Zonne-energie gaat doorbreken. Zonnepanelen worden steeds goedkoper. Daardoor worden structurele nadelen, zoals de verdunde opwekking van elektriciteit, steeds minder belangrijk. Zelfs in een land als Nederland met weinig ruimte. Maar hoe zal die zonne-energie eruit gaan zien? Zonnepanelen op alle daken? Zonneparken die de landbouw gaan verdringen? Er is héél véél oppervlak nodig om op deze manier energie op te wekken. De weg er naartoe zal niet gemakkelijk zijn.
De moeilijke weg naar zonne-energie
Een kleine rekensom, over ons eigen land Nederland. Hoeveel elektriciteit kunnen we opwekken als we alle huizen bedekken met zonnepanelen? Laaghangend fruit, want daarvoor hoeven geen andere functies te wijken. We gaan uit van een gemiddelde opbrengst en denken nog niet aan komende generaties zonnepanelen met superrendement. Nederland omvat 41.543 km², en daarvan is 474 km2 dakoppervlak van huizen. Daarop kunnen we 78 PJ elektriciteit opwekken, vrijwel gelijk aan het huidige huishoudelijke elektriciteitsgebruik (80 PJ). Vrij teleurstellend, want het elektriciteitsgebruik is maar 20% van het huishoudelijk energiegebruik (410 PJ). En dat is maar weer 17% van het totale energiegebruik van 2.400 PJ. Met het bedekken alle huizen (voor zover geschikt) met zonne-energie kunnen we dus in hooguit 3% van het totale energiegebruik voorzien. We moeten méér doen!
Dat kan. Behalve huizen zijn er ook kantoren en fabrieksgebouwen. Met een oppervlak van bijna 100 km2. Waarvan 20% kantoren en 25% winkels. Misschien kunnen ook zij ongeveer hun eigen elektriciteitsbehoefte dekken. Tot nu toe zit er in Nederland weinig schot in het bedekken van fabriekshallen met zonnepanelen. Maar met de dalende prijzen zullen ondernemers ook daar hun winst gaan proberen te pakken.
Zonneparken, kansen en problemen
Daarnaast kent Nederland ook 1.200 km2 aan ruimtelijke infrastructuur: wegen, dijken, bermen, geluidschermen, vuilstortlocaties, spoorwegareaal, et cetera. Het potentieel aan zonne-energie daarvan wordt onderzocht en gestimuleerd in een nationaal consortium Zon op Infra. Naar goed Nederlands gebruik ‘een samenwerkingsverband van (nationale, regionale, en lokale) overheden, bedrijven, kennisinstellingen en belangenorganisaties.’
Maar op alle genoemde plaatsen zijn er wel problemen die moeten worden overwonnen voordat zonnepanelen worden geplaatst. Klassieke zonneparksystemen voldoen bijvoorbeeld niet op dijken, ‘omdat zij erosievorming in de hand werken hetgeen de veiligheid van de dijk in het gedrang kan brengen.’ En een proefproject voor zonnepanelen op een geluidsscherm langs snelweg A9 bij Amstelveen heeft tot nu toe niet tot een vervolg geleid.
Experimenten
Zonnepanelen op water hebben als belangrijk voordeel dat zij permanent gekoeld worden; dat verhoogt de opbrengst. Ook hier gaat het nog voornamelijk om proefprojecten.
Zonnepanelen op akkers lijken op het eerste gezicht minder geschikt; want ze gaan ten koste van landbouwgrond. Maar dit is nu juist een terrein waarin groei zit. De oppervlakken zijn groot, het aantal besluitvormers is klein; en als de netstructuur het nieuwe vermogen toelaat zijn er weinig belemmeringen. Toch bestaat er weerstand tegen zulke zoneparken. Ook hier zijn er mensen die zo’n park liever niet in hun achtertuin hebben. En wat schiet de maatschappij ermee op wanneer de éne monocultuur (landbouw of grasland) wordt ingewisseld voor de andere? En is er wel leven mogelijk onder een dak met zonnecellen? Om zulke bezwaren te ondervangen heeft brancheorganisatie Holland Solar een gedragscode opgesteld. Daarin staat dat zonneparken van hun leden meerwaarde zullen hebben voor biodiversiteit; dat zij geen schade toebrengen aan de bodem en dat gestreefd wordt naar een groot draagvlak. Deze eisen moeten in 2025 uitmonden in een EcoCertified Solarlabel.
Zonneparken met behoud van biodiversiteit
Sabine Sluijters van change.inc wilde zien hoe zo’n park eruit ziet. Ze bezocht Rosanne Bevers in zonnepark Donkerbroek van GroenLeven in Oost-Nederland. Hoe staat het daar met de biodiversiteit? ‘Het meest bepalend is hoe lichtdoorlatend de panelen zijn,’ zegt Bevers. ‘Glaspanelen bijvoorbeeld laten 6 tot 9 procent licht door. Dat levert ook onder de rijen genoeg licht op voor planten om te groeien…. Ook de hoogte van de panelen, hoe schuin ze staan en in hoeverre ze regenwater doorlaten, maakt verschil. We werken nu met klik-in systemen. Daarin zitten stroken die water doorlaten. En water plus licht is leven.’
GroenLeven probeert op het terrein van hun zonneparken verschillende soorten natuur te creëren, ter bevordering van de biodiversiteit. Een poel bedoeld voor kikkers, padden en salamanders, daar komen libellen op af. Een droog stuk grond dat heel kort wordt gemaaid, omgespit en ingezaaid met een kruidenmengsel. ‘We hebben nog veel meer duurzame energie nodig. Dat mag niet ten koste gaan van biodiversiteit en het leven in de bodem,’ zegt Bevers.
Zonneparken die passen in het landschap
In Nederland wordt elke vierkante meter benut. Maar een combinatie van zonne-energie met land- of tuinbouw zou kunnen slagen. Het TNO project Symbizon zoekt naar mogelijkheden daarvoor. ‘Dat is een project waarin er niet alleen wordt gewerkt aan de energietransitie, maar ook aan de landbouwtransitie,’ zegt Kay Cesar van TNO. Eén mogelijkheid is het wat verder uiteen zetten van panelen. Onder de panelen groeien kruiden, daar tussen een gewas. Of onder de panelen (die nog wat licht moeten dooraten) teelt de boer zacht fruit als bessen of frambozen. Het paneel beschermt het gewas ook tegen hagel en te hoge temperaturen.
Het combineren van functies kan nog verder gaan. In het Noord-Hollandse Koggenland ontwikkelde de stichting Koggenland Energie Neutraal een plan voor een park. Onder de zonnepanelen gaan fruitbomen groeien; er is ruimte voor runderen en kippen. Er is ook zwemwater, er lopen wandel- en mountainbikeroutes, en er is ruimte voor een voedselbos en natuureducatie. Er is vaak weerstand tegen akkers die vol gelegd worden met panelen. Maar als mensen kunnen deelnemen, en als het gebied ook iets voor hen gaat betekenen, reageren ze wel enthousiast. Aldus Ton Scholte, voorzitter van een stichting die zo’n plan ontwikkelde, tegen voordewereldvanmorgen.nl.
We moeten nog veel ontdekken
Wageningen Universiteit gaat na of het op deze manier lukt, natuurontwikkeling en opwekking van zonne-energie met elkaar te combineren. Elders proberen onderzoekers of het winnen van zonne-energie kan samengaan met tuinbouw. Want sommige gewassen zullen juist de schaduw van zonnepanelen weten te waarderen. Er is veel méér mogelijk dan zonneparken die alleen zonne-energie winnen en verder niets. We moeten die mogelijkheden nú ontwikkelen.
Interessant? Lees dan ook:
Van monocultuur van zonnepanelen naar meervoudig landgebruik
Ambities voor zonne-energie
Zonne- en windenergie: meer erkenning