Duurzame landbouw: een paar ontwikkelingspaden

Kort geleden besteedde Knowable Magazine een artikel aan de vraag hoe ver de conventionele landbouw is op de weg naar meer duurzaamheid. Het probleem is: conventionele landbouw vervuilt te veel (uitspoelen van voedingsstoffen, giftige bestrijdingsmiddelen). Maar biologische landbouw heeft een te lage opbrengst om de wereld te kunnen voeden; we zouden daarom veel natuurgebieden moeten omzetten in landbouwgrond, wat ook onduurzaam is. Kunnen we een tussenweg ontwikkelen, duurzame landbouw?

wisselteelt
Wisselteelt op kleine schaal. Foto: Wikimedia Cmmons.

Knowable Magazine, in elk geval zijn journalist Natasha Gilbert, is ervan overtuigd dat we zo’n duurzame landbouw kunnen ontwikkelen; we vatten de argumenten samen. Haar motto: ‘We kunnen ons geen vooringenomen standpunten veroorloven bij het zoeken naar duurzame landbouw’. Om te beginnen signaleert ze dat biologische landbouw de duurzaamheidswedstrijd met gemak wint, als we alleen kijken naar de lokale milieueffecten. Maar we moeten ook nog de wereld voeden. En de voedselproductie moet wel verdubbelen om de tien miljard mensen van 2050 goed te voeden. Gezien het opbrengstverlies als alle boeren biologisch worden, hebben we op zijn minst een scheut conventionele landbouw nodig. Of omgekeerd: wat kan de conventionele landbouw doen om zijn footprint kleiner te maken?

wisselteeltWisselteelt

Een deel van de oplossing is dat conventionele landbouw weer overgaat op wisselteelt. Gilbert schrijft: ‘Na een proef van acht jaar eindigend in 2016, meldden landbouwkundigen van de universiteiten van Minnesota en Iowa bemoedigende resultaten van drie systemen van wisselteelt op een proefveld van 9 hectare in Iowa. De gewassen werden gewisseld in een schema van twee, drie of vier jaar; ze werden beoordeeld naar opbrengst, winst en milieueffecten als bodemerosie en uitspoelen van stikstof naar grond- en oppervlaktewater.’ Met wisselteelt (onder meer met vlinderbloemigen) kunnen boeren aanzienlijk besparen (meer dan 80 procent) op kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Minder gebruik van deze middelen leidt tot veel minder uitspoeling naar de omgeving. Zo’n systeem van duurzame landbouw geeft een hogere opbrengst dan biologische landbouw maar een iets lagere dan conventionele landbouw. Meestal (maar niet altijd) wordt het verlies aan inkomsten gecompenseerd door lagere kosten van hulpstoffen. Maar er is één economisch nadeel: de oogst kan niet worden verkocht tegen een hogere prijs als biologisch product.

Eén aspect noemt Natasha Gilbert niet: de voortdurende opbrengstverhoging in zowel conventionele als biologische landbouw. Deels het gevolg van voortdurende gewasverbetering, waardoor wij bijvoorbeeld veel meer maïsstengels kunnen planten per hectare. En deels het gevolg van technieken van precisielandbouw die in de eerste plaats berusten op waarneming van het gewas. Bij precisielandbouw gaan de boeren alleen over tot bestrijding voor zover ze vraat of ziektes hebben waargenomen – en dan nog met een voorkeur voor niet-chemische bestrijdingsmethoden. De opbrengst per hectare kan tussen landen wel met een factor 10 uiteenlopen, afhankelijk van investeringen, inspanning en toewijding. Daardoor is er nog een wereld te winnen op de weg naar duurzame landbouw.

duurzame landbouw
Koolmot. Foto: Wikimedia Commons.

Genetische modificatie voor duurzame landbouw

Kort geleden hebben onderzoekers voorgesteld om genetische modificatie te gebruiken om de landbouw duurzamer te maken. Niet door de plant te modificeren, maar zijn vijanden. Een van de beoogde slachtoffers is de koolmot of Plutella xylostella. Dit insect brengt veel schade toe aan koolsoorten als rode en witte kool, broccoli, bloemkool en koolzaad. De schade door dit insect bedraagt ettelijke miljarden per jaar; het diertje is ook nog eens zowat resistent tegen bestrijdingsmiddelen. Nu hebben onderzoekers mannelijke motten gemodificeerd, op zo’n manier dat vrouwelijke nakomelingen niet levensvatbaar zijn en alleen mannelijke nakomelingen in leven blijven. Als zulke behandelde motten een aantal keren worden vrijgelaten, zal de populatie dalen op een gecontroleerde en ecologisch verantwoorde manier. Maar als dit proces ophoudt, verdwijnen de behandelde insecten binnen een paar generaties. Daarom zal deze techniek de populatie schadelijke insecten een tijdje in toom houden en een plaag voorkomen. Er zijn geen onomkeerbare gevolgen voor het milieu, zoals bij een gene drive. De techniek is RIDL genoemd, de afkorting van Release of Insects carrying a Dominant Lethal. Hij is niet alleen toegepast op koolmotten, maar ook op Mediterrane fruitvliegjes en olijvenvliegjes. Hij is ook gebruikt in veldproeven op muggen om gevallen van dengue te beperken.

Er zijn meer recent ontwikkelde landbouwtechnieken die in deze richting werken. Samen tekenen zij een weg uit naar duurzame landbouw – nodig om een groeiende en meer welvarende wereldbevolking te voeden op een duurzame manier.

Interessant? Lees dan ook:
Maakbaar leven vereist verantwoording en toezicht
Is het leven maakbaar? Gouden rijst
Gene drive: de nieuwe discussie

(Visited 52 times, 1 visits today)

Plaats een reactie