Plastic recycling staat in de belangstelling. Het is duidelijk geworden hoe ernstig het probleem van plasticvervuiling is. De industrie, de wereld als geheel, moet de plasticketen sluiten. We weten alleen nog niet hoe. Industrie en beleidsmakers moeten zich hiervoor gezamenlijk inspannen; onder meer met maatregelen als een heffing op fossiele koolstof in chemicaliën en materialen. Zodat de recyclingindustrie eraan kan verdienen, terwijl tegelijkertijd het milieu wordt opgeschoond.
Dit is het tweede artikel in een serie over plastic recycling. Het eerste artikel werd gepubliceerd op 17 november.
Plastic recycling en vermindering van CO2-uitstoot niet met elkaar verwarren
Het is belangrijk om de vermindering van plastic afval en klimaatbeleid goed te blijven onderscheiden. We hebben op deze website vaak betoogd dat de hoeveelheid koolstof opgeslagen in materialen klein is, vergeleken met het gebruik van brandstof. Plastic recycling zal daardoor niet het klimaatprobleem oplossen. Omgekeerd zal het verbranden van plastics ook niet enorm bijdragen aan de wereldwijde CO2-uitstoot. Verbranding kan zelfs beter zijn dan laten rondslingeren. Hoewel toch opvang en hergebruik van CO2 uit zo’n fabriek (CCU) een goed idee kan zijn.
En soms denken mensen dat bioplastics een alternatief vormen voor plastic recycling; of dat het laten rondslingeren minder erg is bij bioplastics. Dat klopt allebei niet. Bioplastics hebben alleen zin als zij betere eigenschappen hebben dan andere – uit olie of uit biomassa. En als ze beter zijn in biologische afbreekbaarheid, upcycling of hergebruik. Kortom: we moeten de plasticketen sluiten, waar de plastics ook vandaan komen.
De plasticketen sluiten
Het Duitse nova-Institut gaf laatst een overzicht van de stand van zaken bij chemische plastic recycling. Getiteld Chemical Recycling – Status, Trends, and Challenges. Momenteel zijn er gaten in de levenscyclus van plastic producten, zegt het rapport. Zelfs in Europa, waar meer dan waar ook de plasticketen gesloten is, verdwijnt er elk jaar 1 miljoen ton plastic in het milieu (op een productie van 30 miljoen ton). Elders zijn er veel grotere gaten in de plasticketen. Chemische recycling is essentieel bij het sluiten van deze gaten.
Volgens het rapport kunnen we met chemische recycling meer afvalstromen verwerken dan met mechanische recycling. Maar veel van deze technologieën zijn nog in ontwikkeling. Het is nog niet duidelijk hoe rendabel en milieuvriendelijk ze zijn. Veel bedrijven hebben er wel vertrouwen in: ze hebben de technologie al op kleine schaal getoetst. De druk van grote plasticproducenten is daarbij belangrijk; deze beloven een groter aandeel van gerecycled plastic in hun producten. Sommige recyclingbedrijven denken al in 2021 operationeel te zijn.
Het beleid moet recycling ondersteunen
Maar zoals we in ons eerste artikel al hebben aangegeven: alle nu in ontwikkeling zijnde recyclingtechnieken samen zullen de plasticketen niet sluiten. Het systeem als zodanig blijkt niet duurzaam te zijn. Daarom moet de sector zich opnieuw gaan uitvinden. Te beginnen met het begin: het ontwerp van plastics en van hun eigenschappen – zoals Alle Bruggink begin dit jaar voorstelde. Plastics moeten worden ontworpen en gemaakt met het oog op hun recycling. Ook moet het streven naar recycling de hele waardeketen omvatten. Plasticproducenten en recyclingbedrijven moeten erbij betrokken zijn, en de afvalinzamelaars. nova-Institut zegt dat er hoge verwachtingen bestaan van deze samenwerking over de hele keten, maar ook onzekerheid en scepsis. De sector heeft politieke bemoeienis dringend nodig: met evaluatie en regelgeving. De voorgestelde Europese Green Deal zou daarvoor de voorwaarden moeten opstellen.
Beleidsmakers zouden ook het oor te luisteren moeten leggen bij de critici van chemische recycling. Deze vinden dat allereerst het gebruik van plastics naar beneden moet. Bovendien, zo zeggen zij, zijn veel recyclingtechnologieën nog niet echt beschikbaar. Als goedkope downcyclingtechnieken als pyrolyse algemeen beschikbaar komen zal de industrie niet investeren in meer ingewikkelde systemen van recycling; zeker niet wanneer pyrolyse kan plaats vinden in bestaande petrochemische installaties. Zulke meer ingewikkelde systemen zouden lager materiaalgebruik inhouden, en ontwerp met het oog op recycling, inzameling en scheiding. Toch zegt nova-Institut dat meer en meer bedrijven het aandeel fossiele koolstof in hun producten willen verminderen. Daarvoor hebben ze alternatieve koolstofbronnen nodig, ‘duurzame koolstof’. Een reden te meer voor regelgeving. Deze moet duidelijk maken welke technologieën kunnen meetellen als recycling. Regels moeten er ook toe dienen dat de afvalstroom wordt gestuurd naar de beste technologieën, met het kleinste milieueffect.
Een beleidskader
In hun rapport Renewable Carbon – Key to a Sustainable and Future-Oriented Chemical and Plastic Industry gaat nova-Institut dieper in op zo’n beleid. We noemen een paar aanbevelingen.
– Heffingen op fossiele koolstof in chemicaliën en plastics. Zo’n heffing hoeft niet eens wereldwijd te worden ingevoerd – dat kan ook regionaal, bijvoorbeeld in Europees verband. Dan worden ingevoerde producten belast, terwijl de heffing wordt vergoed bij export. Een heffing op fossiele koolstof kan ook bedrijfsmodellen sturen naar recycling. Want zo lang olie goedkoop blijft (zoals voorspeld), zal maagdelijk plastic nog heel lang erg goedkoop blijven.
– Ophouden met het subsidiëren van fossiele producten. Elk jaar geven de G7-landen tenminste $ 100 miljard aan subsidies voor produceren en gebruiken van olie, gas en steenkool.
– Hogere kosten voor CO2-uitstoot in het emissiehandelssysteem (ETS).
– Ontwikkeling van certificaten en labels die aangeven hoeveel duurzame koolstof er in een product zit (totaal van gerecycled materiaal, biomassa en CO2).
– Formulering van quota voor duurzame koolstof in chemicaliën en plastics (bijv. 30% van alle polypropeen in 2030 moet bestaan uit duurzame koolstof).
– Verslaglegging: ervoor zorgen dat chemische en plasticbedrijven elk jaar verslag doen van het aandeel duurzame koolstof in hun productieprocessen.
nova-Institut vindt dat beleidsmaatregelen moeten gaan over duurzame koolstof – een verzamelnaam voor biomassa, directe benutting van CO2 en recycling. Het beleid moet niet één van deze terreinen voortrekken – zoals nu het geval is met de sterke nadruk op recycling en de circulaire economie. En, zoals we al hebben genoemd, het beleid moet zich allereerst op de economische factoren richten. Olie is goedkoop en zal dat voorlopig wel blijven. Zonder beleidsmaatregelen als heffingen op fossiele koolstof en CO2-uitstoot zullen maagdelijke plastics nog lang heel goedkoop blijven. Maar met gericht beleid zou de plasticketen wel eens sneller gesloten kunnen worden dan we ons nu kunnen voorstellen.
Geschreven samen met Alle Bruggink.
Interessant? Lees dan ook:
Gebruik meer plastics, zegt Michael Carus, maar wel verantwoord
De rol van de chemie bij vermindering van plastic afval
Circulaire economie: bio-plastics hebben een probleem