De druk op het elektriciteitsnet wordt almaar groter. Veel bedrijven en organisaties verduurzamen. Maar doordat er soms teveel duurzame stroom (vooral uit zon en wind) is, en soms te weinig, komen er knelpunten. Hoe lossen we deze op? Kunnen we slimmer omgaan met elektriciteit?
Slimmer omgaan met elektriciteit
Een artikel van Jeannette Verleg op change.inc gaat in op deze vraag. Zon en wind zijn weersafhankelijk, en de vraag naar energie heeft zijn eigen dynamiek. Daarom zullen ondernemers energielevering op een andere, meer strategische manier moeten gaan benaderen. Al is die benadering wel anders voor elke ondernemer. Voor sommigen is de oplossing de installatie van zonnepanelen, laadpalen en een slimme batterij. Zoals bij Oegema Transport. De batterij stemt het gebruik af op het prijspeil op de markt. Hij levert stroom voor de snelladers als de netcapaciteit niet genoeg is. En als er stroom over is, kan hij dat op de markt verhandelen.
Sturingstechnologie
Albert Heijn heeft een vergelijkbaar systeem. Bij hun elektriciteitsnet worden alle laadpalen, zonnepanelen en batterijen slim aangestuurd vanuit een Virtual Power Plant (VPP) van Eneco. Deze virtuele elektriciteitscentrale zorgt ervoor dat vraag en aanbod zo veel mogelijk in balans worden gebracht. Aan de ene kant wordt slim gestuurd op de opwek, en aan de andere kant wordt het te veel of te weinig aan energieverbruik bijgekocht of verkocht op de verschillende energiemarkten. Zo heb je op steeds meer momenten van de dag duurzame stroom.
Slimme sturingstechnologie kunnen we ook toepassen op kleinere schaal. Eneco levert aan bedrijven met meer dan honderd zonnepanelen een gratis stuurbox. Aangesloten op Virtual Power Plant. Daarmee kan de stroomopbrengst worden aangestuurd, door deze te dimmen of uit te zetten op piekmomenten. Hiermee optimaliseert de klant de financiële voordelen van de zonnepanelen; terwijl Eneco ermee kan zorgen voor een betere netstabiliteit op het lokale of nationale net.
Lange wachtlijsten
Toch gaat dit allemaal nog niet snel genoeg. In Nederland bestaan lange wachtlijsten voor de verbinding van zonnepanelen aan het elektriciteitsnet; en de vergunningsaanvragen voor nieuwe windmolenparken stapelen zich op. Bij hoogspanningsnetbeheerder Tennet ligt momenteel voor meer dan 40 gigawatt aan nieuwe aanvragen. Consumenten zullen daar voorlopig weinig van merken, want huizen zullen niet zonder stroomaansluiting komen te zitten. Nieuw te bouwen huizen ook niet. Maar bedrijven en organisaties die een nieuwe aansluiting of uitbreiding willen, komen in de wachtrij te staan. Dat geldt soms ook voor individuele consumenten bij wie de meterkast moet worden verzwaard.
Wat kunnen we hieraan doen? We kunnen het elektriciteitsnetnet verzwaren. Een voor de hand liggende oplossing, maar wel eentje die tijd en capaciteit vraagt. Naar verwachting zal over acht tot tien jaar het stroomnet voldoende verzwaard zijn om de huidige stroomvraag aan te kunnen. Maar misschien is dat tegen die tijd al niet meer voldoende.
Opslaan van energie
Een andere oplossing is het gebruiken van de reservecapaciteit. Het elektriciteitsnet is dubbel aangelegd. De zogenaamde ‘vluchtstrook’ wordt alleen gebruikt als er iets kapotgaat. Dat gebeurt een paar keer per jaar. We kunnen die vluchtstrook gebruiken om de capaciteit op te voeren; het gevolg is dan wel dat de stroom gaat uitvallen als er een probleem is.
We kunnen ook de niet-gebruikte (maar wel gecontracteerde) capaciteit bij grootverbruikers terugkopen. Dat geeft ruimte voor nieuwe klanten. Of we kunnen energie opslaan, bijvoorbeeld in batterijen of in waterstof. Het nadeel is dat er dan veel energie verloren gaat. Consumenten kunnen ook hun gedrag aanpassen; als ze daartoe worden gestimuleerd door het tarief. De was doen als de zon schijnt; en minder gebruiken op bewolkte en windstille dagen. Of we kunnen meer elektriciteit uitwisselen met het buitenland. Noorwegen heeft bijvoorbeeld veel waterkracht, terwijl wij steeds meer elektriciteit uit wind krijgen.
Slimme oplossingen
Er komen steeds meer slimme oplossingen. Werkgeversorganisatie VNO/NCW zette er een aantal op een rij. Ondernemers in Hendrik Ido-Ambacht hebben samen een ‘energy hub’ opgericht, een coöperatief energiebedrijf. Met een softwaresysteem, waarmee ze onderling in energie kunnen handelen en de pieken in het verbruik afvlakken. Als uitbreiding van dit systeem kunnen de bedrijven warmtepompen en koelsystemen iets op- en afschalen, en een opslag van energie op het terrein neerzetten. Dat voorkomt congestie van het elektriciteitsnet.
Op een bedrijventerrein in Eindhoven hebben ze iets soortgelijks gedaan. Alle bedrijven claimden samen veel te veel energie. Maar ze gebruiken dat op verschillende tijdstippen. In een aparte ruimte hebben ze nu een eigen energiecentrale laten inrichten. Daar staan alle installaties: warmtepompen, koelmachines, compressors voor perslucht, et cetera. Ze hebben samen zonnepanelen geplaatst, en een batterij, evenals een installatie voor warmte-koudeopslag en een e-boiler. Bedrijven wisselen reststromen uit. De gemeenschappelijke onderneming garandeert voor 99,5% levering van alle noodzakelijke diensten.
Groene stroom combineren met opslag
Albert Heijn heeft zonnepanelen gelegd op het dak van hun winkels. De elektriciteit wordt gebruikt voor het voeden van elektrische trucks. In combinatie met een grote batterij zorgt dit systeem ervoor dat de trucks meestal voldoende capaciteit hebben om de heen- en terugrit naar de winkels te maken.
Kortom, we moeten de mogelijkheden van het opwekken van groene stroom combineren met opslag. Daarmee vergroten we sterk de capaciteit van het elektriciteitsnet. Bovendien kunnen we ook slimmer omgaan met energie. De combinatie van die twee zal misschien niet altijd de oplossing bieden – maar toch wel heel vaak.
Interessant? Lees dan ook:
Lokale optimalisatie van het elektriciteitsnet
Energieopslag versnelt de transitie
Lokaal netwerk nodig tegen netcongestie