Over de hele wereld groeit de resistentie tegen antibiotica. Overdadige toediening is een belangrijke oorzaak. En ook het natuurlijke verschijnsel dat resistentie toeneemt als hetzelfde medicijn jaar in jaar uit wordt gebruikt. Het probleem is al ernstig bij menselijk gebruik. En nog erger bij gebruik door dieren. Lux Research heeft de alternatieven onderzocht. En in aanvulling daarop bieden wij nog nieuwe mogelijkheden.
Resistentie tegen antibiotica is een groeiend probleem
80% van alle antibiotica op de wereld wordt gebruikt bij dieren. In vele landen dient men nu standaard antibiotica toe in vrij lage doses. Het doel hiervan is betere groei en productiviteit van de dieren. Maar zelfs in lage doses leidt deze toediening tot de ontwikkeling van resistente bacteriestammen. Op den duur een bedreiging voor de voedselvoorziening, omdat veel bacteriën die ziekten bij dieren verwekken, ook gevaarlijk zijn voor de mens. Meer dan 100 landen hebben al nationale plannen om resistentie tegen antibiotica te bestrijden. In een nieuw rapport, ‘Beyond Antibiotics: The Future of Animal Health Alternatives, onderzoekt Lux Research nu zeven alternatieven voor het bevorderen van dierenwelzijn. Ze zeggen dat er nu steun voor is. De weerstand van het publiek tegen antibiotica groeit; en Covid-19 heeft opnieuw de aandacht gevestigd op dierenwelzijn.
Op korte termijn kunnen we resistentie tegen antibiotica het beste bestrijden met eubiotica, zegt Lux Research. De technologie is ontwikkeld, hij kan worden opgeschaald, de kosten zijn laag en goedkeuring is meestal geen probleem. Onder de naam eubiotica vatten we het gebruik van probiotica, prebiotica, organische zuren en fytogenetische stoffen samen. Prebiotica bijvoorbeeld hebben een gunstige invloed op de darmflora. Daardoor zijn de ingewanden vaak gezonder; het voedsel wordt beter verteerd en beter omgezet in vlees. Hierdoor heeft het dier meer weerstand tegen ziekten, hoewel prebiotica eenmaal uitgebroken ziekten niet genezen. Maar vaak weten we niet hoe deze middelen werken. Prebiotica in de handel bevatten vaak vele stoffen; de producenten zeggen dat ze onderling synergistische effecten hebben, en dat is moeilijk te onderzoeken. Op den duur, zegt Lux, kunnen antimicrobiële middelen als bacteriofagen en antimicrobiële peptiden helpen de resistentie tegen antibiotica te verminderen. Maar hier is de techniek vaak onduidelijk. Regelgeving op dit terrein kan daardoor moeilijk blijken te zijn.
Toekomstige problemen
En oplossingen kunnen misschien minder duidelijk zijn dan gesuggereerd door Lux. Er is veel onderzoek nodig bij de alternatieven voor antibiotica. Misschien wordt de regelgeving ingewikkeld. Bijvoorbeeld bij probiotica. Dit zijn levende micro-organismen, verkocht bijvoorbeeld als actieve bestanddelen van een yoghurtdrank. Probiotica worden verkocht met claims van bevordering van de gezondheid. Ze zouden bijvoorbeeld het immuunsysteem bevorderen, en verstopping en verkoudheid tegengaan. Maar zowel de VS als Europa hebben strenge wetgeving op het gebied van medicijnen; en zo lang zulke claims niet bewezen zijn in klinische proeven, mag er niet mee worden geadverteerd. Iets vergelijkbaars geldt voor fytogenetische stoffen, voedingsmiddelenadditieven uit kruiden. Een voorbeeld daarvan zijn geconcentreerde oplossingen van zulke stoffen, verkocht als essentiële oliën.
Daardoor zal het niet gemakkelijk zijn, antibiotica te vervangen door eubiotica, al is het maar voor een deel. Het zal moeilijk zijn, te bewijzen dat het middel echt werkt. Veel ingrediënten van deze middelen zijn onbekend of ook onvoldoende bekend. En zelfs als bewezen wordt dat deze middelen ziekten kunnen voorkomen of genezen, zal het toezicht daarop problematisch kunnen zijn. De nieuwe trend naar eubiotica is een gouden mogelijkheid voor valse claims en voor dubieuze types die ons hun spullen tegen hoge prijzen willen verkopen; vooral op populaire terreinen als uiterlijk en atletische prestaties. Herinner je je nog clenbuterol? Gebruikt bij astmatische paarden, om de ademhaling te bevorderen. En als groeibevorderend middel bij dieren. Toen verkocht als prestatiebevorderend middel bij mensen. Vervolgens afgeserveerd als doping, zelfs al is het bevorderende effect nooit bewezen. Het meest zichtbare slachtoffer was waarschijnlijk Alberto Contador, een Spaanse wielrenner van wie zijn overwinningen in de Giro d’Italia en de Tour de France van 2010 en 2011 zijn afgenomen omdat er clenbuterol was gevonden in zijn urine (en die altijd heeft volgehouden dat deze afkomstig was van verontreinigd vlees). Er is een dunne lijn tussen gezondheidsbevorderende producten en doping – een lijn die misschien zelfs in de loop van de tijd kan verschuiven.
Nieuwe technologieën
Lux Research suggereert ook het gebruik van antimicrobiële peptiden als gedeeltelijke vervanging van antibiotica. Dit zijn stoffen die bacteriën kunnen doden; sommige doden ook schimmels, virussen, parasieten en kankercellen. De research op dit gebied is nog maar net begonnen en er zijn nog maar een paar klinische proeven. Daarom zal het nog wel even duren voordat behandelingen beschikbaar komen, zelfs al is dit een veelbelovend terrein. Hetzelfde geldt voor bacteriofagen, ook kortweg fagen genoemd. Dit zijn virussen die bacteriën doden. Ze werden meer dan een eeuw geleden ontdekt; maar toen de antibiotica opkwamen werd het onderzoek naar hen zo’n beetje stop gezet. Alleen in de voormalige Sovjetrepubliek Georgië bleef er kennis van bestaan. Nu resistentie tegen antibiotica opkomt, is er nieuwe belangstelling en het onderzoek krijgt vaart. Er zijn voorbeelden van mensen met dodelijke infecties die niet konden worden verholpen met antibiotica, maar door een behandeling met fagen weer gezond zijn geworden. Maar dit is een moeilijk terrein. De meeste fagen vallen slechts één bacterie aan. Er bestaan daardoor geen breedspectrum behandelingen met fagen, en er is veel onderzoek nodig naar de vraag welke faag welke bacterie bestrijdt.
Maar het bestrijden van resistentie tegen antibiotica zou ook heel goed kunnen met meer precisie en minder achteloosheid bij het gebruik van antibiotica. In Nederland, een land dat veel vlees uitvoert, werd het probleem van resistentie tegen antibiotica al in de jaren 1990 onderkend. Als gevolg daarvan is het gebruik van antibiotica gedaald met twee derde, ook al is het doel van 0,06 gram per kg levende dieren nog niet gehaald. En dit is gebeurd zonder merkbaar effect op de gezondheid van de dieren. Het Nederlandse beleid is gericht op spaarzaam en selectief gebruik van antibiotica, alleen om te genezen, en onder controle van dierenartsen.
De belofte
Toch ligt er een grote belofte in de nieuwe gezondheidsbevorderaars en medicijnen. In de land- en tuinbouw is men erg enthousiast over de recente ontdekking van de biostimulantia – bodemorganismen en vooral verzamelingen daarvan met een positief effect op plant en gewas. De industrie van plantenbescherming heeft dit nieuwe terrein omarmd. Zij beweegt weg van individuele stoffen ter bescherming van de plant naar evenwichtige mengsels van actieve ingrediënten. Naar een holistische benadering. We kunnen ons net zo’n beweging voorstellen bij het houden van dieren. Waarbij we middelen ontdekken, of nog beter mengsels, die de gezondheid en het welzijn van de dieren bevorderen, en daarmee ook die van de mens. Waarbij zowel de claims over effecten, als de controle op het gebruik, nieuwe wegen zullen moeten inslaan.
Geschreven samen met Alle Bruggink.
Interessant? Lees dan ook:
Boekbespreking: biostimulantia voor duurzame landbouw
Kringlooplandbouw, het toekomstmodel
Gezonde bodems voor een productieve bio-economie