In de stormachtige ontwikkelingen in de medische wereld zien we in de tweede helft van de vorige eeuw een opvallende wisseling: de positie van hoog aanzien van de individuele arts wordt ingenomen door andere spelers. Wetenschappers aan universiteiten en instituten en vooral de farmaceutisch industrie verdringen zich voor een eerste plek. Apothekers zijn de eerste ‘slachtoffers’. De industrie neemt hun medicijnbereiding en kwaliteitscontrole over. Het credo blijft dat ziektes kunnen worden bestreden met de juiste medicijnen en dat slechte gewoontes kunnen worden afgeleerd. Ofwel, het leven is maakbaar. Voor sommige problemen kan het nog even duren voor we de oplossing te pakken hebben, maar u kunt op ons rekenen. Ze komen er aan.
Project ‘100 jaar antibiotica’
Aflevering 31. Hulp uit onverwachte hoek
Aflevering 32. Keerpunt 1950
Aflevering 33. Het leven is maakbaar
Aflevering 33. De glorietijd 1960-1980
Aflevering 34. Ampicilline, de fabriek
Gezond zijn en gezond blijven
Bij het afleren van slechte gewoontes hoort ook regelmatige controle daarop. Regelmatige controle van de bloedruk is er één van. Gevolgd door de ontwikkeling en het gebruik van een bloeddrukverlager. Het zijn de jaren ’60, het begin van het behandelen en vooral voorkomen van hartaanvallen en beroertes. Dan beginnen artsen ook medicijnen voor te schrijven zonder dat er actuele klachten zijn; ter voorkoming van aandoeningen. Het begin van het grote graaien en big farma. Alle gezonde mensen zijn immers toekomstige patiënten. Sterker nog, zij zijn het al, want zij moeten slikken om gezond te blijven. Het is de start van een grote reeks middelen die hart en bloedvaten moeten beschermen. Met het plasmiddel chloorthiazide blijven we nog dicht bij huis; het middel is nog steeds in gebruik, gebaseerd op een bijwerking van één van de bekende sulfa’s: overmatig plassen.
Met de uitvinding van de bètablokkers, met als eerste propranolol, wordt het preventief slikken echt een succes. Propranolol is gebaseerd op een studie naar de werking van adrenaline op de hartspier. Inmiddels kennen we een hele reeks bètablokkers met atenolol als één van de grootste. Daarnaast hebben we nieuwe categorieën cardiovasculaire middelen ontwikkeld, zoals de bloeddrukverlagende ACE inhibitoren. Deze zijn afgeleid van de werking van slangengif, dat een fatale verlaging van de bloeddruk kan veroorzaken. Alom bekende middelen zijn Captopri, Enelapril en Lysinopril. Veel vertegenwoordigers van de zogenaamde grijze golf worden gerustgesteld over een goede kwaliteit van leven, als ze maar dagelijks het cardiovasculaire trio slikken. Dat bestaat uit een bètablokker (vaak gecombineerd met een plasmiddel), een ACE inhibitor en een oude bekende: een vorm van aspirine. Bloedverdunners kunnen daar nog bij komen als er al sprake van schade is geweest.
In de jaren ‘90 van de vorige eeuw zien we net zo’n ontwikkeling in het voorschrijven en innemen van cholesterolverlagers.
Het leven is maakbaar?
Toppunt van het optimisme is wellicht de ‘genezing’ van kinderkanker (leukemie), met 1971 als kantelpunt. Beschrijving van al het onderzoek kan een bibliotheek vullen. Maar wat het meest opvalt is dat men dan vrijwel niet weet hoe kanker werkt; het onderzoek berust bijna volledig op trial en error. De dodelijke werking van mosterdgas is bijvoorbeeld één van de startpunten geweest. Verder is de giftigheid van veel gebruikte middelen ongekend hoog. Uiteindelijk vinden we een combinatietherapie die lange tijd op volle sterkte moet worden toegepast. Daarmee kunnen veel kinderen met kanker 5 jaar overleven: 50% in 1971, oplopend tot 71% in 1993 (komend van 0,07% in 1962).
Dit is aanleiding voor de regering-Nixon om een miljardenprogramma voor de strijd tegen kanker te starten. Het belangrijkste resultaat is dat zo’n behandeling het leven verlengt met enkele maanden of misschien een jaar. Maar wel met veel vragen over de kwaliteit van dat leven; en ook over de ethiek van veel onderzoek, en van de onderzoekers. Het leven is maakbaar, zo was de gedachte; maar de bijzonder taaie ontwikkeling van het kankeronderzoek zou een goede waarschuwing moeten zijn geweest voor de beperkingen van dit idee. Het tegendeel lijkt eerder het geval. Het fanatisme waarmee het onderzoek, vooral in de VS, wordt voortgezet is soms griezelig.
Maagzweren
Met het vinden van de oorzaak van maagzweren en de zeer goed werkende medicijnen ertegen keert alle optimisme weer terug. De gedachte dat een bacterie de oorzaak is, is lange tijd als volstrekt ondenkbaar afgewezen. Geen enkele bacterie zou kunnen leven in het zure milieu van de maag. Maagzweren, maagzuur en verwante spijsverteringsproblemen, zo denkt men, zijn het gevolg van te snel eten, te veel stress, angst en zenuwachtig gedrag. Dat is de gangbare verklaring en de bijnaam managerziekte toont dat duidelijk. In 1984 laat de Australische arts Barry Marshall echter met experimenten op zichzelf overtuigend zien dat de bacterie Helicobacter pylori de oorzaak is. De waarneming van deze bacterie in 100% van zijn patiënten met gastritis of een maagzweer zet hem op het spoor. Achteraf blijkt dat voor 1900 al is aangetoond dat deze bacteriesoort in de maag voorkomt. Collega John Robin Warren herontdekt in zijn microscoop de bacterie bij al zijn maagpatenten en zet daarmee Marshall op het goede spoor. Samen krijgen ze in 2005 de Nobelprijs voor de geneeskunde.
Zoals zo vaak speelt toeval weer een rol. Om voldoende bacteriën voor zijn experimenten te krijgen, moet Marshall ze kweken in de bekende petrischaal. Het wil maar niet lukken; ze groeien gewoon niet. Totdat vanwege de Paasvakantie de schalen in plaats van 48 uur, 5 dagen lang blijven staan. Nu is er ineens een overdaad aan bacteriemateriaal.
Maagzuur-remmers
Inmiddels beschikken we over een mooie reeks aan middelen om ook deze bacterie met chemie te lijf te gaan. Stuk voor stuk zijn het voorbeelden van het uit de wereld helpen van een vervelende ziekte door moleculen ontworpen en gemaakt in het laboratorium. Maagzuurremmers verminderen de klachten en antibiotica zorgen voor een blijvende genezing. Bekende namen zijn de rennies, gaviscon, ranitidine (Zantac, jarenlang een enorme money maker van Glaxo-Smith-Kline, GSK), cimetidine, famotidine, (es)omeprazool en de antibiotica amoxicilline, metronidazol of een erythromycine.
Inmiddels weten we hoe de bacterie het zure milieu in de maag overleeft. Hij nestelt zich in het slijmvlies aan de maagwand. Met zijn vier tot zes staarten kan hij al draaiende de zure vloeistof van de maag op afstand houden, waarbij hij zich dieper in de slijmlaag vestigt. Bovendien kan hij de zuurgraad meten en naar behoefte flinke hoeveelheden ammonia produceren die het zuur plaatselijk neutraliseert. De infecties beschadigen de maagwand; met maagzweren of maagkanker tot gevolg. Ook maagkanker, mits tijdig ontdekt, kan uitstekend worden behandeld met de genoemde medicijnen. Daarentegen zijn er ook sterke aanwijzingen dat de aanwezigheid van Helicobacter pylori beschermt tegen adenocarcinoom van de slokdarm.
De hoogtijdagen van het optimisme duren tot in de jaren ’70. Het leven is maakbaar, zo lijkt het. Dan zijn er nieuwe ontwikkelingen, die het tij doen keren.
Geraadpleegde bronnen:
Wikipedia: alle genoemde eigennamen en producten
The Rise and Fall of Modern Medicine, James le Fanu, Carroll & Graf Publishers, New York, 2002, ISBN: 0-7876-0967-7
“Wat knelt is die oude maakbaarheidsgedachte”; Esther van Fenema met Dick Swaab – Café Weltschmerz (cafeweltschmerz.nl)