In een eerder artikel vroegen we ons af of de wereld voldoende voedsel zal kunnen blijven produceren. Wat staat dat in de weg? Bevolkingsgroei, het eten van meer vlees, klimaatverandering, watertekort en een in aantal teruglopende boerenstand. Maar een artikel in Nature werpt een geheel nieuw licht op dit probleem. We zouden toe moeten naar voedsel zonder landbouw: industrieel geproduceerd voedsel.
We moeten voedsel produceren
Voedselproductie heeft veel ongunstige neveneffecten. Zoals de uitstoot van het broeikasgas CO2; door de landbouw wordt naar schatting 10% van de menselijke uitstoot geproduceerd. Bovendien gebruikt de landbouw water, zij vervuilt lucht en water, maakt vaak gebruik van laagbetaalde arbeidskrachten, rooit bossen, en schaadt de biodiversiteit en de natuurlijke opslag van koolstof. Anderzijds moeten we wel voldoende voedsel produceren voor mensen, en de wereldbevolking groeit nog steeds.
Maar de auteurs van het stuk hebben het over een geheel nieuwe manier van voedselproductie: voedsel zonder landbouw, door chemische synthese. Ze concentreren zich op de voedingsstof die het best gemaakt van worden op deze manier: vet. Ze stellen dat dieetvetten gemaakt kunnen worden met de helft van de energie, nodig voor vetten uit de landbouw. En met veel minder land- en watergebruik, dus met een veel kleinere ecologische voetafdruk. Ook al erkennen ze dat het niet zeker is dat consumenten zo’n kunstmatige stof zullen accepteren.
Voedsel zonder landbouw
Zo’n industriële voedselproductie geeft de mensheid weer een nieuwe mogelijkheid, naast het maken van eiwitten en vleesvervangers op basis van planten, cellen en paddenstoelen. Maar industrieel gemaakt vet maakt gebruik van grondstoffen die niet uit fotosynthese voortkomen. Dus hoe verhoudt zich dit tot verbouwd voedsel?
De auteurs onderzoeken een aantal reactiepaden. Bijvoorbeeld beginnen met syngas (een mengsel van H2 en CO, gemaakt uit fossiele brandstoffen); of met etheen (C2H4), dat in grote hoeveelheden ontstaat uit fossiele brandstoffen en organisch afval. Deze producten kunnen worden omgevormd tot paraffines, vetzuren en vetten; en zelfs tot aminozuren en van daaruit tot eiwitten; of tot methanol en van daaruit tot koolhydraten. Van deze syntheses is die van vetten het meest rechttoe-rechtaan. Vooral doordat hun chemie eenvoudig is; en doordat chiraliteit (voortkomend uit asymmetrische koolstofatomen) hierbij geen rol speelt. De productie van vetten steekt gunstig af bij ‘natuurlijke’ routes, zoals vanuit soja en palmolie, vanwege de grote milieueffecten van de laatsten.
Een vergelijking
Maar toch steekt de kunstmatige bereiding van vetten niet in alle opzichten gunstig af bij de manier waarop deze tot nu toe worden gemaakt. Regionale verschillen spelen hierbij een rol, zoals opbrengsten en agrarische gewoontes. Als we in de toekomst alleen maar duurzame energie gaan gebruiken, komt synthetische productie er wel veel beter af. En natuurlijk scoren synthetische vetten veel beter op het gebied van bodembeslag.
Maar zouden synthetische vetten misschien wel goedkoper zijn dan vetten genaakt op de traditionele manier? Op dit terrein zijn de auteurs heel voorzichtig. Zij denken dat ‘de prijs van zuivere synthetische vetten misschien nooit lager zal zijn dan die van de goedkoopste agrarische oliën.’ Zelfs al zou op deze manier geproduceerd voedsel misschien voordelen hebben als grotere zuiverheid. En we hebben niet de zekerheid dat het publiek de synthetische versie zal willen kopen. Ook zou de komst van synthetisch voedsel een deuk slaan in de agrarische werkgelegenheid. Maar ja, industrielanden hebben al een keer te maken gehad met zo’n verandering, en zijn daar ook doorheen gekomen. Maar zouden mensen kunstmatig gemaakt voedsel accepteren? We weten het niet.
Milieulast verkleinen
De huidige landbouw gebruikt veel van de aardse hulpbronnen, vooral land en water. Met synthetisch voedsel wordt deze last lichter. We kunnen hierdoor ook voedselzekerheid voor de mens combineren met bescherming van natuurlijke ecosystemen. Voedsel zonder landbouw.
Aan de andere kant: zijn industrieel geproduceerde vetten net zo gezond als natuurlijke vetten? Er zit veel natuurlijke verscheidenheid in de laatste, terwijl synthetische producten vaak zuiver en niet-verscheiden zijn. Wij vermoeden dat natuurlijke variaties gunstige effecten hebben. En zou de mensheid snel genoeg een kunstmatige voedingsindustrie kunnen bouwen die het verlies aan agrarische productie goedmaakt? Er is een groot verschil in agrarische productiviteit tussen landen, dus er is nog veel ruimte voor verbetering. En dan, andere voedingsmiddelen dan vet? Industrieel gemaakt eten: meer een droom dan een kans, wat ons betreft. We kunnen ons beter toeleggen op het verhogen van de opbrengst van de landbouw, met doelmatiger gebruik van de inputs. Dat zou ook de spanning kunnen opheffen tussen biodiversiteit en landbouw.
Interessant? Lees dan ook:
Vlees is prima! Geen probleem voor wereldvoedselvoorziening, zegt Rudy Rabbinge
Perspectief voor de landbouw – het nieuwe boeren
Biologisch is geen goed kwaliteitskeurmerk – en wel hierom
Hoe zit het met de CO2 balans in dit betoog? We beginnen met fossiele grondstoffen, maken synthetisch voedsel en verbranden dat tot CO2 en water door het te consumeren. Net zoiets als autorijden op diesel dus.