We hebben nog niet het hele verhaal over de sulfa’s in Duitsland tijdens WO II verteld. Voor de geïnteresseerde lezer is het al genoemde boek van John E. Lesch zeer aan te bevelen: The First Miracle Drugs, How the sulfa drugs transformed medicine. In groot detail vertelt de schrijver hoe gevaarlijk en omslachtig hoofdpersonen als Hörlein en Domagk in de sulfa-ontwikkeling moeten manoeuvreren, om hun werk te kunnen blijven doen.
Project ‘100 jaar antibiotica’
Aflevering 7. Aspirine
Aflevering 8. Het succes van de sulfa’s; met een zwarte rand
Aflevering 9. Tussen twee vuren
Aflevering 10. Internationale erkenning
Aflevering 11. Hoogmoed komt voor de val
Domagk en Hörlein
Onderzoekers krijgen soms te maken met ronduit levensgevaarlijke situaties. We bespreken hier twee hoofdrolspelers: Gerhard Domagk en zijn baas Heinrich Hörlein. Domagk is de belangrijkste uitvinder van de eerste sulfa, Prontosil. Hörlein is lid van de Raad van Bestuur van IG Farben, en in heel Duitsland de spin in het web op het raakvlak van chemie en medicijnen. Hörlein is de opvolger van Arthur Eichengrün (zie # 6) als hoofd van de farmaceutische laboratoria van Bayer in 1911.
Nadat Domagk in 1939 de Nobelprijs heeft gekregen, schrijft hij een enthousiaste bedankbrief aan het Nobelcomité in Stockholm; de brief bereikt ook de pers. Enkele weken daarna wordt hij gevangen genomen en gedwongen een tweede brief te schrijven, waarin hij afziet van de Nobelprijs. Onder strikte voorwaarden mag hij verder met zijn onderzoek. De Nazi’s dragen hem op alle resultaten zoveel mogelijk geheim te houden, en beknotten zijn vrijheid van onderzoek. Iets waar Domagk ontzettend slecht mee uit de voeten kan. Hij protesteert in woord en geschrift. Octrooiaanvragen moeten via de militairen en lopen veel vertraging op. Op het laboratorium wordt het dagelijkse werk door de oorlogsjaren almaar moeilijker. Het personeelsverloop is groot en voor mensen die vertrekken komt steeds minder gekwalificeerd personeel in de plaats. Het aantal medewerkers halveert. Een muizentekort dreigt veel onderzoek stil te leggen. Veiligheid en hygiëne komen in gevaar. Personeel raakt besmet met de bacteriën die ze onderzoeken. Op 24 en 25 juni 1943 worden de fabrieken van IG Farben in Elberfeld door de geallieerden gebombardeerd. De laboratoria van Domagk komen ervan af met alleen maar kapotte ramen. Alleen tijdens de bevrijding in 1945 ligt het werk echt een paar maanden stil.
Successen
Ondertussen begint het succes van Prontosil bij de artsen vorm te krijgen. De daling van de sterftecijfers is spectaculair, vooral bij de behandeling van longontsteking en epidemische meningitis. Er worden ook twee nieuwe sulfa’s op de markt gebracht: Uliron in 1938 en Marfanil in 1941. Heel langzaam worden zelfs resultaten geboekt bij het bestrijden van tuberculose; het begin van een nieuwe klasse medicijnen, zoals thiosemicarbazide. Soms lijken de sulfa’s ook te werken tegen de tuberculosebacil, maar altijd volgt snel een teleurstelling. Het zal nog tot 1950 duren voor er een goed middel beschikbaar komt. Uliron is bijzonder efficiënt in de behandeling van gonorroe en Marfanil bij de bestrijding van gangreen ten gevolge van gas. Natuurlijk allebei ziektes met een stevige relatie met oorlogvoering. Ook de verkopen lopen prima. Van 1940 tot 1945 verkoopt IG Farben voor meer dan 60 miljoen mark aan Prontosil, Urilon en Marfanil; met een winst van 26 miljoen. Van Marfanil gaat tot 10 ton per maand naar het leger voor de behandeling van verwondingen.
Ook internationaal wordt flink aan sulfa’s gewerkt, geholpen door de omstandigheid dat het patent op sulfanilamide is verlopen (zie # 5). Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 28 januari 1939 schat het aantal gemaakte verschillende sulfamoleculen al op een paar duizend. Het wordt ook duidelijk dat de substituenten in de benzeenring bij voorkeur op de parapositie moeten staan. Domagk blijft zo lang mogelijk publiceren en meedoen aan de internationale discussies. Gaande de oorlog vallen zijn bijdragen stil, maar na afloop komen ze weer heel snel op gang. Hij neemt in 1947 alsnog zijn Nobelprijs in ontvangst en geeft een doorwrochte lezing van al zijn werk aan sulfa’s inclusief de nieuwste resultaten. Het bijbehorende geldbedrag loopt hij echter mis (zie # 1). Hij vervolgt zijn carrière bij Bayer na de oorlog met onderzoek aan geneesmiddelen tegen tuberculose en kanker. Hij sluit zijn loopbaan af als hoogleraar in Münster en overlijdt in 1964 op 68-jarige leeftijd.
Het Neurenbergproces tegen IG Farben
Voor Heinrich Hörlein loopt het uiteindelijk ook goed af, maar hij moet wel door een heel diep dal. Het blijkt inderdaad zo te zijn dat hij uit berekening voor het lidmaatschap van de NSDAP koos. Tot en met gemeenteraadslid toe. Hij is er zich vanaf het begin van bewust (blijkt achteraf) dat het onderhouden van zo’n netwerk de enige manier is waarop hij het belangrijke werk van geneesmiddelontwikkeling op basis van moderne chemie kan voortzetten. Het lukt hem om belangrijke informatie over de productie van sulfa’s als Prontosil bijtijds in handen te spelen van de Amerikaanse IG Farben dochter, Winthrop Chemical Company. De behartiging van de belangen van de medicijnontwikkeling op basis van synthese brengt hem in contact met de hoogste leiders in Duitsland. Tot aan Hitler toe. Voor vrijwel alle toepassingen, patenten, publicaties of wat dan ook, moet hij pleiten bij allerlei militaire instanties. Die houden het liefst alles strikt geheim en zoeken vooral naar mogelijkheden voor de oorlogsvoering.
Het IG Farben proces in Neurenberg, van 14 augustus 1947 tot 30 juli 1948 wordt het ‘uur’ van de waarheid. De functionarissen hebben twee jaar in voorarrest gezeten, maar nu beginnen eindelijk de verhoren. IG Farben heeft een zeer kwalijke reputatie als financier en leverancier van het naziregiem; tot levering van het beruchte Zyklon B gas voor de vernietigingskampen in Auschwitz toe. Er is een relatie tussen het begin van de ontwikkeling van de zenuwgassen Tabun en Sarin en laboratoria onder verantwoordelijkheid van Hörlein. Maar er komen eigenlijk alleen maar ontlastende verklaringen voor hem tevoorschijn. Uit de medische wereld, uit het buitenland (bijvoorbeeld uit het Pasteur Instituut en de Winthrop Company), uit de academische wereld (zoals van Max Planck). En ook van mensen van Joodse afkomst die door tussenkomst van Hörlein de oorlog in Duitsland hebben overleefd, of die met zijn hulp bijtijds naar het buitenland hebben kunnen uitwijken. Hörlein wordt vrijgesproken. Hij gaat terug naar Bayer in Leverkusen en wordt lid van de Raad van Bestuur. In 1952 krijgt hij een eredoctoraat van de Universiteit van Darmstadt. Hij overlijdt in 1954 in de leeftijd van 71 jaar.
Bronnen:
Wikipedia: alle genoemde eigennamen en producten
The First Miracle Drugs, How the sulfa drugs transformed medicine, John E. Lesch. Oxford University Press, 2007
Gerhard Domagk, Further progress in chemotherapy of bacterial infections, Nobel Lecture, December 12, 1947
No-nonsense guide to Antibiotics. Moira Dolan, SmartMedinfo, 2015
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 1938, 1939.
To me it looks like these (German) sulfa antibiotics were almost (just?) as effective as their (UK/US) beta-lactam counterparts. Eventually the former lost the battle against the latter analogously to the war between these countries that discovered and developed these two types of anti-infective medicines?