Na Prontosil breken de sulfa’s pas echt door. Het succes krijgt vleugels in WO II, met name in de legers van Duitsland en zijn bondgenoten. Maar het succes heeft een brede zwarte rand. IG Farben is niet alleen een groot Duits chemisch kartel en het voorbeeld van een zeer rationele, multidisciplinaire aanpak van medicijnontwikkeling. Het is ook de grootste financier van de verkiezingscampagne van Adolf Hitler. Het grote geld verdienen ze als oorlogsmachine. In de naoorlogse Neurenbergprocessen wordt een aantal leiders van de fabriek veroordeeld. Onder meer ook voor hun rol in leveranties aan Auschwitz. We wijden deze aflevering hoofdzakelijk aan deze zwarte rand.
Project ‘100 jaar antibiotica’
Aflevering 6. Gerhard Domagk en Prontosil
Aflevering 7. Aspirine
Aflevering 8. Het succes van de sulfa’s; met een zwarte rand
Aflevering 9. Tussen twee vuren
Aflevering 10. Internationale erkenning
Nog geen maand na de indiening van het patent op Prontosil op de eerste Kerstdag van 1932 laat de invloed van de Nazi’s zich al gelden. Het begint met een verbod op dierproeven, het hart van het chemotherapeutische ontwikkelingsprogramma. Na veel moeite en onfris getouwtrek wordt een uitzondering gemaakt voor wetenschappelijke ontwikkeling van medicijnen voor mens en dier. Onder strenge controle en strenge straffen bij overtreding. Heinrich Hörlein, de spin en duizendpoot in al het medisch/chemisch onderzoek in Duitsland en lid van de raad van bestuur van IG Farben, kan ermee leven. Hij heeft zijn invloed en reputatie bij alle hooggeplaatsten van die tijd op het spel gezet. Bedenk hierbij: Hitler is tegen vivisectie, vegetariër, drinkt geen alcohol en rookt niet; Hess is vooral voor homeopathie en Himmler een aanhanger van de biologische geneeskunde.
Samenzweringstheorieën rond IG Farben
Vervolgens komt het verwijt dat IG Farben vooral geneesmiddelen (antimalariamiddelen als Plasmoquin, Pamaquin en Chloroquin) voor de vijand heeft ontwikkeld en daar ook nog mee door wil gaan. Dit ontaardt in een smerige campagne tegen IG Farben en het wetenschappelijk onderzoek – alleen maar goed voor het grootkapitaal, vooral voor buitenlanders en georganiseerd door en voor Joden. Veel van de eerder genoemde grootheden in onze vorige afleveringen moeten het ontgelden. Door rechtszaken en publiciteitscampagnes probeert Hörlein tegengas te geven. In juni 1934 wordt Hörlein lid van nazipartij NSDAP. Naar eigen zeggen uit berekening en om het chemisch/medisch werk bij IG Farben te beschermen. In de Neurenberger processen wordt hij vrijgesproken, zoals wij later zullen zien.
De ellende is dan nog niet ten einde. In 1935 wordt het patent op Prontosil openbaar en verschijnt er ook een uitvoerige publicatie van Domagk. Er komt grote internationale belangstelling op gang. Daaronder is een bericht van het Pasteur Instituut (N.B.!) dat niet Prontosil het geneesmiddel is maar het in het lichaam gevormde sulfanilamide. Een stof die al lang bekend is en waarop geen patentbescherming meer kan worden toegepast. Prontosil ligt op straat.
Beter dan de beschikbare medicijnen
Twee zaken vallen op bij de introductie van Prontosil in de medische praktijk. Ten eerste het ontbreken van controlegroepen (met placebo’s) in klinische toepassingen. Bij dierproeven is dat dan al wel praktijk. Artsen en klinieken krijgen het middel toegezonden met het verzoek om er infecties mee te behandelen. Die konden uiteraard zeer uiteenlopend zijn, met als gevolg een soms warrige rapportage over de resultaten. Toch is Prontosil zoveel beter dan alle tot dan toe beschikbare medicijnen, dat het middel in twee jaar tijd zijn nut duidelijk bewijst bij vele aandoeningen. Het is een doorbraak. Het tweede punt laat iets zien over de wijze van denken in die tijd. Sulfanilamide, het werkzame bestanddeel van Prontosil, is een wit kristallijn product. Maar men kan zich niet voorstellen dat zoiets kon werken. Geheel volgens de opvattingen van Paul Ehrlich is de kleurstof nodig voor binding aan weefsel (van de patiënt of het te bestrijden organisme). Het kleurloze sulfanilamide kan dan wel het dodende werk doen, de kleur is toch nodig, denkt men, om het naar de juiste plek te brengen.
Er zit ook een tweede gedachte achter. Natuurwetenschappelijke onderzoekers willen orde scheppen in de chaos van de natuur. Dat zou kunnen, zo denken zij, met doelgerichte chemische syntheses. Dat was al gelukt met de kleurstoffen uit steenkool. Chemici kunnen dan elke gewenste kleur maken, en ze kunnen de vereiste chemische structuren voor nieuwe kleuren steeds beter duiden. Maar de kleurstoffen uit de natuur zijn uitermate divers, zowel in hun chemische structuur (voor zover bekend) als in de manier om ze te oogsten en te verwerken. Ook het arsenaal aan geneesmiddelen van die tijd is zeer divers. Ook daarin hopen onderzoekers via chemotherapie meer orde te vinden. Maar de Nazi’s zien chemie vooral als hocus pocus, een complot, een ontkenning van de natuur, en vooral een ontkenning van wat het ‘volk’ voor waar houdt.
Bronnen:
Wikipedia: alle genoemde eigennamen en producten
The First Miracle Drugs, How the sulfa drugs transformed medicine, John E. Lesch. Oxford University Press, 2007
Gerhard Domagk, Further progress in chemotherapy of bacterial infections, Nobel Lecture, December 12, 1947
No-nonsense guide to Antibiotics. Moira Dolan, SmartMedinfo, 2015