Ecomimicry: stedelijke landschappen verrijken

Waarom zijn de ‘groene’ gebieden in onze steden vaak zo eenvormig? Waarom domineren de groene vlakken zonder lokale eigenschappen? Alleen maar leuk om naar te kijken en handig om te beheren, maar zonder enige waardevolle biodiversiteit? We kunnen het anders doen, door ecomimicry.

ecomimicry
The Oostvaardersplassen, een natuurgebied ontstaan door verwaarlozing. Foto: Agnes Monkelbaan, Wikimedia Commons.

Stedelijke monocultures

In The Conversation voeren Stuart Connop en Caroline Nash van de Universiteit van East London deze week een pleidooi voor ecomimicry in onze steden. Dat wil zeggen: de ‘groene’ gebieden van de steden zó ontwerpen dat hun natuurkwaliteit zo groot mogelijk wordt. We kennen biomimicry of bionica, gericht op het maken van apparaten die net zo werken als in de natuur; bijvoorbeeld klittenband. Naar analogie daarvan betekent ecomimicry het scheppen van een omgeving die net zo werkt als de natuur. Een omgeving ontworpen om voorwaarden voor natuurlijke processen te versterken. En zeker, zelfs stedelijke landschappen kunnen ecologisch waardevol zijn – maar we moeten wel de moeite nemen, hen met dat doel te ontwerpen.

Maar momenteel wijst de mode de andere kant uit. ‘Over de hele wereld,’ schrijven de auteurs, ‘voeren algemene ontwerpen de boventoon, vaak met gebruik van dezelfde materialen – en dezelfde soorten.’ Net als de monocultures in de landbouw. Van dit soort monocultures in de stad zullen ‘generalisten’ profiteren, zoals duiven en muizen. Maar minder algemene soorten, zeg egels en hommels, hebben een op hen toegesneden omgeving nodig.

Gebieden liefdevol verwaarlozen

Het is heel goed mogelijk, waardevolle natuurgebieden te ontwikkelen in de stad. Maar dan moeten we meer doen dan ‘iets groens’ plannen in plaats van asfalt of beton. We moeten aandacht schenken aan de natuurlijke eigenschappen van de omgeving, zoals bodemtype, complexe plantengemeenschappen, en hydrologische patronen. En daarmee een omgeving scheppen die zoveel mogelijk gelegenheid geeft voor lokale soorten.

We kunnen ons laten inspireren door wat er gebeurt als we gebieden een tijdlang niet beheren. De auteurs van het artikel in The Conversation noemen een verwaarloosd postindustrieel gebied in Essex, Canvey Wick. Daar heeft de natuur zich zelf kunnen ontwikkelen. We kunnen ook de Oostvaardersplassen noemen in Flevoland. Dit werd drooggelegd in 1968 en daarna aan zijn lot overgelaten. Het zou eigenlijk een industriegebied moeten worden. Maar de natuurkwaliteiten van het gebied ontwikkelden zich zó snel dat het al in 1975 tot natuurgebied van nationaal belang werd uitgeroepen. Kortom, als wij het geduld hebben om gebieden zichzelf te laten ontwikkelen, dan kunnen natuurgebieden van grote kwaliteit ontstaan. Maar we kunnen dit natuurlijk ook versnellen door het gebied te ontwikkelen met natuurkwaliteit in gedachten.

daktuin ecomimicry
Daktuin op het kantoor van Hilshire Brands, 400 S. Jefferson St, Chicago, IL. Foto: Robert R Gigliotti, Wikimedia Commons.

Ecomimicry: door de natuur geïnspireerd ontwerp

De opkomende ecomimicry in het stedelijk ontwerp erkent de vele lessen die we kunnen leren van zelforganiserende systemen in de natuur. De natuur is onze beste leermeester. De ecomimicry-benadering begint met te leren over het plaatselijke landschap en ecosysteem. Door daar kennis van te nemen, kunnen ontwerpers dat laten terugkomen in hun ontwerp. De auteurs van het artikel in The Conversation noemen het in stand houden van waardevolle kustgebieden als duinen en mangrovebossen. Of iets eenvoudigs als het bedekken van daken met vegetatie die ook van nature ter plaatse voorkomt. Goed te combineren trouwens met zonnepanelen op het dak!

Maar toch – zoekend naar ecomimicry op internet vinden we veel ontwerprichtlijnen maar erg weinig projecten. Wel vinden we goede raad zoals:
– Laat plannen groeien, maak ze niet op de tekentafel
– Vraag niet ‘wat wil ik ontwerpen’ maar ‘wat wil ik dat het ontwerp gaat doen’
– Zoek organismen of ecologische principes die je probleem al hebben opgelost.
Kortom, ecomimicry is ‘een strategie voor het ontwikkelen en beheren van cultuurlandschappen, geworteld in begrip van structuur en functie van ecosystemen.’ Hierbij zullen we ecosysteemdiensten ontwikkelen en onderhouden, en niet één dienst (bijv. voedselproductie) bevoordelen boven andere.

De natuur terugbrengen in onze steden

Er komen op de natuur gebaseerde ontwerpen aan met ecomimicry als hun kern. Het EU Horizon 2020 project Connecting Nature werkt met steden over de hele wereld om te onderzoeken hoe dat kan, de natuur terugbrengen in de stad. Drie voorwaarden moeten dan worden vervuld. We moeten lokale ecologen inschakelen die de unieke eigenschappen begrijpen van de habitat waarin we ingrijpen. In ons ontwerp moeten we de waarde van alle levende wezens respecteren. En we moeten deze benadering vastleggen in beleid, zodat deze een blijvend effect kan hebben.

Interessant? Lees dan ook:
Duurzame landbouw: een paar ontwikkelingspaden
Insecten: de hoogste tijd om onze kleine vrienden te koesteren
De houdbaarheid van de groene chemie

(Visited 30 times, 1 visits today)

Plaats een reactie