In de zoektocht naar nieuwe antibiotica komen ook de zogenaamde ‘natuurlijke’ middelen weer in de belangstelling. Verdrongen (tijdelijk?) door de opkomst van de chemie, die aan de basis ligt van een geheel nieuwe tak van geneeskunde. Gebaseerd op enkelvoudige stoffen. Ontwikkeld in de tweede helft van de 19e eeuw en in de eeuw daarna stormachtig opgekomen. Maar de natuurlijke geneesmiddelen worden nooit helemaal verdrongen. Integendeel, meer dan driekwart van de wereldbevolking maakt er gebruik van. Vanwege (vermeende) problemen met geneesmiddelen uit de fabriek, uit overtuiging of traditie, of eenvoudig omdat mensen de industriële middelen niet kunnen betalen. In vijf afleveringen laten we zien wat de stand van zaken is.
Project ‘100 jaar antibiotica’
Aflevering 56. Bacteriofagen: bijna vergeten, maar….
Aflevering 57. Faagtherapie, een veelbelovend alternatief voor antibiotica?
Aflevering 58. Natuurlijke geneesmiddelen
Aflevering 59. Fytomedicijnen, wat werkt?
Aflevering 60. Plantaardige antibiotica: knoflook
Vooruitgangsgeloof
De status van fabrieksgeneesmiddelen komt op met het geloof in vooruitgang. En daalt later ook weer. Vooruitgangsgeloof ontstaat in de industriële revolutie. Het woord ‘nieuw’ krijgt daarin snel een positieve betekenis. Bijvoorbeeld bij de opkomst van de auto (begin 20e eeuw). Zelfs vindt men een tijdlang ‘kunstmatig’ beter dan ‘natuurlijk’, denk aan het enthousiasme voor nylons en plastics in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Maar dan begint de neergang van alle nieuwigheid, tenminste in de waardering van de mensen. En parallel daaraan zien we de waardering voor natuurlijke geneesmiddelen weer opkomen, juist in industrielanden. Geholpen door problemen met antibiotica, vaak veroorzaakt door overconsumptie en misbruik. Zoals bij resistentie. Toch niet de wondermiddelen die men ooit voor ogen had. Zou de balans weer kunnen doorslaan in het voordeel van de natuurlijke medicijnen?
Er is een snel groeiende literatuur over natuurlijke geneesmiddelen. Voor een belangrijk deel afkomstig van auteurs uit Azië, waar de traditionele geneeskunde nooit is verdwenen. Vooral de Indische en Chinese tradities zijn sterk. Oude kennis wordt van generatie op generatie doorgegeven en vormt nog steeds de basis voor veel behandelingen. Soms stoot zo’n behandeling door tot de westerse geneeskunde. Zoals is gebeurd met het malariamedicijn artemisinine. Het recept voor dit plantaardige medicijn is gevonden in oude Chinese geschriften. En het heeft de leider van dit onderzoek, mevrouw Tu Youyou, de Nobelprijs voor geneeskunde opgeleverd. Liggen er schatten opgetast in oude wijsheden die wij nu gaan erkennen? Gaat de opkomst van Azië, met China voorop, ons de weg wijzen? De grote farmabedrijven uit de Westerse wereld hebben veel van hun krediet verspeeld. We zullen een aantal afleveringen wijden aan natuurlijke geneesmiddelen en proberen een brug te slaan naar de moderne wetenschap. Want vooral de synthetische biologie laat nieuwe perspectieven voor geneesmiddelontwikkeling zien.
Variabele samenstelling van natuur-lijke genees-middelen
Met de natuurlijke geneesmiddelen betreden we in zekere zin een geheel nieuw terrein. Niet dat de geneesmiddelen nieuw zijn, of hun mechanisme; maar in dit nieuwe veld passen de bestaande wetenschappelijke routines slecht. Vaak kunnen we met moeite een dosis-effect relatie vaststellen: hoeveel medicijn hebben we nodig voor een geneeskundige werking? En de weg naar officiële goedkeuring van een medicijn kost veel geld. Natuurlijke geneesmiddelen worden niet, of op z’n best heel slecht, beschermd door een patent en daardoor zal geen enkele fabrikant die weg willen volgen. Het eerder genoemde artemisinine is een notoir voorbeeld. Willen we de natuurlijke geneesmiddelen accepteren én reguleren, dan moeten we andere criteria ontwikkelen.
En dan is er het gegeven dat de medicinale werking van een plant nooit afhankelijk is van één inhoudsstof. Er zijn altijd verwante stoffen (vaak in variabele hoeveelheden) die de werking mede kunnen bepalen. In hoeverre? Daarop kunnen onze onderzoeksmethoden, gericht op enkelvoudige stoffen, bijna nooit antwoord geven. Bovendien worden plantaardige stoffen vaak bewerkt voordat wij ze consumeren. Die bereidingswijze heeft zeker invloed. Is de geneeskrachtige werking van knoflook anders wanneer de tenen zijn verwerkt in pastasaus? Of moeten we ze juist rauw eten?
Smaakstoffen
De kwestie ‘synthetisch versus natuurlijk’ speelt niet alleen bij geneesmiddelen. Neem het geval van de smaakstof vanilline. Oorspronkelijk gewonnen uit de vanille-orchis, die groeit in het tropische regenwoud van Madagaskar, Mexico en Zuidoost Azië. Maar nu voor een groot deel verdrongen door een chemisch product, gemaakt van guiacol (uit aardolie) of lignine (uit hout). Sinds kort ook te maken uit suiker, met gemodificeerde micro-organismen waarin de code voor het maken van vanilline is ingebouwd. De kunstmatige vanilline heeft nu een marktaandeel van 90%; natuurlijke vanilline wordt alleen gebruikt in topproducten als duur consumptie-ijs en recepten in de haute cuisine. Er is ook een groot prijsverschil: € 10-15/kg voor het kunstmatige product, versus € 700-2.000/kg voor het natuurproduct. En er is een verschil in chemische samenstelling. Kunstmatige vanilline is voor minstens 99,9% zuiver; het natuurlijke product bevat soms maar 80% vanilline, en voor de rest verwante stoffen.
De kwestie is actueel geworden door verzet tegen het gebruik van genetische modificatie. Maar als we van dat probleem afzien, kunnen we toch vragen: heeft het natuurproduct iets extra’s boven het fabrieksproduct? Een vollere smaak misschien? Een rijker palet? En dat heeft een parallel met de vragen over fabrieksmatige en natuurlijke geneesmiddelen. Die extra stoffen in plantaardige producten, hebben die een functie? Geven ze extra bescherming? Weren ze misschien resistentie af?
Moeilijke vragen
Sommige auteurs beweren dat er geen publicaties zijn over resistentie van bacteriën tegen natuurlijke geneesmiddelen als plantaardige antibiotica. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het verschijnsel zich niet voordoet. De patiënt gaat eenvoudig over naar een ander preparaat en misschien wel naar de huisarts voor een recept. Moeilijke vragen voor de wetenschap, als deze strikt experimenteel wil werken; met gecontroleerde toediening en dubbelblind onderzoek. En zonder gebruik te maken van anekdotische of overgeleverde kennis! Kunnen we dichter bij de ‘natuurlijke’ vanille komen, doordat we nu met micro-organismen vanilline uit suiker kunnen maken – en we met kleine wijzigingen in hun genetische code de samenstelling van het product kunnen veranderen?
Holisme
Hiermee komen we op een groter vraagstuk: reductionisme versus holisme. De kwestie of we de wereld kunnen begrijpen door deze in stukjes op te knippen en elk stukje apart te bekijken (reductionisme). Of alleen door het geheel in het oog te nemen en patronen te vinden (holisme). Op de medische wetenschap toegepast: behandelen we ziektes adequaat door één ziekteverwekker op de korrel te nemen en deze te bestrijden met één middel? Of zouden we (net als de natuur) een hele reeks verdedigingsmechanismen in stelling moeten brengen, die alleen samen het gewenste effect hebben? In de strijd tegen Covid-19 zien we deze strijd volop: vaccins en immunisatie (holistische middelen) versus antivirale middelen zoals remdesivir, die specifiek het virus moeten uitschakelen (reductionistisch). In afleveringen 56 en 57, over fagen als antibioticum, kwam dit vraagstuk ook nadrukkelijk om de hoek kijken.
Dit is een groter vraagstuk, dat we in een aparte episode zullen behandelen. Want niet alleen de wereld van de medicijnen worstelt met dit probleem. De industrie voor bestrijdingsmiddelen, de landbouwchemicaliën, werkt ook hard aan een nieuwe toekomst. Net als de meeste medicijnen zijn vrijwel alle bestrijdingsmiddelen enkelvoudige moleculen. En het is al meer dan 10 jaar goed bekend dat een plant het beste gedijt bij een goede balans tussen duizenden, zo niet miljoenen, moleculen en organismen in zijn directe omgeving (het microbioom). Soms lijkt het wel of de inzichten over de gezondheid van de plant vóór lopen op de medische kennis van de mens. In het plantenonderzoek hebben we meer vrijheid van handelen dan in de medische praktijk; dat geeft dit onderzoek een voorsprong. Maar misschien kunnen de zo gewonnen inzichten ons helpen bij een herwaardering van de natuurlijke geneesmiddelen – een paradigmashift.
Geraadpleegde bronnen:
Wikipedia: alle genoemde eigennamen en producten
Chinese geneeskrachtige planten, A.P. Dharma, De Driehoek Amsterdam, ISBN 906303164 (1982)