dat een goede maat zou vormen voor alle economische activiteit. We zouden economische prestaties moeten meten met een hele reeks parameters. Zoals de snelheid waarmee wij het gebruik van grondstoffen in onze eindproducten terugbrengen; de efficiency van het energiegebruik; de mate waarin de economie circulair is; de Gini index, die de mate van gelijkheid van inkomen en bezit meet; de ontwikkeling van de biodiversiteit. Dan zouden beleidsmakers weliswaar niet meer één getal hebben dat richting geeft aan hun handelen. Maar in de loop van de tijd zou deze veelheid van parameters kunnen worden samengevoegd tot een nieuwe grootheid, laten we die BNB noemen, door een nieuwe Simon Kuznets, de ontwikkelaar van het begrip BNP. We zouden dan misschien niet meer de verkeerde vraag stellen, maar worden geleid naar betere vragen. En wat betreft het economisch beleid: ja, het begrip groene groei kan misschien uit gemakzucht worden gebruikt, om te maskeren dat onze economie op ramkoers ligt met het aardse milieu. We moeten leren om onze prestaties te meten met de juist genoemde grootheden, en bovenal toepassing stimuleren van de enorme hoeveelheid nieuwe technologieën die de belofte van Factor 10 in zich dragen.
Interessant? Lees dan ook:
Economen, luister: de aarde is GEEN gesloten systeem
Donut economie, of waarom economen meer kennis moeten nemen van technologie
Plastic afval: laten we daar in 10 tot 15 jaar een eind aan maken