Windturbines hebben een slechte naam, wat betreft hun gevolgen voor vliegende dieren als vleermuizen en vogels. Nieuw onderzoek toont aan dat we dit probleem grotendeels kunnen overwinnen. Zoals uiteengezet door Katarina Zimmer in Knowable Magazine.
Aanvaringen met windturbines
Aanvaringen met windturbines zijn een belangrijke bron van sterfgevallen bij vleermuizen en vogels. Een belangrijk probleem. Aan de éne kant hebben we windturbines nodig: om opwarming van de Aarde binnen grenzen te houden; maar moet dit aan de andere kant gepaard gaan met moord op onschuldige dieren? Katarina Zimmer vertelt dat elke windturbine leidt tot ongeveer vier tot zes dode vogels per jaar. Het aantal windturbines groeit snel, het aantal ongevallen kan wel stijgen tot bijna een miljoen per jaar. Maar, zoals ze zegt, het aantal omgekomen vleermuizen is veel erger. Alleen al in Noord-Amerika denkt men dat het er bijna een miljoen zijn. Misschien, zegt ze, ‘dreigen sommige soorten volgens deskundigen hierdoor wel uit te sterven.’ Moeten we dan wel doorgaan met het bouwen van windparken?
Maar uit onderzoek blijkt dat we het aantal aanvaringen met vleermuizen en vogels kunnen beperken. Wetenschappelijke onderzoekers hebben onderzocht hoe en waarom er aanvaringen plaats vinden. Daaruit blijkt dat we deze kunnen voorkómen. We kunnen heel eenvoudig turbines stilzetten als er een vlucht vogels aan komt. Of de turbines zó ontwerpen dat aanvaringen worden voorkomen – tenminste voor een groot deel.
Vleermuizen
Vleermuizen zijn buitengewoon nuttige dieren. Ze eten ziekteverwekkende insecten, verspreiden zaden en bevruchten planten. Maar ze planten zich langzaam voort – meestal één baby per jaar – en zijn daarom kwetsbaar bij een afnemende bevolking. Ze worden vaak door turbines aangetrokken, anders dan vogels. Hoe kunnen we dan aanvaringen voorkómen?
De meest doeltreffende manier is de turbines minder vaak te laten draaien. Vooral het stilzetten van de turbines bij lage windsnelheden helpt veel tegen het aantal dode vleermuizen; met slechts weinig minder opbrengsten. Bij een windpark in Australië verloor het park slechts 0,1 procent van zijn opbrengsten door de turbines pas aan te zetten bij 4,5 meter per seconde in plaats van 3 meter per seconde. Daarentegen werden er 54 procent minder vleermuizen gedood. We zullen windparken dus minder moeten bouwen waar de gemiddelde windsnelheid laag is.
Maar we kunnen het ook anders doen. We kunnen bijvoorbeeld ultra-geluidsgolven uitzenden – geluid dat niet hoorbaar is voor mensen maar wel voor vleermuizen. Dit moeten we nader onderzoeken. Het werkte goed bij één windpark maar het moet nog worden aangetoond of het werkt in het algemeen.
Vogels
En hoe voorkomen we aanvaringen met vogels? Tja, huiskatten vermoorden veel méér vogels dan windturbines. Maar veel vogelsoorten gaan achteruit, en daarom moeten we verdere sterfgevallen zoveel mogelijk voorkómen. Vooral bij roofvogels. Deze jagen vaak in dezelfde open ruimtes waar wij windturbines neerzetten, zoals op bergkammen. We zouden de windturbines ergens anders kunnen neerzetten. Of de turbinebladen kunnen verven. Als wij slechts één blad zwart verven zou de windturbine veel zichtbaarder worden. In Noorwegen heeft dit geleid tot 70 procent minder vogelaanvaringen. Maar ook dit moeten we nader onderzoeken.
En hoe doen we dat met windturbines op zee? Hier verwachten vogels geen obstakels – zodat ze deze misschien niet waarnemen. Misschien helpt het als we de hele turbine verven, met een opvallend patroon.
En misschien kan ook het beheer van het windpark bijdragen aan de oplossing. We kunnen bijvoorbeeld zien of er vluchten vogels aankomen, met GPS of zelfs met het blote oog. Dan zouden we de turbines kunnen stilzetten. Of misschien kunnen sommige turbines geluidssignalen afgeven, om vogels af te schrikken.
De rol van overheden
Maar jammer genoeg willen veel exploitanten van windparken alleen maatregelen nemen als de overheid hen daartoe dwingt. Daarom moeten overheden hun verantwoordelijkheid gaan nemen. Ze moeten duidelijke regels opstellen. Duitsland bijvoorbeeld heeft op dit gebied een goede naam: alle nieuwe windturbines moeten kunnen worden stilgezet, om aanvaringen met vleermuizen te voorkómen.
Maar dan moeten alle partijen met elkaar samenwerken. Overheidsinstanties, lokale overheden, windenergiebedrijven, milieubeschermers en wetenschappelijke onderzoekers. Alle betrokken partijen moeten om de tafel komen. Om ervoor te zorgen dat beperkende maatregelen goed worden doorgevoerd. Ten behoeve van zowel de natuur als een duurzame energietoekomst.
Interessant? Lees dan ook:
Insecten gaan achteruit, overal ter wereld. Hoe bezorgd moeten we zijn?
Bijensterfte: zullen we ooit de echte oorzaak weten?
Nogmaals zonne- en windenergie