In een eerste artikel onderzochten we het probleem van dierenwelzijn en ammoniaklozingen in moderne koeienstallen. Waar mest en urine met elkaar in aanraking komen. Kunnen we dit probleem oplossen – en toch een economisch levensvatbare veeteeltsector overhouden? Herman A. de Boer onderzocht dit.
Dit is het tweede van twee artikelen over het mestprobleem. Het eerste verscheen op 29 september 2023.
Mest: ouderwetse oplossingen
Het probleem van ammoniaklozingen komt eruit voort dat we in ‘moderne’ stallen urine en feces direct met elkaar mengen. Dat was anders toen boeren nog gebruik maakten van ouderwetse gierputten. Hierin werd alleen urine verzameld. Mest werd twee keer per dag met de kruiwagen afgevoerd; het was stapelbaar. In de loop van het winterseizoen ontstond er een hoge mestvaalt. In hygiënisch opzicht is de ontwikkeling van de moderne ligboxenstal een flinke stap achteruit. Wij hebben innovatie nodig, zegt De Boer, waardoor zowel de achterkant van koeien wordt schoongehouden, als wordt voorkómen dat mest en urine met elkaar in aanraking komen. Zodat er geen mest en urine op de vloeren komt, met de klauwproblemen die dat met zich meebrengt; zonder koeienpoten die daardoorheen waden en zonder vuile koeienuiers.
Wat te doen? Er zijn stallen die voldoen aan al deze punten. Ten eerste het HK-systeem, bestaande uit een zandstal met koeientoilet, Bij dit systeem worden koeienvlaaien mechanisch verwijderd. De urine zakt door een zandlaag, zodat deze niet in contact komt met feces. Zij wordt afgevoerd via een drainagesysteem. Nieuwbouw of verbouw, deze stallen zijn zelfs geschikt naast Natura 2000 gebieden. Ze kunnen ook landschappelijk goed worden ingepast in de omliggende natuur. Bij dit systeem moeten koeien leren van een urinoir gebruik te maken. Wanneer daar vroeg mee wordt begonnen en het proces consequent wordt doorgezet (ook ’s nachts en bij weidegang) blijken koeien dit heel goed te kunnen leren.
De robot
Een alternatief is Lely’s mest-opzuigrobot, toepasbaar in grotere bedrijven; het moet wel worden aangevuld met schoonmaaksystemen voor het achterwerk van de koe. Bij dit systeem wordt pasgevallen feces meteen verwijderd door deze met een robot op te zuigen. De robot spoelt de plek waar mest is gevallen meteen schoon zodat besmetting met een volgende urinelozing minimaal zal zijn. En de urine die op de vloer valt, verdwijnt via nauwe spleten in de put.
Beide systemen kunnen ook met elkaar worden gecombineerd. Er zitten vele voordelen aan. Ureum kan worden afgezonderd en apart gebruikt. De hygiëne voor de koe neemt met sprongen toe. Er zijn daardoor minder antibiotica nodig, want infecties komen minder voor. Bedenk ook, zegt De Boer: schone koeien betekenen ook een enorme verbetering van het welzijn van de dieren; in de natuur lopen koeien nooit door hun eigen mest en urine. In ligboxenstallen lopen veel te veel koeien rond met bevuild achterwerk; en met een moeizame gang vanwege zachte en pijnlijke hoefzolen, soms ook met stinkpoten.
Kosten
Wat gaat de omschakeling kosten? ‘In ieder geval’, zo zegt De Boer, ‘zijn de kosten van het HK-systeem een fractie van de uitkoopkosten die de overheid nu bereid blijkt te betalen. Bedrijven in de omgeving van Natura 2000 gebieden behoren als eerste in aanmerking te komen voor ombouw.’ Bij een goede, grootschalige opzet van het systeem zijn de aanloopkosten laag. En vergeet niet dat boeren met dit systeem flink kunnen besparen op kunstmest.
En in feite zitten er nog meer voordelen aan. Met het hier beschreven systeem scheiden we stikstofmeststof (in de urine) en fosfaatmeststof (in de feces). We voorkomen dat melkveehouders vanwege beperkingen aan fosfaatgebruik een deel van hun drijfmest moeten afvoeren, terwijl ze het stikstoftekort met kunstmest moeten aanvullen. En weidevogels zouden zo’n nieuw regime misschien wel goed weten te waarderen. Ze hebben de pest aan drijfmest; maar misschien komen ze wel weer terug bij overschakeling op dit nieuwe systeem. Kortom, een innovatieve manier van veeteelt met vele kansen.
Het effect
Maar zullen de ideeën van Herman de Boer worden opgepakt? Alle Bruggink is daar sceptisch over. Omdat De Boer vaktermen gebruikt die geen enkele beleidsmaker of politicus vandaag de dag begrijpt. Zoals ‘biochemische reacties’, ‘urease’ – de professor zal wel gelijk hebben zal men denken, maar het zegt me niets en ik kan het ook nergens verifiëren. Dat is bijna net zo erg als ‘wetenschap is ook maar een mening’. Het woord urease alleen al. ‘Oh, is het een enzym? Dat gaat toch over spijsvertering?’ Kortom, zegt Alle, de wetenschap is hard bezig zijn positie in de wereld van het bestuur te verliezen. En dat zou jammer zijn, want de ideeën van Herman de Boer werken op vele terreinen tegelijk. Ze dienen de boeren. En de koeien. En het milieu. Kom maar eens met een beter plan!
Interessant? Lees dan ook:
Naar duurzame vleesconsumptie
Chemie versus bacterie, # 71. De toekomst van de farma in drie bedrijven, no.3. Naar een holistische aanpak
Voedsel en water als geopolitieke wapens
Dan zijn de bindstallen op stro ook zeer goed .
Mestscheiding door een Weepall kan ook werken.
3x daags wordt het mestgedeelte van de koeienstal gespoeld en deze spoeling met mest wordt opgevangen en gaat naar een Weepwall.
De vezelstructuur van de mest wordt opgevangen en wordt na verloop een droge fractie, de natte fractie stroomt door de opstaande roosters van de Weepwall en wordt hergebruikt om het mestgedeelte van de stal te spoelen. Een kringloop.
Als de weepwall vol is wordt Weepwall nummer 2 gevuld en de eerste volle weepwall heeft enkele maanden de tijd om te drogen en om geleegd te worden. Dit is gedroogde koemest.
De universiteit van California heeft dit systeem onderzocht en met een open systeem werd een reductie van methaan gehaald van 50%
In Nederland zal mest afgedekt moeten worden en er zal een hogere reductie behaald kunnen worden.
Dit systeem is low tech, energie wordt omgezet in zwaartekracht en door dagelijkse spoeling van de stal een betere hygiëne en minimale uitstoot,