Een recent artikel in The Conversation laat zien hoe ongewenst het is, als het klimaatbeleid wordt afgestemd op de publieke opinie. Want consumenten zijn onbestemd – eigenlijk wachten ze op regeringen die de richting aangeven.
Onbestemdheid
De onbestemdheid van de publieke opinie kwam duidelijk naar voren in een opinieonderzoek in een aantal landen, kort voor de VN klimaatconferentie COP26 in 2021. Volgens dit onderzoek zou 76% van de geïnterviewden strengere milieuregels van hun regeringen aanvaarden. En toch denkt 46% dat zij hun gedrag niet werkelijk hoeven te veranderen. Het onderzoek werd uitgevoerd in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Polen, Singapore en Nieuw Zeeland. De percentages verschillen wat tussen de landen, maar het algemene beeld gaat overal op.
Wat zegt dit ons over het klimaatbeleid? Laten deze resultaten zien dat mensen vinden dat de grootste bijdrage moet komen van anderen? Of is dit een onuitgesproken uitnodiging aan overheden om de leiding te nemen? Omdat mensen weten dat er echte maatregelen nodig zijn? De auteur van het stuk, Noel Fay Cass, denkt het laatste. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen ‘bereid zijn genoegen te nemen met minder keuzevrijheid om het milieu te redden’.
Gedragsveranderingen
Maar overheden gaan nog altijd in de eerste plaats af op de keuze van consumenten, omdat dat kennelijk is wat de mensen willen. Klimaatbeleid voeren door het opleggen van maatregelen? Ja, dat kunnen zij. Maar kennelijk zijn onze regeringen nog niet overtuigd van de ernst van de klimaatdreiging. In het verleden konden zij wel degelijk grote gedragsveranderingen teweeg brengen door maatregelen op te leggen, zoals minder roken en veiligheidsgordels in auto’s. Aanvankelijk impopulaire beperkingen. Maar toch had de overheid succes.
Veel mensen zijn kennelijk wél bereid, strengere regels te aanvaarden om het klimaat te redden; ze realiseren zich dus dat ze hun leefstijl moeten veranderen. Maar de heersende marktprijzen geven vaak het verkeerde signaal. Ze vertellen ons, onze huizen te verwarmen met gas in plaats van met warmtepompen. Of de auto te nemen in plaats van trein of bus. Of goedkoop op vakantie te gaan met het vliegtuig, in plaats van dicht in de buurt te blijven.
Autonomie van consumenten?
Maar mensen blijken goed te luisteren naar wat overheden hen vertellen. De auteur geeft een voorbeeld. In het VK zagen mensen lange tijd elektrische auto’s als te duur, en kochten hen daardoor niet. Maar in 2021 kondigde de regering aan, de verkoop van auto’s vanaf 2030 te verbieden, en vanaf dat moment schoot de verkoop van elektrische auto’s door het dak. Een plan om centrale verwarming op gas op termijn te verbieden zou net zo’n effect kunnen hebben. Zo’n plan zou grote betekenis kunnen hebben voor warmtepompen: aankoop door consumenten, productie door producenten.
Kortom, regeringen moeten bij klimaatbeleid anders gaan denken over de autonomie van consumenten. De neoliberale theorie plaatst deze boven alles. Maar misschien denken consumenten hier wel heel anders over. In het beleid geldt ‘informatie’ nog steeds als het belangrijkste instrument om gedrag te veranderen. Maar mensen vragen zelf om leiderschap. Is klimaatverandering echt zo erg als ze ons vertellen? Laat dat dan zien! Leg verboden op (en kondig deze lang van tevoren aan). En ondersteun mensen die de verandering niet kunnen betalen.
Klimaatbeleid: beperk de vrijheid van consumenten
De auteur van het artikel in The Conversation heeft workshops gehouden om te onderzoeken wat mensen hiervan vinden. Hun algemene conclusie: mensen geven de voorkeur aan structurele veranderingen. Bijvoorbeeld door het onmogelijk maken van keuzes die een hoge uitstoot van CO2 veroorzaken – en door de tegenovergestelde keuze te bevorderen. Mensen vinden dat het huidige beleid van informatie verschaffen alleen werkt als de keuzemogelijkheden van consumenten al zijn veranderd. Dus niet als middel tot verandering. Zoals één deelnemer zei: ‘je kunt het gedrag van mensen pas veranderen als er andere keuzemogelijkheden zijn.’
Sommige mensen blijken het prima te vinden als hun vrijheid als consumenten wordt ingeperkt. De Britse denktank Demos vroeg onlangs aan mensen in hoeverre ze het eens waren met het klimaatbeleid. Tussen 84% en 96% van de ondervraagden steunde maatregelen als belasting op vliegreizen en uitstoot van CO2, beperking van auto’s in steden en verdere snelheidsbeperkingen; allemaal keuze-beïnvloedende maatregelen waarvoor krachtig overheidsbeleid nodig is. De conclusie, in de woorden van The Guardian: mensen willen graag dat de overheid leiding geeft aan de transitie naar een economie met nul uitstoot van CO2; liever dat dan alleen belasting heffen en het verder aan de markt overlaten. Dus wat houdt ons nog tegen? We moeten het gewoon dóen!
Interessant? Lees dan ook:
Precisietuinbouw: wat de consument wil
Een plantaardig dieet zou een groot klimaateffect hebben
Beleid inzake duurzame materialen? Probeer verboden en heffingen