Theorie speelt de hoofdrol bij de ontwikkeling van pillen die cholesterol in het bloed moeten verlagen. Opnieuw denkt men dat mensen slechte gewoontes kunnen afleren, en dat we alle ziektes kunnen genezen met de goede medicijnen. Maar dan in negatieve vorm, passend bij de neergang van de farmaceutische industrie. ‘Als jullie toch vet blijven eten en vasthouden aan slechte gewoontes, zorgen wij wel voor pilletjes die de gevolgen beperken.’ Pilletjes die je wel de rest van je leven moet blijven gebruiken. Of nog erger. ‘Jullie manier van leven is volgens ons (de medische, voedsel- en farma-industrie) zó slecht, dat we ons verplicht zien, de nodige medicijnen te ontwikkelen om de gevolgen ervan op te vangen. En ook al pas je jouw levensstijl aan, dan nog is het verstandig onze middelen te blijven gebruiken.’ Oorzaak en gevolg, preventie en herstel, het loopt allemaal door elkaar heen. Vertrouwen en inzicht gaan verloren.
Project ‘100 jaar antibiotica’
Aflevering 44. Neergang van de moderne farma in drie bedrijven. I: 1980-2000
Aflevering 45. Neergang van de moderne farma in drie bedrijven. II: De loze beloftes van biotech
Aflevering 46. Neergang van de moderne farma in drie bedrijven. III: Cholesterol
Aflevering 47. De bedreigingen in de 21ste eeuw
Aflevering 48. De zoektocht naar nieuwe antibiotica, 2000-2020
Eerst de cijfers
Het onderzoek naar cholesterol wordt geïnspireerd door het succes bij het opsporen van roken als oorzaak van longkanker. Naar voren gekomen in grootschalig onderzoek, met gebruik van statistiek. Men denkt dat we op deze manier meer slechte gewoontes in beeld moeten brengen; dat zal ongetwijfeld tot een oplossing leiden. Zie de grafieken. Wat onmiddellijk opvalt is de afwezigheid van sterfgevallen door een hartaanval vóór 1900. Ook de abrupte afname tussen 1960 en 1970 is zeer opvallend. Bedenk hierbij dat de cholesterolverlagers (statines) pas vanaf de jaren ‘90 volop in gebruik zijn gekomen. Lovastatine van Merck was de eerste, in 1987. En nu, ruim 100 jaar na de start van deze ‘pandemie’ lijkt het erop dat het probleem de wereld uit is.
De oorzaken
Met de kennis van nu en de grote piek in het aantal sterfgevallen achter de rug, kunnen we een stuk gemakkelijker redeneren dan in jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw. Uitgangspunt is dat het materiaal dat de bloedvaten verstopt en de hartaanval veroorzaakt, veel vet en cholesterol bevat. Een relatie met ons voedingspatroon ligt dan voor de hand. Dat heeft aanleiding gegeven tot een niet meer te stoppen hoeveelheid onderzoeken, voorlichtingsprogramma’s, medicamenten en diëten. Het is het begin van een spraakverwarring die tot op de dag van vandaag voortduurt. Van een voedingsindustrie die ons doelbewust veel vet, calorieën, zout en suiker wil verkopen – of die juist vooral zijn geld wil verdienen met slankmakers, en vetarme, suikervrije en cholesterolverlagende producten. Van een farmaceutische industrie die schatrijk wordt van het voorschrijven van cholesterolverlagers; met ruggensteun van een eindeloos aantal rapporten van medische experts van allerlei disciplines. Van een gezondheidsindustrie die ons met voorlichting en diëten alle kanten op stuurt. Zijn we goed bezig en is dit het bewijs ervan? Wordt de ontwikkeling gedreven door winstbejag of door ontkenning van onze slechte gewoontes? Of weten we eigenlijk nog steeds niet wat er precies aan de hand is? Ik neig tot het laatste.
Een ander spoor?
Als cholesterol en inname van vet de oorzaak zijn, dan moet er toch een duidelijk verband zijn aan te tonen met ons voedselpatroon. Allerlei studies uit de jaren ‘70 en ‘80 laten zien dat dit niet het geval is. De tabel spreekt voor zich.
Toch dendert de trein door op het spoor van leefstijl, dieet en vetinname. En waarom? Argumenten daarvoor zijn dat er al zoveel geld is besteed; dat er toch wel aanwijzingen in de goede richting zijn; dat er veel reputaties op het spel staan. De industrie is intussen volop bezig met de ontwikkeling van geneesmiddelen; de statines worden in de jaren ‘80 en ‘90 voluit als de oplossing omarmd. Het Westerse dieet móet wel de oorzaak zijn. Kijk maar naar Japan, waar het probleem zich nauwelijks voordoet; maar wanneer Japanners emigreren naar Californië duurt het maar een paar jaar en ze hebben dezelfde problemen.
Cholesterol is geen vet!
Kijk naar de formules van cholesterol en vet, en naar wat Wikipedia zegt: Cholesterol is een organische verbinding en een vetachtige stof. Cholesterol hoort tot de groep van de sterolen. Cholesterol wordt gesynthetiseerd in alle dierlijke cellen en is een essentiële bouwsteen van celmembranen. Cholesterol is een celverstevigend element en draagt in belangrijke mate bij aan de permeabiliteit van een celmembraan.
De formule van cholesterol lijkt in de verte niet op die van de vetten. De lange ketens aan de rechterkant zijn vertegenwoordigers van de vele vetzuren in de natuur. Van boven naar beneden respectievelijk palmitinezuur (een verzadigd vetzuur), oliezuur (een enkelvoudig onverzadigd vetzuur) en alfa linoleenzuur (een meervoudig onverzadigd vetzuur). In de figuur wordt een triglyceride weergegeven; dat wil zeggen een glycerolmolecule waarvan alle alcoholgroepen hebben gereageerd met een vetzuur. Er zijn ook mono- en diglyceriden.
De relatie tussen cholesterol en vetten is als volgt. Onze lever maakt cholesterol aan; niet uit vetten trouwens. Dit cholesterol moet via de bloedbaan naar onze lichaamscellen worden vervoerd om daar zijn opbouwende werk te doen. Voor dat transport zijn glyceriden nodig. De combinatie vetzuren/cholesterol verandert van samenstelling tijdens de reis door de bloedbaan. Daarbij verdwijnen vooral de vetzuren; er blijft een samenstelling met relatief veel cholesterol over (de zogenaamde slechte cholesterol). Voor een deel wordt deze door ons immuunsysteem opgeruimd. Dit kan leiden tot een afzetting van een afvalproduct op vaatwanden: aderverkalking. Als dit proces zich voortzet en de aders rond het hart dichtslibben, kan het leiden tot een hartaanval. Uit dit relaas kunnen we eigenlijk niet afleiden dat cholesterol de echte boosdoener is. Toch berust de werking van alle statines op belemmering van de aanmaak van cholesterol door de lever.
Het verhaal is niet af
En toch ligt de oorzaak van hartaanvallen niet alléén in dit proces. Ook mensen met een perfecte stijl van leven komen aan een hartaanval te overlijden. Het beschreven proces leidt dan ook niet tot een remedie. Een metastudie uit 1997 met 125.000 deelnemers vond géén verband tussen levensstijl en de kans op een hartaanval. Aspirine met zijn licht bloed verdunnende werking helpt ook; en dat past toch niet goed in het bovenstaande verhaal. En hoe moeten we de werking van streptokinase plaatsen? Dit enzym wordt toegediend na een hartaanval, het ruimt de verstopping op. Maar het werkt niet als we het preventief toepassen. En er worden nog steeds alternatieve inzichten gepubliceerd.
Maar er zijn ook slechte studies die het thema ‘levensstijl en hartaanval’ levend houden. Zoals de volgende. In 2014 is er een onderzoek gepubliceerd waarbij de invloed van een plantaardig (cholesterolvrij) dieet op hart- en vaatziekten is onderzocht. Hierbij zijn 198 patiënten met een gevorderde hart- en vaatziekte op een plantaardig dieet gezet. De 21 patiënten die met het dieet stopten, vormden de controlegroep. Bij 0,6% van de deelnemers die het plantaardige dieet volgden, deed er zich een cardiovasculaire bijwerking voor. Bij 62% van de deelnemers in de controlegroep deed er zich een cardiovasculaire bijwerking voor, zoals een hartaanval of een beroerte. De vraag wat er mis gaat in deze studie, beantwoorden we aan het eind van dit artikel.
Alternatieve inzichten
Er heeft zich nog een verrassende kandidaat aangediend als mogelijke oorzaak van alle ellende: een bacterie. Chlamydia is de naam, familie van de bekende SOA veroorzakende bacteriën. Chlamydia pneumoniae om precies te zijn; ook de veroorzaker van de papegaaienziekte en een probleem bij duivenmelkers. De bacterie is aangetoond in de vaatwand van overleden patiënten die leden aan arteriosclerose (aderverkalking); bij mensen die aan iets anders overleden zijn, is niets te vinden. In ander onderzoek heeft men bij 2/3 van de onderzochte hartpatiënten antistoffen gevonden tegen deze bacterie. En ten slotte: antibiotica die chlamydia om zeep helpen, verminderen de kans op een hartaanval.
Maar opnieuw: zo eenvoudig is het ook weer niet. Ons immuunsysteem pakt de bacterie aan en ruimt zijn afbraakproducten op. Alleen, onze hartspier bevat eiwitten die erg lijken op een paar eiwitten in de chlamydia bacterie; net de eiwitten die ons immuunsysteem in het vizier heeft voor de opruimactie. Bij de infecte met chlamydia gaat het immuunsysteem aan de slag; maar daarbij pakt het onbedoeld ook een essentieel onderdeel van ons eigen lichaam aan. De afbraakproducten daarvan zien we terug als afzetting op de vaatwanden bij het hart.
We kunnen veel lessen trekken uit alles omtrent de cholesterolverlagers. Wij beperken ons tot één: een statistisch verband is nog geen oorzakelijk verband.
Geraadpleegde bronnen:
Wikipedia: alle genoemde eigennamen en producten
The Rise and Fall of Modern Medicine, James le Fanu, Carroll&Graf Publishers, New York, 1999. ISBN: 0-7867-0967-7
The chlamydial cause of heart disease, C.J. Brown, Science 1999(283), 1335-1339; JAMC, May 4 1999 (160), 1282.
https://www.cmaj.ca/content/cmaj/160/9/1282.1.full.pdf
David Grimes. An epidemic of coronary heart disease
David Grimes. Epidemic and endemic coronary heart disease
Chlamidia Pneumoniae Infection