Het boek van Ben Rawlence De boomgrens confronteert ons met de gevaarlijke weg die we als mensheid bewandelen. Het klimaat warmt op en daardoor schuift de Noordelijke boomgrens op naar de Noordpool. Ben Rawlence reisde de hele boomgrens langs en deed ervan verslag.
De klimaatcrisis
Overal ter wereld hebben mensen zich aangepast aan het leven op de boomgrens. De Inuit in Alaska, Canada en Groenland, de Sami in Scandinavië en Siberië. Zij zijn de getuigen van een veranderende wereld. Door die veranderingen kunnen zij niet meer hun traditionele leven handhaven. Zij worden onze tijd in gezogen. Hoewel sommige overheden, vooral die in Siberië, ook hun best hebben gedaan om de oude cultuur uit te roeien. Deze volkeren zijn de beste getuigen van de stille ramp die zich voltrekt. De teloorgang van de overgang van bos naar toendra; het Noordwaarts opschuiven van het bos; de vraag of plant- en diersoorten deze bewegingen kunnen bijhouden; de vraag of de ontdooiende permafrost niet zó veel methaan zal loslaten dat er onomkeerbare veranderingen in het klimaat gaan plaats vinden. Leidend naar die alomvattende vraag: kan de Aarde de klimaatcrisis nog te boven komen?
Maar de in Wales levende Rawlence begint zijn reis dichter bij huis: in Schotland. Ook hier tekent zich een boomgrens af. Al is die verbrokkeld en soms onlogisch. Het gevolg van jarenlange boomkap; gevolgd door niet altijd deskundige herbebossing. Daardoor is de boomgrens in Schotland niet scherp te bepalen. Misschien liggen de hele Schotse hooglanden nu al binnen de boomgrens. De grove den rukt er op. Maar misschien rukt de warmte nog sneller op. Diezelfde grove den komt nu in grote delen van Europa al in problemen. Als de klimaatmodellen gelijk hebben, zal dat binnen honderd jaar ook in Schotland het geval zijn. Ooit lang Schotland aan de Noordelijke boomgrens; daar boven was het te koud voor dennen om te groeien. Maar misschien kunnen dennen zich er over een eeuw niet meer handhaven vanwege de warmte.
De boomgrens verschuift
Bij de Sami in Noorwegen en Zweden staat de traditionele manier van leven onder grote druk. Eigenlijk is die niet meer te handhaven. Bomen rukken op. Rendierkudden reageren op onvoorspelbare manieren en zijn niet altijd meer vindbaar. Sami leven tussen twee werkelijkheden: traditioneel en modern leven. Het eerste kan bijna niet meer. ‘De natuur verandert voortdurend – we moesten altijd al voorbereid zijn,’ zegt wijze vrouw Märet. ‘Ik ben hoopvol voor de natuur, maar niet voor de mens.’ En niet alleen de traditionele levenswijze verdwijnt. Het denken van de mensen verandert mee. Nemen van de natuur wordt een gewoonte. ‘Als mens mag je het voedsel of de habitat van andere dieren niet vernietigen. Je neemt slechts wat je nodig hebt, want je bent niet alleen,’ zegt Märet.
Alleen uit de natuur nemen wat je nodig hebt. Volgens Rawlence is dat precies het tegenovergestelde van het moderne idee van duurzaamheid. Want dat is gebaseerd op de maximale hoeveelheid die we aan de natuur kunnen onttrekken zonder de hulpbron te verstoren. Maar is dat wel zo? Voorbij duurzaamheid bestaat er immers nog uitputting van grondstoffen? Märits idee gaat op als er weinig mensen zijn en veel natuur – maar onze werkelijkheid is dat er veel mensen zijn en weinig natuur. Hoe ver zouden we moeten gaan voor een duurzaam leven?
De taiga schuift op
Op de taiga van Siberië vindt Rawlence de lariks als dominante boom. Hij heeft een enorm aanpassingsvermogen en een grote verscheidenheid aan voorkomens. Het gebied gedomineerd door de lariks is hier en daar duizenden kilometers breed. Net als in Zweden schuift ook hier de boomgrens op naar het Noorden. Maar de echte verandering vindt plaats aan de zuidgrens van het bos. Het wordt er steeds droger, er komen meer branden voor. De steppe die aan de Zuidkant de taiga begrenst, schuift ook naar het Noorden op. En slokt dan de taiga op. Want aan de Zuidgrens vinden vaak branden plaats. Als dat een paar keer is gebeurd, kunnen de bomen bijna niet meer wortelen. De taiga kan zich niet meer regenereren. Na verloop van tijd zetten de brandcycli de deur open voor grassen uit de steppe. Deze verhinderen de bomen te ontkiemen en verstikken alle andere soorten. Het grootste bos ter wereld sterft af van onderaf. Als dit zo doorgaat, zal tegen het eind van de eeuw de helft van het bos zijn veranderd in steppe. Met slechts één lichtpuntje: het gematigde klimaat dat daar zal heersen, maakt er landbouw mogelijk. Misschien een toevluchtsoord voor mensen die de dan onleefbaar geworden tropen willen ontvluchten.
In Alaska vindt Lawrence opnieuw een andere dominante boomsoort: de spar. En ook hier schuift de boomgrens op naar het Noorden. Het Noordpoolgebied vergroent; luchtfotografie toonde dat rond de eeuwwisseling onomstotelijk aan. Opmerkelijk genoeg speelt de bever daarbij een belangrijke rol. Met hun controle over het oppervlaktewater maken ze de weg vrij voor bomen. Water geleidt warmte beter dan land. Als je meer water creëert en het dieper maakt, breng je de warmte daardoor dichter bij de bodem, bij de permafrost. Er ontstaat een nieuw ecosysteem. ‘Bevers zijn geo-engineers van de eerste orde.’ Witte sparren rukken snel op. Zalmen volgen. Maar soms zijn de rivieren al niet meer koud genoeg voor de zalm om te paaien. En de olie-industrie heeft de hele staat onomkeerbaar veranderd.
Sporen van de mens
Zijn deze veranderingen omkeerbaar? Belangrijke factoren zijn zelfversterkend. Bossen stoten minder water uit; daardoor valt er minder regen en is er minder wind. Droogte en brand worden daardoor bevorderd. Zomerwinden zwakken af en de verdroging gaat sneller. Deze trends kunnen wel omkeren – maar dan moet er veel veranderen. En ook in Canada en op Groenland is op de boomgrens de invloed van klimaatverandering sterk voelbaar.
Bomen en mensen leven in dezelfde klimaatniche. Sinds de laatste ijstijd hebben mensen zich gevestigd in habitats ontstaan door de boomgrens die naar het Noorden opschoof. En heeft daar zijn sporen achtergelaten. Mensen hebben bossen geveld en op het land landbouw en veeteelt gepleegd. Een tijdlang hebben we daarmee nieuwe omgevingen geschapen en de biodiversiteit op Aarde verhoogd. Maar met de komst van het kapitalisme, zegt Rawlence, is er aan die positieve invloed een eind gekomen.
Dramatische veranderingen
De veranderingen die Rawlence beschrijft zijn dramatisch. Er is geen stukje van de boomgrens dat niet is onderworpen aan veranderingen. De Aarde warmt op, en snel ook – we kunnen de 2o opwarming al niet meer voorkomen, zegt hij. Maar de boodschap van het boek is zeker niet fatalistisch. Het is een uitnodiging om deel te nemen: om te verkennen, te ervaren, te verdwalen of je weg te vinden. De Aarde is afhankelijk van ons en de volgende generatie. Wij ervaren nu een oproep om haar te redden, het positieve effect van een ramp. Strijd brengt hoop voort, zegt Rawlence, niet andersom. Wanhoop is de eerste stap naar herstel. Erkennen welke schade er eerder is aangericht geeft ons kracht. Hoop ligt in de gezamenlijke inspanning voor een goed doel.
We staan aan de vooravond van een nieuw tijdperk van onze planeet. Het hangt van onszelf af hoe deze periode eruit gaat zien.
Interessant? Lees dan ook:
Sprongsgewijze veranderingen, een lichtpuntje in het klimaatdebat
Zonne- en windenergie: meer erkenning
Holisme heeft de toekomst