Energie uit biomassa, als hout, mest, walvistraan en andere was ooit de primaire energiebron voor warmte, licht en voedselbereiding. Als we klimaatverandering effectief willen beheersen, moeten we dan weer terug naar toen?
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de site wattisduurzaam.nl.
Energie uit biomassa heeft duidelijke voor- en nadelen. Net als andere energiebronnen: steenkool, windenergie, waterkracht, kernenergie en alle andere is biomassa een controversiële energiebron. Duidelijke voordelen van energie uit biomassa: het is hernieuwbaar en het fikt ook als het niet waait. Duidelijke nadelen: er is veel tijd en ruimte nodig voor de groei, en biomassa voor energie concurreert met biomassa voor voedsel, bouwmaterialen en natuur.
Niet zomaar een controversiële energiebron
Als geïnformeerde leek kun je tussen bovengenoemde voor- en nadelen een afweging maken. Maar dan ben je er nog niet. Wat energie uit biomassa onderscheidt van alle andere controversiële energiebronnen is het grote aantal vage klachten dat naast de duidelijke voor- en nadelen speelt. Afhankelijk van hoe je redeneert is gebruik van biomassa voor energie:
– CO2-positief óf nog beroerder voor het klimaat dan steenkool;
– goed voor de biodiversiteit óf funest voor flora en fauna;
– slecht voor de luchtkwaliteit óf een maatregel tegen bosbranden.
Er zijn vele vormen van biomassa: snoeiresten, mest, zonnebloemolie, haardhout, GFT-afval, varkensvet, zeewier. Er zijn vele routes om deze biomassa te vergaren: afvalstromen, kweek, import, domweg kappen van bos. En er zijn vele opties om biomassa te benutten: vuurkorf, verbrandingsmotor, kolencentrale, vergassing tot waterstof, etc. Daarom kan iedereen via zijn eigen aannames redeneren tot de conclusie die hem uitkomt. Als gevolg daarvan praten niet alleen leken maar ook vakspecialisten vrijwel standaard langs elkaar heen. En als gevolg daarvan zijn vele protesten, opiniestukken, debatten maar ook neutraal bedoelde beschouwingen inzake energie uit biomassa niet om aan te gluren. Iedereen heeft gelijk. Niemand wordt iets wijzer.
Hernieuwbaar is niet automatisch CO2-neutraal
Als je vandaag een boom kapt, kan er over 30 à 50 jaar op dezelfde plek een even grote boom staan. Als je vandaag een brok steenkool uit een kolenmijn bikt, is welhaast zeker dat die brok steenkool niet binnen 50 jaar terug groeit. Voor zowel de boom als de brok steenkool geldt dat er bij verbranding CO2 vrijkomt. Als je geen boom kapt en wel steenkool verbruikt, kan de CO2 die daarbij vrijkomt enkel opgenomen worden door een nieuwe boom op een andere plek. Als je steenkool blijft verbranden, is op zeker moment de ruimte voor extra bomen op. Op het moment van verbranden is het klimaateffect van energie uit biomassa en steenkool even beroerd. Het verschil is dat bij biomassa de kans op een balans tussen CO2-uitstoot en CO2-opname bestaat. Dit is nadrukkelijk een kans. De duurzaamheid van energie uit biomassa is eenvoudig te verzieken door biomassa structureel sneller te verbranden dan dat biomassa bijgroeit. In zo’n scenario is biomassaverbruik minstens even beroerd als het gebruik van steenkool. Biomassa is dus niet vanzelf duurzaam. Het vergt beleid, inspanning en monitoring om de balans tussen aangroei en verbruik van biomassa te bewaken.
CO2-neutraal is niet automatisch duurzaam
Biomassaverbruik in balans met groei is dus echt CO2-neutraal. Helaas zijn er in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw weinig bomen geplant met de intentie deze in 2019 CO2-neutraal te verbranden. Wel is veel bos aangeplant met de intentie om daar papier, boekenkasten of lucifers van te maken. Niet elke tak is geschikt voor een boekenkast en de vraag naar papier en lucifers is vandaag kleiner dan in 1976 misschien gedacht. Er is daarom daadwerkelijk resthout beschikbaar voor CO2-neutrale energieproductie. Veel is het echter niet.
Gelukkig is hout maar een van de vele vormen van biomassa. Er is biomassa met veel kortere groeicycli, bijvoorbeeld mais, suikerriet, palmolie en koolzaad. Energie uit deze biobronnen groeit binnen een jaar na verbruik weer aan. Het nadeel van deze snel groeiende gewassen is dat ze alleen goed groeien op grond die ook geschikt is voor voedselproductie.
Het debat over het conflict tussen voedsel- en bio-energieproductie gaat verder terug dan de actuele controverse over houtstook. Dat debat is destijds in het voordeel van voedselproductie beslecht. Energie uit biomassa is alleen duurzaam als deze gegroeid is op grond die niet geschikt is voor voedselproductie: hout, bermgras, algen, zeewier; Of als het oneetbare reststromen van de voedselproductie betreft: bananenschillen, mest, beschimmeld brood, met listeria besmette vleeswaren, etc.
Platte inkoopsubsidie helpt de transitie niet verder
De groeiende wereldbevolking kan zich geen voedselschaarste permitteren omdat biomassa moet branden. Subsidieverstrekkers kunnen het zich niet permitteren dat de CO2-concentratie stijgt omdat we de oneetbare vormen van biomassa sneller verbranden dan deze aangroeien. Duurzaam verbruik van biomassa kent nadrukkelijk grenzen.
Wat dat betreft verdienen de huidige subsidies op energie uit biomassa geen schoonheidsprijs. Gezien de inherente schaarste heeft het geen zin zwembaden het hele jaar warm te stoken met biomassa, of kolencentrales continu bij te voeren met houtpellets. De meerkosten van biomassa zitten primair in de inkoop van de biomassa, niet zozeer in de verbrandingstechniek. De huidige subsidies op energie uit biomassa dekken dan ook vooral het verschil in brandstofkosten. Ervan uitgaande dat biomassa inderdaad schaars blijft, is dat verschil in brandstofkosten structureel. Kostendalingen en schaalvergroting zoals zijn bereikt met subsidies op windturbines, zonnepanelen en elektrische auto’s, zijn voor biomassa daarom onwaarschijnlijk. Als de subsidie wegvalt, is het vrijwel zeker direct gedaan met deze toepassing van biomassa.
In de huidige subsidieregeling (SDE+) concurreert energie uit biomassa bovendien één op één met andere hernieuwbare vormen van warmte- en elektriciteitsproductie. Omdat kolencentrales (die houtpellets bijstoken) dankzij de subsidie elektriciteit voor een lagere prijs kunnen aanbieden, drukt de bijstooksubsidie de gemiddelde elektriciteitsmarktprijs. De SDE+ vergoedt het verschil tussen de marktprijs en een overeengekomen garantieprijs. Dankzij de bijstooksubsidie loopt dus vermoedelijk ook het subsidiebedrag dat wordt uitgekeerd aan wind- en zonneparken op. Dat moeten we niet willen.
Subsidieer biomassa voor wat niet kan met wind en zon
Gezien de schaarste, de complexiteit en het negatieve sentiment is het politiek aantrekkelijk energie uit biomassa maar helemaal af te schrijven. Dat gebeurt dan ook volop. Maar dat is te makkelijk.
Wie de klimaatuitdaging daadwerkelijk serieus neemt, erkent biomassa als een schier-onmisbaar onderdeel van een niet al te breed palet aan oplossingen. Energie uit biomassa heeft namelijk drie cruciale en nauwelijks te reproduceren kwaliteiten:
1. Biomassa is energieopslag
In een energiesysteem met veel wind en zon is opslag cruciaal. Biomassa is energieopslag. Van nature. De houtpellets die nu dagelijks de kolencentrales ingaan kunnen we ook alleen opstoken als het vriest dat het kraakt, in piekketels voor warmtenetten. Biogas dat nu direct in elektriciteit wordt omgezet is op te slaan in zoutholtes, voor elektriciteitsproductie als het windstil is. Subsidieer biomassa zodat bio-energie complementair is aan wind en zon.
2. Biomassa is grondstof
In een welvarende economie die het moet stellen zonder aardolie en gas zijn duurzame koolwaterstoffen cruciaal. Uit biomassa kunnen we verpakkingen, kleding, de behuizing voor je laptop, kogelvrije vesten en al het andere dat we nu uit fossiele grondstoffen maken, produceren. Ook zijn uit biomassa woningen, kantoren, windturbines en bruggen te bouwen. Subsidieer biomassa zodat onze afhankelijkheid van fossiele grondstoffen en CO2-intensief cement en staal afneemt.
3. Biomassa is CO2-opslag
Bomen en planten die groeien nemen CO2 op. Bomen en planten die wegrotten geven CO2 vrij. Als mensen kunnen we deze natuurlijke koolstofcyclus benutten om CO2 aan de lucht te onttrekken. De CO2 in bomen waarvan we een huis bouwen, ligt vast in dat huis. Voor zo lang dat huis blijft staan. Biomassa die we verbranden met CO2-opslag levert energie met een negatieve CO2-uitstoot. Subsidieer biomassa om actief CO2 uit de lucht te onttrekken.
De publieke opinie heeft echt gelijk dat het huidige beleid voor biomassa niet ideaal is. Erken dat, maar maak ook duidelijk dat het (gezien de rechtszekerheid) van belang is dat de reeds toegekende platte inkoopsubsidies toch tot 2025 doorlopen. En beloof beterschap voor de toekomst. Richt beleid zo in dat energie uit biomassa de kans krijgt onderdeel van de eindoplossing te zijn. Verpest het sentiment voor biomassa niet met populistische inkoppers. Toon leiderschap. Laten we de biomassa die wél duurzaam beschikbaar is vooral effectief benutten.
Interessant? Lees dan ook:
Bio-energie: prima, uit restmateriaal
Omgaan met de complexiteit van biomassa
Hele oogst benutten
“Laten we de biomassa die wél duurzaam beschikbaar is vooral effectief benutten.”
Zo nietszeggend …verdiep u in de huidige biomassacentrales die er zijn in Nederland en vraag omwonenden wat zij hier van vinden