Onze wereld raakt doortrokken van onzekerheid. De economie staat op knappen. Het roer moet om. Technologie en landbouw moeten de kernpunten worden van een nieuwe en duurzame economie, leidend tot een geheel nieuwe inrichting van economie en samenleving. Niet meer de aarde opgebruiken, maar met slimme technologie en materialen duurzaam omgaan met onze grondstoffen.
Het Europese financiële systeem ligt in duigen, er komt een grondstoffencrisis aan, de olieproductie heeft zijn hoogtepunt bereikt, grootmachten die vroeger koloniën waren van Europa dreigen het nu te overvleugelen, we zullen binnenkort anderhalf keer zo veel mensen moeten voeden, en het vertrouwen van burgers en consumenten is op een dieptepunt beland. Overal heerst het gevoel dat de bakens moeten worden verzet, en de vraag is, hoe dan?
Het antwoord lijkt te moeten komen van de herinrichting van de economie naar maatstaven van duurzaamheid. Als we dat echt gaan doen dan betekent dat nogal wat voor onze economie en onze samenleving. Het betekent gebruik van alle afvalstoffen waar onze maatschappij tot nu toe zo slordig mee omging; het betekent een maakindustrie die uitgaat van hernieuwbare, meestal groene grondstoffen. En ondanks het gevoel van velen dat we in dit land niet veel doen en nog minder kunnen, staat het Europese bedrijfsleven klaar om met deze nieuwe aanpak te beginnen. Europese kennisinstellingen zijn ten volle bereid om voor die nieuwe aanpak de benodigde kennis te ontwikkelen en ter beschikking te stellen. Verhoudingsgewijs is Europa ook goed voor deze taak uitgerust. We noemen die aanpak de biobased economy. Wij zullen laten zien dat deze invloed zal hebben op veel aspecten van de samenleving, reden waarom wij uiteindelijk spreken van een biobased society.
Een definitie
Een biobased economy is een economie die zijn grondstoffen grotendeels betrekt uit de levende natuur (biomassa, ‘groene grondstoffen’), als onderdeel van een groene of duurzame economie. Een hoog ontwikkelde biobased economy gebruikt groene grondstoffen in de eerste plaats voor de productie van chemicaliën en materialen en daarnaast voor energie, zodanig dat concurrentie met de voedselvoorziening wordt geminimaliseerd. Nu wij nog in de beginfase van de biobased economy zitten is de verhouding tussen energie en materialen overigens nog omgekeerd: er gaat op dit moment veel meer biomassa naar energie. Op langere termijn zal steeds meer biomassa voor chemische doeleinden beschikbaar komen omdat het energieprobleem langs andere, duurzame weg wordt opgelost.
In een biobased economy worden veel landbouwproducten industrieel verwerkt tot materialen en energie. Dat is eigenlijk niets nieuws: de papier- en kartonindustrie doet dat al eeuwen; katoen en linnen zijn zo oud als de mensheid; de productie van geur- en smaakstoffen vindt grotendeels plaats op basis van landbouwproducten; sinds de 19e eeuw wordt aardappelmeel op grote schaal industrieel gebruikt. Waarom is de biobased economy dan een nieuwe kreet, vaak verbonden met zowel nieuwe economische activiteiten als met duurzaamheid?