‘Wij willen met indoor farming graag een bijdrage leveren aan het oplossen van het voedselprobleem op de wereld,’ zegt Marc Kreuger van het Nederlandse bedrijf Seven Steps To Heaven. ‘Dat is onze missie en die gaan we uitvoeren. Er zijn nu teveel mensen die geen toegang hebben tot goed voedsel. We kunnen dat samen doen met iedereen, iedereen is welkom om met ons samen te werken.’
Een gespecialiseerd bedrijf
Seven Steps To Heaven is een klein en gespecialiseerd, maar buitengewoon divers bedrijf. Het heeft een indoor farm van 150 m2 in een kantoorgebouw in Eindhoven. De producten verkopen ze aan cateraars, goothandels, lokale restaurants. Zij verhuren ook, bijvoorbeeld voor veredeling. En ze helpen bij de vestiging van indoor farms over de hele wereld, vooral in metropolen. Hun betrokkenheid varieert van consultancy via meedraaien tot mede-investeren. Ze werken het liefste met partnerschappen; ze leveren hardware en software, maar geen complete indoor farms.
Indoor farming is kastuinbouw zonder daglicht: in gebouwen, dicht bij de afnemers. Met verse producten: groenten en fruit. ‘We zien ons product als de volgende stap in de landbouw. We zijn geen alternatief voor de kastuinbouw, maar hebben als ambitie het maken op lokale schaal van voedsel met de beste smaak en voedingswaarde. Vooral voor metropolen. Er zijn 100 steden met een bevolking groter dan 1 miljoen in Afrika. De voedselkwaliteit daar is in het algemeen slecht, en het voedsel is duur. Indoor farming in de stad is een heel goed middel om voeding betaalbaar en gezond te maken. Op die schaal doen wij zinnig werk. Maar wij leveren niet dé oplossing voor het wereldvoedselvraagstuk. Wij telen dus voorlopig geen maïs en rijst, maar wel groenten en fruit om gezond te blijven.’
Innovatief concept voor indoor farming
‘Onze concepten zijn gemaakt om op te schalen, want ook hier geldt: klein is duur. Onze basiseenheid is 500 m2, 50x10m. We maken gebruik van alle technieken ontwikkeld in de tuinbouw: voeding, lampen, ondergrond. In tegenstelling tot veel bedrijven proberen we niet zoveel mogelijk lagen op elkaar te stapelen, dat pakt uiteindelijk toch duur uit. Wij houden het simpel en schaalbaar. Indoor farming heeft eigenlijk maar drie knoppen: temperatuur, licht en verdamping. Als het systeem stabiel is, functioneert het vanzelf. We hebben dus niet per se behoefte aan allemaal sensoren. Het grootste risico bestaat uit dingen die binnen komen in de kas, vooral door mensen. Je moet dus schoon beginnen en de kas schoon houden, dat is de meest effectieve maatregel om het systeem goed te laten functioneren.’
‘Een van onze belangrijkste innovaties betreft de verdamping. Planten moeten verdampen om te groeien. In oude kassen deden ze dat onder druk van de warmte van de natriumlampen. Maar ledlampen worden bijna niet meer warm. Daarom moet er een luchtstroom in de kas zijn, die de waterdamp meevoert. Wij hebben een systeem ontworpen met een groot debiet (11.000 m3 lucht per uur) maar toch met een lage luchtsnelheid. Het mooie van dit systeem is dat de lucht uniform over de plantjes heen stroomt. In andere bedrijven zie je wel dat ze ventilatoren plaatsen, omdat verdamping in sommige hoeken te laag is. Maar dit gaat snel van kwaad tot erger. Bij ons staat het systeem zó ingesteld dat de verdamping laag is, eigenlijk op het minimum van wat de plant nodig heeft. Het effect is dat de huidmondjes altijd open staan, wat weer goed is voor de CO2-opname. Wij hebben ons systeem afgesteld op het optimum: lage verdamping, hoge CO2-opname, dus snelle groei.’
Holistische benadering
Wat zijn jullie sterke punten? ‘Veel plantenkennis. Dan technische kennis van de apparatuur en van opschaling. En de verbinding van die elementen. Soms denkt men wel dat indoor farming vooral afhankelijk is van het lichtrecept, maar er is meer voor nodig. Wij benaderen ons vak holistisch. We proberen goed te zijn in alle aspecten: plantenteelt, genetica, vertellen van het verhaal, marketing. En toch zijn we een klein bedrijf. Fulltime werken hier vier mensen, om ons heen zijn er nog een stuk of tien. Ons sterproduct is ons schaalbare systeem. Daar zijn we trots op. Een Japanse professor die ons twee jaar geleden bezocht, een autoriteit op het gebied van indoor farming, was zó onder de indruk dat wij twee hoofdstukken hebben mogen schrijven in zijn nieuwste boek. Daar staat bijna onze volledige kennis in. Wij houden in principe niets geheim. We hebben wel kort geleden iets gepatenteerd. Maar we delen alles met de mensen met wie we samenwerken. Onze kennis is zó divers en gespecialiseerd dat nabouwen moeilijk is.’
‘En er ligt volgens ons een groot potentieel in de farmacie; er zijn heel veel plantaardige medicijnen. De farmaceutische industrie is daar niet in geïnteresseerd, want je kunt deze stoffen niet patenteren. Wij zien indoor farming als middel om deze stoffen toch te maken en op de markt te brengen, misschien ook wel samen met farmaceutische bedrijven. We werken ook samen met veredelaars, sommige veredelingsbedrijven laten ons nu een beetje in hun schatkamer kijken, maar het gaat langzaam. Veredeling is van belang om de planten resistent te maken tegen ziektes. Maar de nu bestaande rassen zijn ontworpen voor buitenteelt. Wij willen rassen ontwikkelen voor teelt binnen. Het gunstige is dat we een eenmaal ontwikkeld ras over de hele wereld kunnen toepassen, we hoeven niet verder rekening te houden met het lokale klimaat.’
Indoor farming is niet heel gemakkelijk
‘In de indoor farming zijn we op allerlei manieren betrokken bij projecten. Wat we niet doen: farm bouwen en dan de sleutel afgeven. We blijven betrokken. Bijvoorbeeld als consultant, soms als mede-investeerder, het hangt af van de partner. Indoor farming is niet heel gemakkelijk. Het laatste jaar zijn diverse bedrijven failliet gegaan, bijvoorbeeld in de VS en Zweden. De meeste omdat ze te duur produceerden. Of te weinig zicht hadden op de kosten. Als we vragen hoeveel kilo product ze per m2 oogsten, moeten de meeste het antwoord schuldig blijven.’
Hoe lang duurt het voordat ik in mijn supermarkt in Amsterdam producten van indoor farming kan kopen? ‘Waarschijnlijk zal dat nooit gebeuren. In Nederland bestaat al heel goede tuinbouw. De Nederlandse groenten zijn de beste en de goedkoopste ter wereld. Indoor farming is niet de vervanger van de tuinbouw in het Westland. Het is meer een concept voor vervanging van importen in Noordelijke landen; en een productiemodel voor landen waar het heet en droog is. Er zijn nu teveel mensen die geen toegang hebben tot goed voedsel. Wij willen een bijdrage leveren aan het oplossen van dat probleem.’ Aldus Marc Kreuger van Seven Steps To Heaven.
Interessant? Lees dan ook:
Verticale landbouw
Stadslandbouw, een nieuwe bedrijfstak
Precisietuinbouw: wat de consument wil