De vraag naar duurzame producten groeit, op basis van een groeiend bewustzijn van milieuproblemen bij consumenten. Dit is een belangrijke aanjager van de industrie van groene producten. Bedrijven maken hun producten nu liever uit groene grondstoffen dan uit aardolie. Maar sommige bedrijven maken hier misbruik van: ze promoten hun producten ten onrechte als ‘groen’, om milieubewuste consumenten te lokken. Een praktijk die bekend staat als greenwashing.
Om te verzekeren dat alleen echt duurzame producten als zodanig op de markt komen, kunnen bedrijven een monster van hun product laten onderzoeken door een onafhankelijk laboratorium voor koolstof-14 onderzoek. Groene producten worden geheel of gedeeltelijk gemaakt van biomassa en organische materialen van plantaardige en dierlijke oorsprong. Door C-14 onderzoek kunnen merken aantonen dat zij groene grondstoffen hebben gebruikt, en daarmee het vertrouwen van de consument versterken.
Greenwashing: een uitdaging voor de duurzame markt
De markt van duurzame producten heeft vaak te maken met greenwashing, waarbij merken ten onrechte hun product adverteren als duurzaam. Verpakkingen kunnen bijvoorbeeld groen van kleur zijn of afbeeldingen van bladeren hebben; daarmee zaaien ze verwarring zodat consumenten niet de juiste keuze maken.
Maar bedrijven kunnen dit tegengaan en duidelijkheid bieden aan hun klanten; door hun producten voor te leggen aan een onafhankelijk laboratorium als onderdeel van hun kwaliteitscontrole; ze kunnen ook een eco-label aanvragen voor hun product.
Hoe werkt de koolstof-14 methode?
C-14 onderzoek wordt vaak gedaan om de leeftijd te bepalen van archeologische en geologische voorwerpen. Maar door de aanwezigheid van C-14 in planten en dieren kunnen we deze methode ook gebruiken voor een nauwkeurige bepaling van het aandeel groene grondstoffen in een monster.
Radioactieve koolstof, ook bekend onder het symbool C-14, is een radioactief isotoop; het ontstaat in de atmosfeer door kosmische straling afkomstig van de zon. Alle levende organismen nemen CO2 op uit de atmosfeer, waaronder ook C-14. Als organismen sterven, nemen ze geen koolstof meer op en hun C-14 gehalte begint geleidelijk te verminderen. Hierdoor is C-14 een nauwkeurige methode om te bepalen of het materiaal nog onlangs is gemaakt door een levend wezen; of afkomstig is van aardolie.
De meting van C-14 vindt plaats in een massaspectrometer, waarmee we zowel gassen als vloeistoffen en vaste stoffen kunnen onderzoeken. De testresultaten worden uitgedrukt als een percentage; variërend van 0% tot 100% groene oorsprong. Een product geheel gemaakt uit groene grondstoffen zal 100% scoren, en iets gemaakt van aardolie 0%. Een tussenliggende waarde geeft aan dat er verschillende grondstoffen zijn gebruikt.
C-14 onderzoek vereist, in de VS en Europa
Analytische normen spelen een sleutelrol in deze kwaliteitscontrole. Laboratoria letten daardoor streng op de juiste procedures. Er bestaan bij groene materialen vele normen gebaseerd op C-14 onderzoek. De American Society for Testing and Materials gebruikt de ASTM D6866 methode ter bepaling van het aandeel groene grondstoffen in vloeibare, vaste en gasvorming monsters. De ASTM D6866 methode wordt veel gebruikt voor het verkrijgen van certificaten onder het USDA BioPreferred® Programma.
ISO 16620 is een internationaal erkende standaard voor het onderzoek van plastic producten. Ook hier wordt het aandeel groene grondstoffen bepaald als percentage van de totale hoeveelheid organische koolstof.
In Europa gebruikt men drie analytische methoden voor groene verpakkingsmaterialen. De EN 16640 methode wordt gebruikt voor alle producten van groene oorsprong. Hij meet met C-14 onderzoek het aandeel ‘groene’ koolstof op het totaal. EN 16785 bepaalt het aandeel groene koolstof in vaste, vloeibare en gasvormige producten. En EN 17228 bepaalt het aandeel groene koolstof in bioplastics en biokunststoffen.
Groene certificaten
Met een groen certificaat kunnen fabrikanten en handelaren hun producten goed in de markt plaatsen. Zowel in de VS als in Europa zijn er (verplichte of vrijwillige) certificaten op basis van C-14 onderzoek.
Het USDA BioPreferred Program wordt veel gebruikt; niet alleen voor certificering van producten maar ook voor het stimuleren van de biobased economy en van het bewustzijn bij consumenten. Het programma omvat 139 productcategorieën. Elk daarvan heeft een minimumhoeveelheid materiaal uit groene grondstoffen. Verpakkingsmateriaal moet tenminste 25% groene grondstoffen bevatten. Als fabrikanten aan zo’n eis voldoen mogen ze op hun verpakking het USDA Certified Biobased Product label zetten. Het gehalte groene grondstoffen moet worden bepaald met de ASTM D6866 methode, door een onafhankelijk laboratorium.
Ook de UL 9798 Bio-based Product Content Validation, toepasbaar op plastic voorwerpen, beveelt aan om te testen met de ASTM D6866 methode. Aanvragers die het certificaat krijgen, mogen de UL logo’s op hun product zetten; ze worden opgenomen in het UL register van groene producten.
In Duitsland is een vergelijkbaar certificaat: DIN CERTCO DIN-Geprüft Biobased; dit heeft betrekking op alle producten gemaakt met tenminste 20% groene grondstoffen. In dit programma bestaan drie niveaus: 20-50% biobased, 50-85% biobased, en >85% biobased. De C-14 metingen verlopen volgens de ASTM D6866 voorschriften.
In België bestaat het certificaat Vinçotte OK Biobased; dit geeft aan of een bioplastic of een product uit groene grondstoffen voldoet aan EN 16640. Het aantal sterren geeft het gehalte aan groene grondstoffen aan. Eén ster betekent 20-40% groene grondstoffen, en vier sterren betekent meer dan 80% groene grondstoffen.
Conclusie
Certificaten en normen voor groene grondstoffen, gecombineerd met C-14 onderzoek, zijn essentieel voor het reguleren van de markt van groene producten en het tegengaan van greenwashing. Consumenten verwachten dat het klopt als producten zeggen uit groene grondstoffen te zijn gemaakt, reden voor bedrijven om dit te laten verifiëren. Ook voor bedrijven is dit belangrijk: hierdoor worden hun marketing en de positionering van hun product ondersteund. Bij consumenten verhoogt het C-14 onderzoek het vertrouwen in een merk; ook verhoogt dit de transparantie van de markt van groene grondstoffen. Daarom is C-14 onderzoek een goed middel om misleidende claims en greenwashing te voorkomen; en nauwkeurig vast te stellen in hoeverre een product groene grondstoffen bevat.
Informatie verstrekt door Beta Analytic, www.betalabservices.com
Interessant? Lees dan ook:
Duurzaamheid is doorslaggevend voor succes, zegt Lux Research
Band met de natuur herstellen – de nieuwe duurzaamheid
Coca-Cola blundert met non-informatie over de plantbottle – laatste in een reeks incidenten